TW Classic 2023 - Springlevend

Werchter Weide, 18 juni 2023

TW Classic 2023 - Springlevend

Met Graspop en het tweeluik Werchter Boutique/TW Classic werd afgelopen weekend de festivalzomer voorgoed op gang getrapt. Dat Boutique met P!NK zou uitverkocht raken stond in de sterren geschreven, maar wie aasde op een ticket voor TW Classic met Bruce Springsteen And The E-Street Band moest pas echt bij de pinken zijn: alle kaartjes waren op nauwelijks een uur de deur uit.

In de ideale wereld zou het festivalpark dan ook een aantal keer groter zijn geweest of hadden The Boss en band toegehapt om het hele weekend lang een paar sets per dag te spelen. De realiteit is echter wat ze is: voor elke fan in Werchter zat er minstens één knarsetandend thuis. Verwonderlijk is dat natuurlijk niet, want het gebeurt niet elke week dat iemand met de status van een Springsteen ons land aandoet.

Of dat echt te maken had met het gerucht dat dit wel eens de laatste keer zou kunnen geweest zijn, durven we te betwijfelen. Wel met het feit dat er maar één Bruce Springsteen is en één heart-stopping, pants-dropping, houserocking, earth-quaking, booty-shaking, Viagra-taking, love-making, legendary E-Street Band.

Het was overigens de derde keer dat Springsteen neerstreek op de heilige grond van Werchter. Bij de vorige edities, in 2013 en 2016, werd nog enigszins vastgehouden aan de formule van een ouderwetse festivaldag, waarbij een gevarieerd programma de fans van de topact moest bezighouden tot de zon onderging en hun held opkwam. Dat leverde soms pijnlijke situaties op zoals zeven jaar geleden, toen de gelaagde d(r)oompop van Lana Del Rey op een koude steen viel bij de gemiddelde Springsteen-fan.

Dit jaar werd met Triggerfinger, Jack Johnson en Simply Red gekozen voor drie acts die hun sporen hier al ruimschoots verdienden en zich dus niet al te snel uit het lood zouden laten slaan wanneer ze botsten op een muur van onverschilligheid. Wat Triggerfinger betreft waren we er zelfs redelijk gerust in. Hoewel ze zich er zelf van bewust waren dat ze op Werchter optraden "in afwachting van", kan het powertrio hier weinig of niets verkeerd doen. Wie zondag op tijd was, kwam toch ook een beetje voor hen.

De ondankbaarste taak viel waarschijnlijk Jack Johnson te beurt. De Amerikaanse surfer-songwriter is bezig aan een Europese tournee en moet “Oké, ik passeer daar dan toch”, gedacht hebben, toen de Schuer hem uitnodigde om te spelen op Springsteens feestje. Ook al dragen we de man een warm hart toe en zetten we wel eens één van zijn platen op tijdens zwoele zomeravonden, maakten we – wegens nog bezig met andere zaken – alleen maar het staartje mee van zijn bezoek aan Werchter.

Voor, tijdens en na het festival hoorden we net iets te veel muzikale meerwaardezoekers nogal meewarig en misprijzend doen over Simply Red. Net daarom willen we wat uitgebreider stilstaan bij hun passage. In ’86 waren we heus niet de enigen die aangenaam verrast waren door eerste plaat 'Picture Book' (en het daaropvolgende Werchter-debuut), maar al even snel (te snel, geven we toe) keerden ook wij ons af van de gepolijste soulpop, die Mick Hucknall en co afleverden op de volgende albums. Ten onrechte, want Simply Red was en is nog steeds een geweldige live band met een frontman die een half jaar geleden in het Sportpaleis al bewees dat hij nog steeds de kneepjes van het vak kent en weet hoe en wanneer hij een publiek moet teasen en pleasen.

