TW Classic 2022 - Opnieuw tot leven gekomen
Werchter Weide, 25 juni 2022
Afgelopen weekend was het TW Classic alsof het nooit was weggeweest. Zonder Paul McCartney maar met Nick Cave & The Bad Seeds. En voor het eerst ook in XL-editie met naast een Main Stage ook een programma in de tenten. Dat maakte dat er keuze te over was en dat wie strategisch wist te kiezen de hele dag alleen maar goeie concerten te zien kreeg. Dit festivaldagje was weer wennen, maar smaakte al snel naar meer.
De uitgebreide editie van TW Classic was het gevolg van de afgelaste editie van Werchter Encore. Er bleken te weinig tickets verkocht om die extra festivaldag in volle glorie te laten doorgaan waardoor alle namen op die affiche – minus Foals – aan TW Classic werden toegevoegd. Door die vreemde gang van zaken werd de affiche van TW Classic een mengelmoes met enerzijds een programma dat rond Nick Cave was gebouwd en anderzijds jeugdige acts als The Kid LAROI en Sky Ferreira. En een redelijk historische kans om Florence + The Machine – die oorspronkelijk headliner van Encore was – nog eens te zien performen in een tent.
Beginnen deed de dag met Whispering Sons en Sylvie Kreusch, maar die hebben we door fileperikelen moeten voorbij laten gaan. Begaven we ons dus maar meteen naar Noordkaap in The Barn en die tent stond een dikke tien minuten voor de start van de show al gezellig vol. Stijn Meuris en de zijnen waren onder de indruk van de opkomst, maar het hoeft anderzijds niet te verbazen. Noordkaap is een act die op maat gesneden is van TW Classic: het was al van 1999 geleden dat de band nog eens op Rock Werchter geprogrammeerd stond en het uurtje, dat hen toebedeeld was, konden ze quasi helemaal vullen met hits. Daarbij werd Gigant gigantisch meegebruld, Satelliet SUZY in de armen gesloten en riep Druk In Leuven herinneringen op aan de studententijd van een deel van het publiek. De mooiste solo van de dag presenteerde Lars Van Bambost in het dezer dagen een beetje cynisch klinkende Een Heel Klein Beetje Oorlog, maar het hoogtepunt was toch Ik Hou Van U. Een nummer dat voor ons op alle andere concerten van Meuris/Noordkaap hooguit een leuk toemaatje was, deed ons die dag een eerste keer denken: “Het is echt terug.” De zinnen “We waren bijna echt vergeten / hoe schoon de zomer wel kan zijn / Zonder zorgen en zonder regen / Hoe schoon de zomer hier kan zijn”, klonken anders dan ooit tevoren en deden ons een traantje wegpinken. Topconcert!
Van daaruit repten we ons naar de Main Stage voor Courtney Barnett. De Australische is bezwaarlijk classic te noemen met nog maar drie albums op haar naam, maar we waren toch blij haar hier te zien. Voor het brede TW Classic-publiek was Courtney Barnett net iets te onbekend waardoor ze minder bijval van het publiek kreeg dan ze verdiende, maar wij hebben alvast genoten. Het mooie aan Courtney Barnett bezig zien, is merken hoezeer ze het allemaal meent. Dit was een concert waarin gitaren gegeseld werden, de tweede gitarist zijn versterker bijna ging knuffelen en solo’s lang mochten duren, zoals in het heerlijk traag aanzwellende Small Poppies. In dat nummer zingt Barnett ook: “I used to hate myself / but now I’m think I’m alright.” Zijn we blij om! Beginnen deed Barnett met het radiohitje Rae Street, de vooruitgeschoven single van laatste worp ‘Things Take Time, Take Time’, maar het meest leunde ze toch aan bij het debuut ’Sometimes I Sit And Think And Sometimes I Just Sit’. De albumtitels tonen het al aan: Bartnett houdt van veel woorden en heerlijk ironische titels. Onze favoriet op dat vlak was Nobody Really Cares If You Don’t Go To The Party, waarin een innerlijke strijd werd gevoerd die voor ons heel herkenbaar aanvoelde: zullen we gaan of thuisblijven? Write A List Of Things To Look Forward To was een eerder lauwe afsluiter, maar ondanks dat gegeven waren we blij dat we ons huis waren uitgekomen voor deze festivaldag en dat Courtney er ook bij was.
