#21JaarDaMusic - De vijf beste Belgische platen volgens (mg)
![#21JaarDaMusic - De vijf beste Belgische platen volgens (mg)](https://mise.damusic.be/multiped/big/bestebelgischedM21.jpg)
Ook wij willen de "Week van de Belgische Muziek" niet ongemerkt voorbij laten gaan. En we wilden dat meteen combineren met de aankondiging van een feestjaar voor daMusic. Want je bent dan misschien al meerderjarig wanneer je achttien bent, eenentwintig is toch ook nog altijd een magische leeftijd. Dat willen we dus vieren. En beginnen doen we in deze Belgisch Week door enkele van onze redacteurs vijf favoriete Belgische albums te laten selecteren, gekozen uit de laatste eenentwintig jaar.
De vijf beste platen van de afgelopen eenentwintig jaar? Hoe bedenken ze het! Aangezien wij echt wel gezegend zijn met één van de boeiendste en bloeiendste muziekscenes van het vasteland - en dankzij onze eigenzinnigheid en ons eclectisme waarschijnlijk zelfs van de hele wereld – weet u net zo goed als ik dat dit onbegonnen werk is. De vijf platen die ik heb gekozen zijn er dan ook "maar vijf" van de tientallen die ik had kunnen kiezen.
Het zijn allemaal ijzersterke platen, dat wel, maar in de eerste plaats heb ik deze erin gezet (in willekeurige volgorde) omwille van de artiesten die ze hebben gemaakt, omdat ik zonder hen nooit – of pas veel later - op het spoor zou zijn gekomen van andere artiesten die me eveneens na aan het hart liggen. Dankzij dit extra "criterium" is het me dan toch gelukt een aantal hartverscheurende keuzes en dilemma’s te omzeilen.
Bruce Bherman – 'Untagged Friends' (2010)
In 2007 zat ik nog bij het inmiddels ter ziele gegane Digg*. Een collega-scribent schreef toen een enthousiaste recensie over ‘Two Boys’, de nieuwe plaat van ene Bherman. Reden genoeg om die zomer, tijdens Maanrock in Mechelen, af te zakken naar de Vismarkt, waar toen de immer goedgemutste Oostendse Gentenaar stond geprogrammeerd. Ik was dermate onder de indruk van dat optreden dat ik meteen al zijn cd’s wilde kopen, maar Bherman zelf adviseerde me te beginnen met zijn laatste. Als ik die goed vond, dan wilde hij me de rest later wel opsturen.
Het beste moest toen nog komen, en dat was deze ‘Untagged Friends’, waar ik dan weer een zéér enthousiaste recensie over schreef in 2010 - één waar ik trouwens nog steeds helemaal achter sta. Het is een erg rijke, gevarieerde dubbel-cd, waarop Bruce Bherman met bravoure diverse stijlen zoals pop, rock, blues, jazz, folk, traditionele singer-songwriter en Americana met elkaar wist te vermengen. Behalve een elitekorps, bestaande uit Belgische muzikanten, deden er ook leden van het Amerikaanse Lambchop en ander schoon volk uit Nashville aan mee.
In 2018 bracht Bherman zijn voorlopig laatste album uit, ‘The Nashville Sessions’, waarop hij met een keur aan Amerikaanse muzikanten songs van zijn vroegere platen herinterpreteerde en opnieuw opnam. Dankzij Bruce Bherman ben ik destijds (en nu nog steeds) naar diverse rootsstijlen gaan luisteren.
Op Spotify vind je alleen ‘Two Boys’ terug, maar op ’s mans YouTube-kanaal staan nog wel de video’s van enkele singles uit ‘Untagged Friends’, zoals I’ll Wait For You In Line en Big Sized Girl.
Spencer The Rover – 'The Late Album' (2017)
In 1991 kwam er door de tragische dood van Gunther Van Passel – een frontman die niet alleen de overgave van de jonge Bono koppelde aan het charisma van Jim Morrisson, maar ook schitterende songs schreef – veel te vroeg een einde aan het veelbelovende verhaal van Stormdaisy. Onder aanvoering van zanger-gitarist Koen Renders en gitarist Herman Acke ging de band eerst verder als Ivan’s Land. In 1993 verscheen het titelloze debuut, waarvan enkele singles zelfs 'De Afrekening' haalden.
Na een lange pauze keerde de groep in 2001 terug, deze keer als Spencer The Rover. ‘The Late Album’, de vierde Spencer-plaat, is zonder overdrijven een juweeltje, met negen minimeesterwerkjes die allemaal op één of andere manier over tijd en dood gaan. Het is na ‘The Accident (And Other Love Stories)’ de tweede plaat waarvoor Renders de songs niet langer op gitaar componeerde, maar op piano. De sfeer is de ene keer weemoedig, de andere keer eerder dromerig of sprookjesachtig. Artiesten waar we meteen aan dachten, toen we de plaat een eerste keer hoorden, waren Brian Wilson, The Beatles, Ben Folds, Mercury Rev en zelfs ELO.