In de met jazz, soul en blues doorvlochten popsongs van Simply Red draait het allemaal om de wendbare stem van Hucknall. Hoewel hij intussen grotendeels hersteld is van longcovid, heeft zijn zangcarrière naar verluidt wel even aan een zijden draadje gehangen. Dat verklaart wellicht waarom de band zondag eerst wat moest warmlopen en begon met een viertal eerder rustige songs (Better With You en Shades 22 van de nieuwe plaat 'Time', Thrill Me en It’s Only Love Doing Its Thing). Opvallend was ook dat Hucknall even later zelfs een keer de leadvocals grotendeels overliet aan zijn trompettist.

Met het tijdloze Holding Back The Years kreeg de band uit Manchester de handen voor het eerst op elkaar, waarna het op een Hall & Oates-sample drijvende Sunrise en het aanstekelijke Stars een eerste triootje hits vol maakte. Hoewel Money’s Too Tight’ (Too Mention) niet veel later zou volgen, was het op de echte finale nog even wachten. Maar die mocht er dan ook best wezen met Come To My Aid (ook uit dat sterke debuut), Fairground en een geslaagde cover van Nutbush City Limits, waarmee hulde werd gebracht aan Tina Turner, niet alleen een voorbeeld, maar bij leven ook een fan van Mick Hucknall.

Wereldschokkend en levensveranderend was het misschien niet, erg onderhoudend wel. En de volgende keer dat Simply Red ons land aandoet, zijn we gewoon weer van de partij.

Allemaal goed en wel en dit geheel terzijde, denken velen onder u, wij willen eigenlijk alleen maar weten hoe goed Bruce Springsteen And The E Street Band waren. We zullen ons best doen, want woorden schieten eigenlijk te kort om het belang, de grootsheid en de magie van de man en zijn optredens te beschrijven. Zonder appels met peren te willen vergelijken: ook vorig jaar verlieten we allemaal op wolkjes het festivalterrein en bedolven we Nick Cave And The Bad Seeds achteraf onder de vijfsterrenrecensies. Hoewel beide heren op hun manier natuurlijk absolute top zijn, blijft een show van Cave – hoe benaderbaar hij de laatste jaren ook werd voor de fans – toch vooral iets sacraals en ongrijpbaars hebben. Springsteen ten tonele zien verschijnen heeft daarentegen meer iets van een blij weerzien met een oude buur of je favoriete nonkel.

En in tegenstelling tot de mensen die voor hem het podium bestegen, is het etiket "levensveranderend" op hem wel degelijk van toepassing. Iedereen, die zondag in het festivalpark was, heeft wel iets met Springsteen, heeft een persoonlijk Bruce-verhaal en een song of een album waar mooie of minder mooie herinneringen aan kleven. Voor de ene vormt zijn muziek de soundtrack van een onbezorgde jeugd, voor de andere is hij de maker van de song(s) uit de tijd van die eerste Grote Liefde of – integendeel – de plaat waarmee het eerste liefdesverdriet te lijf werd gegaan.

Meer nog dan voor de sfeer en die liedjes (of om "erbij te zijn") kwam iedereen dus in de eerste plaats voor Bruce zelf, omwille van de momenten waarop we troost vonden in, energie putten uit en ons gesterkt voelden door zijn muziek. Van bij het begin van zijn carrière gaat die over "het leven zoals het is" en door werk te blijven spelen uit zijn belangrijkste albums blijft hij ook mensen van alle leeftijden aanspreken. De vroegere songs over jong zijn en je dromen najagen zijn niet alleen een bron van nostalgie voor de oudere fans, ze inspireren ook de jongere Bruce-fanaten van vandaag. En het latere werk, waarin de personages van de teksten worden geconfronteerd met desillusies en verlies, zijn niet alleen herkenbaar voor de fans van het eerste uur, ze kunnen ook een wijze les zijn voor de jongere generaties.

