The Murder Capital - Donkere intensiteit
Botanique, 11 februari 2020
Angst is een slechte raadgever. Dus lieten we ons dinsdagavond niet tegenhouden door de naweeën van storm Ciara noch door de grauwe omgeving van het Brusselse Noordstation om naar de Botanique te gaan. Daar zou postpunkrevelatie The Murder Capital immers het debuutalbum ‘When I Have Fears’ komen voorstellen aan een gretig publiek.
Van voorprogramma Junior Brother zagen we nog plusminus tweederde, maar dat was ruim voldoende. Deze jonge kerel debuteerde vorig jaar met het album ‘Pull The Right Rope’ en speelde in de Orangerie het laatste van een reeks optredens samen met mede-Ieren The Murder Capital. Ronan Kealy - want dat is zijn echte naam - gaf zelf aan dat zijn akoestische, folky gitaarliedjes muzikaal ver verwijderd liggen van de exploten van de hoofdact van vandaag, maar hij stak zijn dankbaarheid en respect voor hen niet weg. En dat was, zo zou later blijken, wederzijds. Zijn muziek, vooral dat op het randje van het irritant balancerende stemgeluid, kon ons dan weer minder bekoren.
We voelden veel anticipatie en spanning in de lucht voor The Murder Capital, een groep die ons tijdens Sonic City 2019 nog volledig had weggeblazen. Zouden ze dat in een uitverkochte Botanique kunnen herhalen? De spanning bleef alvast nog even aanhouden, want het concert opende met twee op een verduisterd podium afgespeelde, claustrofobische songs van de eveneens uit Dublin afkomstige band Burnt Out. Dit bij wijze van eerbetoon aan hun zanger en tekstdichter Paul Curran, die twee jaar terug op jonge leeftijd overleed.
Een tweede verschil met het optreden in Kortrijk vorig jaar, dat geleidelijk naar een climax opbouwde, openbaarde zich meteen hierna. De vijf lefgozers stapten zelfverzekerd het podium op en staken meteen van wal met een van de bekendste en meest catchy nummers, de meebrulsong More Is Less. Het duurde niet lang alvorens zanger James McGovern de zaal insprong en het vuur bij de opgehitste fans nog wat aanwakkerde. Van een blitzstart gesproken!
Gedurfd was ook dat de band daarna terug een versnelling lager schakelde met het epische Green & Blue, vooral drijvend op het ritme dat drummer Diarmuid Brennan zes minuten lang wist aan te houden. Ook het naadloos in elkaar overvloeiende tweeluik Slowdance I en II moest het vooral van sfeer en intensiteit hebben, maar slaagde er moeiteloos in ons te beroeren.
Vooraleer het zachte, getormenteerd klinkende On Twisted Ground in te zetten, benadrukte McGovern het belang van respect en goede vrienden. Ruwe bolster met een blank pitje? Tijdens het daaropvolgende Love, Love, Love riep de frontman dan weer een meisje uit het publiek naar voren om haar op de mond te kussen. Ook nu weer groeide dit prachtige, sfeervolle nummer uit tot één van de absolute hoogtepunten van het concert.
Tijdens de finale werden opnieuw alle registers opengetrokken en mocht er weer gepogood worden. Eerst met het heerlijke, door de fans enthousiast meegescandeerde For Everything, op de hielen gezeten door het al even onweerstaanbare en urgente Don’t Cling To Life. En dan moest onstuimige debuutsingle Feeling Fades zowaar nog komen, waarin de van attitude bulkende zanger McGovern nogmaals de zaal indook en letterlijk op handen gedragen werd door de toeschouwers. Een mooi orgelpunt van een alweer zonder meer geslaagd concert van The Murder Capital in ons land!