#OLT24 - Sleater Kinney, Blonde Redhead - Class of 1995
Rivierenhof, 21 augustus 2024
Het zijn drukke dagen in het Openluchttheater Rivierenhof in Deurne. In amper een week tijd passeerden onder meer Big Thief, Emma Ruth Rundle, Think Of One en Corinne Bailey Rae langs misschien wel de meest feeƫrieke concertlocatie van ons land. Voor Sleater-Kinney en Blonde Redhead, twee half-mythische bands uit de Amerikaanse undergroundscene, waren we nogmaals op post. We zagen twee erg verschillende bands die ook een verschillend publiek leken aan te spreken. Sommigen kwamen voor Sleater-Kinney en namen er Blonde Redhead bij, voor anderen was het net omgekeerd. Een tweespalt dat we gerust kunnen doortrekken naar schrijver en fotograaf dezes, maar aan het einde van de rit werden beide bands even goed gesmaakt.
Beide bands? We willen zeker opener Noa Lee niet over het hoofd zien! Frontvrouw Nina Kortekaas kwam net als de debuutalbums van zowel Sleater-Kinney als Blonde Redhead in 1995 ter wereld, maar verdere gelijkenissen konden we toch niet vinden. Desalniettemin bezorgde Noa Lee wie op tijd naar het OLT was afgezakt, een subtiele aanzet voor de avond. Met in de rangen veel bekende gezichten uit Portland (de band, niet de stad) bracht Noa Lee een lange set met mooi opgebouwde songs die zowel opwarmden als aftastten. Het vorig jaar verschenen debuutalbum 'Airship' stond centraal, met knipogen naar triphop of Goldfrapp, maar tijdens de oudere single Move Backwards werden we ook gegrepen door een dubby basdeuntje en een progrockerig synth-lijntje. Zo werd Noa Lee een leuk gezelschap en een gepaste soundtrack bij het gouden uurtje net voor de zon achter de bomen van het park verdween.
In de nasleep van de riotgrrlscene, dook midden jaren negentig het trio Sleater-Kinney op. Drumster Janet Weiss verliet een vijftal jaar geleden de band, maar tegenwoordig touren de twee overblijvende dames met drie extra muzikanten. Soms is "more" ook een beetje "less", want als vijftal klonk de band in Antwerpen aanvankelijk niet al te vinnig. Het nieuwe nummer Hell was geen slechte opener, maar het mes van Sleater-Kinney leek een beetje bot geworden. Leek, want gaandeweg beseften we dat dit geen nostalgisch geflirt met indierockerfgoed was, maar gewoon een band die zich ook in het openluchttheater wou bewijzen als een stel jonge veulens.
Met een setlist, die voor bijna de helft bestond uit songs uit laatste worp 'Little Rope', was de band niet van plan te teren op de bescheiden succesjes uit het eerste leven (dat eindigde in 2006). Pas na een dik kwartier werd teruggegrepen naar dat tijdperk. Carrie Brownstein merkte op dat we eruit zagen alsof we meer feedback en lawaai konden gebruiken. "We zullen het voor jullie dan maar iets luider doen". Ontketend schreeuwde ze zich door Jumpers uit 'The Woods' (maar de oordoppen bleven toch gewoon op zak). Niet veel later werd What's Mine Is Yours verraderlijk als een ballade aangekondigd, om vermomd als langgerekte bluesrocksong het optreden naar een hoger niveau te tillen. Brownstein zag er dan wel uit als de lerares Frans van een deftige school, ze spreidde wel het meeste pit tentoon op het podium. Toch voelden we weinig weerhaakjes en het knappe, door St. Vincent geproducete Hurry On Home bracht daar weinig verandering in, ondanks de intro met Bond-theme allures.
Gelukkig groeide het concert doorheen de set en keerden lekker rammelende oudjes als Modern Girl en Dig Me Out het tij. Op de eerste rij zagen we Nele Janssen, zangeres/brulboei/gitaarmolesteerster van Peuk, instemmend knikken en kreeg Sleater-Kinney plots toch een soort toonaangevend aura. Brownstein en Corin Tucker streden voort met scherpe munitie uit het laatste album, maar ook het atypische, experimentelere The Center Won't Hold (uit de gelijknamige plaat) werd niet geschuwd. Tucker nestelde zich vooraan het podium voor afsluiter Untidy Creature, alweer een nieuwe song die klonk alsof hij al een paar decennia meedraait. Met de keuze voor het heden en het verleden enkel als opsmuk bewees Sleater-Kinney vooral eeuwig jong te willen blijven. Dat wij onszelf daar ook jonger blijven bij voelen, is natuurlijk altijd meegenomen!
Minstens even tijdloos klonk Blonde Redhead. Hoewel de show eerst teruggreep naar het twintig jaar oude 'Misery Is A Butterfly' (wat een heerlijke opener was Falling Man!, hoe zwoel danste Kazu Makino tijdens Elephant Woman!), had ook de set het meest recente album als ruggegraat. Het blik 'Sit Down For Dinner' werd opengetrokken met Snowman (tevens de opener van de plaat), een song waarin de stemmen van Kazu Makino en Amedeo Pace heerlijk naar elkaar op zoek gingen. Hoe straf dat album eigenlijk wel is, voelden we even later bij de tandem Sit Down For Dinner Pt I en Sit Down For Dinner Pt II. Net zoals Makino rond de microfoon of achter het keyboard kronkelde, kronkelde de muziek langs een dozijn emoties. "Beginnen jullie het niet koud te hebben?", vroeg ze vooraf. "Beweeg dan maar zoveel je kan", was een overbodige raad, want songs als deze warmden ons van binnenuit op. Kazu zelf stond kortgerokt in een miniscuul topje met blote rug op het podium. De meeste stof zat wellicht in de rond haar hals gedrapeerde Arafat-sjaal. Die sjaal bleek eerder een statement dan een buffer tegen de avondkou, want aan het einde van de set werd Kiss Her Kiss Her - alweer zo'n catchy instant-klassieker uit die laatste plaat - opgedragen aan zowel Sleater-Kinney als Palestina. Een hart onder de riem voor de door het stadsbestuur half-gecancelde benefiet From De Schelde To The Sea komende zondag.
Blonde Redhead schreef de voorbije dertig jaar tien platen samen, maar in Rivierenhof kwamen er maar drie aan bod. Net als bij de zaaloptredens in de Botanique en De Zwerver eind vorig jaar, beperkte de setlist zich tot de albums 'Sit Down For Dinner', 'Misery Is A Butterfly' en '23'. De titelsong uit '23' kreeg zowaar een herkenningsapplausje, waarna Kazu krols over het podium dartelde, samen met het publiek vergetend dat haar stem charmant naar de hoogtes moest happen. Nadat Kiss Her Kiss Her tegen halftwaalf de avond had afgesloten, bedankte het trio uitgebreid het publiek en stak eigenhandig de setlists toe aan de fans op de voorste rij. We zagen dinsdag drie prima concerten, maar het was misschien toch Blonde Redhead die ons het diepst had geraakt.
Het openluchtseizoen loopt stilaan op zijn einde, maar volgende week kun je in OLT Rivierenhof nog naar Kae Tempest (zondag 25 augustus, volzet), Phosphorescent en Mdou Moctar (maandag 26 augustus, tickets), Het Zesde Metaal (donderdag 29 augustus, volzet) en Brihang (zaterdag 31 augustus, volzet). Doen, want een concert in het openluchttheater heeft altijd iets magisch.