The Smile had nog veel minder meezingers bij. De nieuwe band - Thom Yorke en Jonny Greenwood van Radiohead, aangevuld met drummer Tom Skinner van Sons Of Kemet - begon als een lockdownproject en bracht onlangs debuutplaat ‘A Light For Attracting Attention’ uit. Wanneer Thom Yorke muziek maakt, zijn er alvast een heleboel Radiohead-adepten die mee zijn, ook al kon The Smile in de vijfenzeventig minuten durende set geen enkele hit voorleggen. Opener The Same leunde heel erg aan bij het solowerk van Yorke, maar een nummer als The Opposite was nog net iets meer kenmerkend voor de set. Dat nummer dreef op een groove, een vibe, met Thom Yorke op basgitaar en Jonny Greenwood wiebelend met het haargordijn. Het was simpel: of je liet je op die vibe meevoeren of je haakte af. Af en toe mocht er stevig gerockt worden, zoals in We Don’t Know What Tomorrow Brings en heel af en toe passeerde er een echt liedje dat mettertijd misschien zou kunnen uitgroeien tot een klassieker. En dan denken we vooral aan Skirting On The Surface. The Smile was dus vooral een concert voor de fans van Radiohead en het solowerk van Thom Yorke. Het was geen makkelijke muziek, maar het deel van het publiek, dat mee zou zijn geweest met Radiohead, was dat ook met The Smile. En er was nog iets vreemds: Thom Yorke bleek zelfs PLEZIER te hebben. Hij glimlachte van begin tot einde, plaatste hier en daar een dansje en leek oprecht blij om daar op het podium te staan. Misschien was er dan toch een reden waarom die nieuwe band de onnozele naam The smile had meegekregen.
Een eerste TW Classic met meerdere podia en dus ook een TW Classic, waar je noodgedwongen dingen moest laten schieten. Om een goeie plaats te vangen voor het concert van Florence + The Machine hebben we Placebo maar gelaten voor wat het was. Want Florence in een tent op een festival, dat is een behoorlijk unicum geworden. Haar optreden bewees ook al meteen wat een live ervaring met muziek doet. Waar we Florence een beetje beu waren op plaat, bracht de rosse hogepriesteres de muziek helemaal tot leven met deze set. De eerste rijen waren bevolkt met jongens en meisjes met bloemenkransen in het haar en glitter in het gezicht en geen enkele vezel in ons lichaam wilde daar ook maar heel eventjes cynisch over doen. Florence wordt vereerd door de fans, in die mate dat het iets van een sekte krijgt. Eén van de fans op de eerste rij beleefde alvast een moment om nooit meer te vergeten: tijdens de intro van Dream Girl Evil kwam Florence afgedaald, ze legde haar hand op het gezicht van het meisje en zong de hele intro oog in oog. “I’ve been touched by the goddess”, tweette het meisje achteraf.
Florence stond er getrouw op blote voeten en in een kleed dat ergens gedurende het concert gescheurd zou raken, net zoals die vorige keer dat ze in een tent op Rock Werchter speelde, in 2009. Vol overgave danste en sprong ze en dat deed de tent met haar. De setlist was goed uitgebalanceerd tussen euforiemomenten en rustpunten, met ook de nieuwe nummers uit ‘Dance Fever’, die als vanzelf binnen het geheel pasten. Florence leidde de boel. De ene keer liet ze iedereen zo lang mogelijk springen, een tweede keer – tijdens Dog Days Are Over – maande ze iedereen aan om de gsm weg te stoppen en in het moment te zijn. Een derde keer werd het muisstil enkel en alleen omdat zij de vinger op de lippen legde. Het was opzienbarend hoe de euforie zich ook van ons meester maakte. En toen dachten we: dit is de meerwaarde van een live show. Dit is hoe je muziek tot leven brengt. Dat slot in The Barn was misschien wel het grootste cadeau dat Florence + The Machine had kunnen krijgen.
Tot slot, die andere grootmeester. De hogepriester. Wat valt er nog over een concert van Nick Cave te zeggen dat niet eerder al geschreven is? Ja, het was weer ontzettend goed. En ja, ook al waren die torenhoog, hij overtrof opnieuw onze verwachtingen. Het blijft opvallend hoe goed de bijna vijfenzestigjarige zanger in conditie is. Hoe gezwind hij de trappen van het podium nog op en neer sprong.
Dit was het eerste concert met The Bad Seeds in België sinds Rock Werchter 2018. De boel werd letterlijk op gang getrapt met Get Ready For Love: meteen knallen, geen opwarming nodig. Al heel snel ging Cave richting publiek, waar hij een catwalk had die hij in alle richtingen tot op het randje verkende. Na die opener volgde There She Goes, My Beautiful World, een tweede nummer uit de dubbelaar ‘Abattoir Blues / The Lyre Of Orpheus’. The Bad Seeds waren aangevuld met drie gospelzangeressen zodat die nummers nog eens opgeraapt konden worden. Later zou ook het prachtige O Children, ook uit die periode, geserveerd worden, maar daartussen zat een woest tien minuten durende From Her To Eternity. Drie nummers ver en de boel was al aan flarden gespeeld.
