Come, Siem Reap - Tijdloze tandem
Botanique, 29 september 2022
Zesentwintig jaar. Zolang was het geleden dat we Come voor het laatst zagen. Dat was in mei 1996 in de Magasin 4, toen die zaal nog gewoon op huisnummer 4 van de rue du Magasin was gelegen. Donderdag trad de legendarische en Duysterfähige indierockband een paar honderd meter verderop aan in de intieme Rotonde van de Botanique. Hoewel we opener Siem Reap het voorbije jaar wel meermaals konden zien, voelde het terugzien met Come minstens even vertrouwd aan.
Het was mooi om te beleven hoe twee bands, wiens paden dertig jaar van elkaar verwijderd liggen, toch eenzelfde ervaring kunnen opwekken. Thalia Zedek mag dan wel al de kaap van de zestig jaar gepasseerd zijn en de sound mag dan wel doordrenkt zijn van de nineties, zowel Siem Reap als Come hadden iets tijdloos. Wij vergaten even hoe oud we nu precies zijn en voelden ons al evenzeer een avondje tijdloos.
We hebben zo’n vermoeden dat het Brusselse publiek, dat nog niet met Siem Reap vertrouwd was, met een aangename ontdekking naar huis trok. Songs als Honingkuchen of Might As Well Stay lijken - via een omweg langs Low - van dezelfde oervader af te stammen als het repertoire van Come. Tijdens die openingsnummers leek de zang van frontman Gilles Demolder een dipje te hebben (lag het aan de geluidsmix op het podium of aan 's mans kapriolen met Wiegedood twee dagen eerder in de AB?), maar toen The Magician zijn stem op de voorgrond trok, pasten alle stukjes plots wondermooi in elkaar.
Hij broedt intussen al even op deze song, die we begin dit jaar voor het eerst mochten horen opborrelen in Kortrijk. In de Botanique dreef de song op akoestische gitaar en zang, waarin na een minuut zachtjesaan een xylofoon en een cimbaal mochten binnensijpelen vooraleer de hele driekoppige band weer op kruissnelheid kwam. Veel tijd krijg je als voorprogramma niet toegemeten, maar toch sloot Siem Reap alweer af met de heerlijke twaalf minuten genaamd Happiness Is Other People.
Het had iets moois om de originele line-up van Come het podium te zien opwandelen. Gitaren omgorden en genieten, alsof de voorbije tweeënhalve decennia nooit hadden bestaan. Thalia Zedek nam in de meeste songs de zang voor haar rekening, maar toch werd het door Chris Brokaw gezongen Recidivist een eerste hoogtepunt. Brokaw gaf even later mee dat de re-issue van de backcatalogue (en als toemaatje de release van de 'Peel Sessions') door Fire Records de directe aanleiding was voor deze reünietoer met de volledige band. “It’s great to be doing this again”, voegde hij er licht geëmotioneerd aan toe.
Recidivist, uit zwanenzangplaat 'Gently, Down The Stream', was de vreemde eend in de bijt op een setlist waarvan het eerste deel vooral terugging op het debuut '11:11' en de tweede helft door het tweede album 'Don’t Ask Don’t Tell' werd gedomineerd. Voor Last Mistake, het B-kantje van hun eerste single uit 1991, haalde Thalia Zedek de mondharmonica boven. Ironisch genoeg maakten wij net tijdens dat nummer de vergissing om even bij te tanken aan de bar van de Botanique. Daar schalde Grace Kelly van Mika meedogenloos door de luidsprekers, zodat we gauw terug dekking zochten bij Come in de Rotonde.
Doorheen de set werden we er ook aan herinnerd hoe veelzijdig de sound van Come was: van het eerder rechttoe-rechtaan In/Out tot het meeslepende Mercury Falls. Zoals dat bij indierockbands gaat, was de setlist er in een uurtje doorgejaagd, maar de band had er op deze eerste avond van de Europese toernee zin in en keerde dankbaar terug voor twee bisnummers. Afsluiten deden Thalia Zedek, Chris Brokaw, Sean O’Brien en Arthur Johnson in absolute schoonheid met German Song, wat ons betreft nog altijd het magnus opus.
Come en Siem Reap spelen op zaterdag 1 oktober ook nog in de 4AD te Diksmuide. Er zijn nog tickets.