Dankzij Spencer The Rover leerde ik nog tal van andere artiesten kennen die opereerden in het Leuvense, zoals Anton Walgrave (ooit bij het geweldige, schromelijk onderschatte The Same), Nona Mez, Tom Helsen en natuurlijk The Love Compartment, dat in 2015 – met Renders op toetsen – de vierentwintigkaraatspopplaat ‘Coconut And Crab’ uitbracht.
Stash - 'Songs Through Iron' (2024)
Hooguit een keer of twee per jaar overkomt het me dat een plaat alle andere muziek die ik in huis heb gedurende een paar weken helemaal doet vergeten. Een plaat, die ik elke avond moet gehoord hebben of de dag is niet helemaal "afgerond", een plaat waarbij ik me na de laatste noot telkens afvraag: “Wat kunnen we nu nog in godsnaam spelen?” Welnu, deze ‘Songs Through Iron’ is er zo één.
Voor wie het nog niet doorhad: deze ‘Songs Through Iron’ was voor mij dé plaat van 2024. Ik was al langer fan van Gunther Verspecht en Stash (of Stache, zoals de band eerst heette), maar deze dertien liedjes zijn niet alleen stuk voor stuk ijzersterk en bloedmooi, op ‘Songs Through Iron’ lijken songs en stem ook meer - en beter - dan ooit bij elkaar te passen en in elkaar op te gaan. Verspecht moet het dan ook niet hebben van vocale acrobatieën, het zijn daarentegen de gevoelens en de nuances die hij in zijn zang legt, die dit zo’n warme plaat maken.
David Ronaldo & the Dice - 'Burning (A)live' (2023)
Hoewel ik hun laatste, het zopas verschenen 'Six String Preacher', de beste plaat vind die David Ronaldo & the Dice tot nu toe heeft gemaakt, is dit het Dice-album dat ik het meest heb gespeeld. Deze plaat deed me beseffen dat ik toen véél te lang véél te weinig naar deze soort - tijdloze - rootsmuziek had geluisterd, een achterstand die ik ondertussen al wel dubbel en dik weer heb ingehaald.
‘Burning (A)live’ is niks minder dan een ‘Best Of’ van een "band op zijn best", namelijk wanneer die zijn songs live kan brengen op een podium. Op de plaat staan dan ook de strafste songs uit de drie studioalbums die ze op dat moment hadden uitgebracht, aangevuld met enkele geweldige covers. Het is ook een plaat die me deed denken aan vroeger, toen we dergelijke lp's meteen overzetten op een cassettebandje, om vervolgens in de auto maandenlang naar niks anders te luisteren, wanneer we van de ene fuif naar de andere tuften.
Dankzij deze plaat kwam ik eind 2023 ook uit bij het ongelooflijk mooie ‘Call Me An Angel’ van Vastenavondt, en leerde ik eveneens mijn straffe streekgenoten van Red Red en hun opwindende debuutplaat kennen.
Gabriel Rios - 'Playa Negra' (2024)
Hoort deze Puerto Ricaan wel thuis in dit lijstje? Ik vind van wel. Als hij niet in Gent aan een muzikale loopbaan was begonnen en hier geen uitgebreide fanbasis had, dan was deze plaat wellicht volledig aan muziekminnend Vlaanderen voorbijgegaan. Dus bij deze: Gabriel is van ons, olé olé!
Gabriel Rios’ tweede Spaanstalige album is geen willekeurige collectie liedjes om in stukken en brokken te beluisteren, want dan verliezen die songs aan zeggingskracht. Het geheel is – o, cliché – ook hier duidelijk meer dan de som van de delen, en zoals je bij een film of een roman ook geen hoofdstukken of scenes gaat vermengen en herschikken in een afspeellijst, laat ‘Playa Negra’ zich het best uitzitten als een lange, ononderbroken trip.
Dat neemt echter niet weg dat ik, net als bij een boek of een film, ook hier best enkele favoriete fragmenten of passages wil aanstippen, zoals het bloedmooie, erg filmische Padacito De Papel, Marcela, de titeltrack, La Bolsa of Payaso.
Dankzij Rios ben ik – iets wat ik voor voorganger ‘Flore’ nóóit had durven denken – de laatste jaren veel naar Latin jazz (en bij uitbreiding naar andere Latijns-Amerikaanse en zelfs wereldmuziek) gaan luisteren. Iets wat ik me nog geen seconde heb beklaagd.
Astodan - 'Évora' (2022)
Voor wie van mening is dat Gabriel Rios niet telt, zet ik toch nog gauw een joker in. Waarom? Luister gewoon naar – of beter: onderga – deze verpletterende, even overdonderende als onaards mooie plaat. Noem het postrock, postmetal, postpunk of postwhatever, Astodan laat me nooit onberoerd.