Cave anno 2022, dat wil zeggen dat er ook ruimte moet worden gemaakt voor intimiteit. Bright Horses luidde een rijtje nummers in dat in het teken stond van rouw, waarmee we de cyclus instapten die de Australische zanger de laatste jaren had doorgemaakt na de dood van zijn zoon Arthur in 2015. Net voor Bright Horses wilde een fan zijn gsm-schermpje aan Cave laten zien. Daar stond een foto van de overleden zoon van de zanger op. Cave leek niet goed te weten hoe te reageren, zei dan maar “Yeah that’s my son”, maar de pijn van het moment was op zijn gezicht te zien. Ja, hij heeft fanatieke fans en het kleine moment leek ons een neveneffect van geadoreerd worden door je fans en hen laten meeleven in je rouw, maar het leek ons toch behoorlijk ongepast. Dat Cave zich daar snel van herstelde is bewonderenswaardig. I Need You en Waiting For You volgden, het ene nummer al intiemer dan het andere. In de outro van I Need You herhaalde Cave “just breathe, just breathe, just breathe”, als een herinnering aan zichzelf dat het uiteindelijk wel allemaal goed zou komen, als hij dat maar bleef doen.
Tupelo kondigde dan weer een storm aan. De donderende bas in het nummer sloot perfect aan bij het intussen uitgeregende publiek. Nick Cave is een rasperformer en lijkt alleen maar beter te worden in die rol. De zelfrelativering van wat hij doet druipt ook van de man af. Hij grapte over Red Right Hand (“Fifty years and one hit”), relativeerde zijn eigen rol als ceremoniemeester toen hij “Yeah Yeah Yeah!” riep en het publiek dat prompt herhaalde (“This is easy”) en grapte over zijn eigen haar dat door de regen helemaal in de war was komen te liggen (“We’re gonna do another song, but I need to try to fix my hair first”).
De man heeft ook oog voor detail: toen hij de tekst van Red Right Hand aanpaste naar “You’ve all got a fucking raincoat / why don’t you give me one?”, kreeg hij prompt een rode poncho toegeworpen. Hij keek er eens raar naar en wierp ‘m dan terug, precies naar de persoon waar hij vandaan kwam. Liever een nat kostuum dan te performen in een rode poncho.
Want nat was het, meer dan eens zei Cave dat zijn catwalk “slippery” was en toch bleef hij net dat ene wandelstrookje opzoeken, al was het zodanig krap dat we vreesden dat hij eens een keer zou uitglijden en vallen. In Higgs Bosom Blues liet hij zich dragen door het publiek. We weten dat hij dat doet en toch blijft het indrukwekkend om te zien hoeveel vertrouwen hij in die momenten in het publiek stelt: ze houden hem letterlijk en figuurlijk overeind.
Met City Of Refuge zat een oud nummer in de setlist dat opnieuw was opgevist, een nummer dat Cave op gang blies met de mondharmonica. Een dansbaar dingetje ook. Met White Elephant – geplukt uit ‘Carnage’, de plaat die Cave maakte met Warren Ellis in lockdowntijden – kwam de pure euforie de setlist binnen, terwijl Into My Arms nog net dat beetje schoonheid erbij kreeg door de toevoeging van de backing vocals.
Hoewel een setlist van Nick Cave altijd enkele getrouwen telt – ook deze keer waren The Mercy Seat en The Ship Song erbij – zijn er ook altijd enkele verrassingen. De grootste van deze setlist was Vortex, geplukt uit ‘B-Sides & Rarities (Part II)’ dat vorig jaar uitkwam. Het nummer werd oorspronkelijk voor Grinderman geschreven, maar bleek toch meer een Bad Seeds-nummer te zijn. Hier was het het enige matige nummer in een verder perfecte setlist. Want Warren Ellis hoeven we nu niet meteen een gelikte gitaarsolo te horen spelen. Daar zijn andere artiesten voor.
Afsluiten deden Nick Cave & The Bad Seeds met de intimiteit van Ghosteen Speaks en ook dat is durven. Zo werden de fans niet op een high huiswaarts gestuurd, maar met warmte in het hart. “I think my friends have gathered here for me / I think they've gathered here for me / to be beside me”, zong hij hier. Zoals Cave al in het begin waarschuwde: get ready for love.
Nick Cave blijkt in deze periode van zijn carrière niet in staat om een slecht concert te spelen. Elke keer is het magistraal. De superlatieven zijn stilaan op, wat moet een mens dan nog? Laat ons besluiten met te zeggen dat we blij zijn om in hetzelfde tijdperk dat Nick Cave te mogen leven. We wensen hem nog vele levensjaren en ons nog een heleboel van zijn concerten.
Deze TW Classic stond in het teken van terugkeer. Een terugkeer aar een volle festivalweide. Naar de euforie van live muziek. Van verlepte friet en veel te dure pasta. En de terugkeer van Nick Cave met de Bad Seeds aan zijn zijde. Volgend jaar komt Bruce Springsteen. Ook dat wordt een terugkeer in alle grootsheid. Wij zullen erbij zijn, maar geef ons nog even de tijd om na te genieten van deze editie.