Rustig beginnen om erin te komen, dat was niet besteed aan de bende krasse zeventigers op het podium. Klokslag tien uur begonnen Springsteen en de E-Street Band eraan en onder het motto Prove It Al Night (zondag de derde song trouwens) werd er meteen aan een hoog tempo en op dito niveau gemusiceerd: openen met No Surrender (een afleggertje eigenlijk, dat aanvankelijk de tracklist van 'Born In The USA' niet haalde) en Ghosts (van 'Letter To You') is, om het in voetbaltermen te zeggen, niets minder dan na vijf minuten 2-0 voorstaan met goals van een invaller en een jeugdspeler, terwijl de sterspelers nog op de bank zitten.

Aan gas terugnemen werd niet gedacht; na het eerder genoemde Prove It All Night bliezen Springsteen en co in één adem ook nog de klassiekers The Promised Land en Out In The Street over de wei. “Zo, daar hebben ze niet van terug”, moet The Boss gedacht hebben, “Tijd om enkele verborgen parels op te diepen.” We waren dan ook maar wat blij dat we tijdens de bevlogen versies van Candy’s Room en het hier naadloos op aansluitende, jazzy Kitty’s Back even naar adem mochten happen en alleen maar hoefden te luisteren.

Ook Nightshift, een liedje van The Commodores, dat Springsteen vorig jaar nog coverde op zijn soultributeplaat 'Only The Strong Survive', kwam goed uit de verf (beter dan op plaat) en nodigde zelfs ons uit tot voorzichtig heupwiegen. De perfecte opwarming voor de tweeklapper die er zat aan te komen met Mary’s Place en The E Street Shuffle.

De eerste echt grote hits, die we te horen kregen, waren meteen ook de eerste songs die al die oude en jonge benen eindelijk een beetje rust gunden: een ingetogen My Hometown en een beklijvend, nog steeds niet versleten The River, spraken vooral de stembanden aan en werden meegezongen door een groot deel van het publiek. Echt stil werd het met Last Man Standing en het bijhorende verhaal over zijn eerste band, waarvan Springsteen nu de enige overlevende is.

Na deze adempauze was er geen houden meer aan en werden alle sluizen opengezet. Eerst met intense, bijwijlen euforische uitvoeringen van Backstreets, Because The Night en She’s The One, vervolgens met Wrecking Ball en The Rising. Beide nummers mochten dan geplukt zijn van meer recente Springsteen-platen, die niet overal even gunstig werden onthaald, ze vormden wel het ideale opstapje naar Badlands en Thunder Road, twee oer-Bruce-songs uit respectievelijk 'Darkness On The Edge Of Town' en 'Born To Run', de referentieplaten waarmee The Boss in de jaren zeventig eigenhandig een genre uit de grond stampte dat we nu nog Heartlandrock noemen.

Vanaf dan was het echt alle remmen los en stond er geen maat meer op band en publiek, die tijdens Born In The USA, Born To Run, Bobby Jean, Glory Days en Dancing In The Dark zelfs even één geheel leken te vormen. Nadat de bandleden werden voorgesteld (overbodig, want we kennen hen allemaal ondertussen, maar soit, noblesse oblige) mochten we nog één keer de beentjes strekken op Tenth Avenue Freeze-Out, waarna Bruce ons met muzikale nachtzoen I’ll See You In My Dreams uitzwaaide.

Springsteen live, het was weer afwisselend kippenvel, een krop in de keel, vlinders in de buik en vochtige ooghoeken krijgen, onze benen niet in bedwang kunnen houden en zonder gêne onbeholpen dansjes "placeren", zonder schroom meebrullen en ongeremd oude bekenden en onbekenden knuffelen. Kortom: dingen die we in het dagelijkse leven normaal gezien niet doen, maar eigenlijk veel vaker zouden moeten doen.

En Springsteen zelf? Die zag er wat ons betreft sprínglevend uit. Dat hij dat pensioenplan nog maar een paar jaar in de schuif laat liggen.

Marc Goossens

20 juni 2023
Gast