The Murder Capital - When I Have Fears
Human Season
Er zijn jaarlijks platen die door de mazen van het daMusic-net glippen. We zijn ook maar mensen met twee oren en met de snelheid waarmee onze muzikale brievenbus steeds gevuld wordt, kan het al eens gebeuren dat een album geen review krijgt. Tijdens de grote eindejaarsschoonmaak op de redactie vonden we ‘When I Have Fears’ van The Murder Capital en deed het album op de valreep een gooi naar beste plaat van 2019.
De uit Dublin afkomstige band hoort bij het groepje van UK-(post)punkbands die de laatste jaren zijn ontstaan. Denk aan IDLES, Shame, Slaves en landgenoten Fontaines D.C., maar The Murder Capital weet zich bij dit debuut al meteen te onderscheiden van die genregenoten. Voor het album deden ze namelijk beroep op Flood, de legendarische producer van onder meer U2, PJ Harvey, Nick Cave en Nine Inch Nails. En dan weten we dat het goed zit.
Wanneer een plaat ons al van bij de eerste seconden bij de lurven grijpt, weten we dat het goed zit. For Everything opent met feedbacksignaal dat aan een neerstortend vliegtuig doet denken en ontaardt in een gejaagde ritmesectie die op de hielen gezeten wordt door een snerpende riff. Als zanger James McGovern de strot opentrekt, flitsen we helemaal terug naar de jaren tachtig.
More Is Less is een song over de consumptiemaatschappij en een constant verlangen naar meer. Een zwaar onderwerp, maar de perfecte postpunksingle met een meebrulbaar refrein. Minder hapklaar is Green & Blue, maar dat maakt het nummer er niet minder heerlijk op. Voor werken als deze werd destijds het woord epos bedacht. Drummer Diarmuid Brennan houdt met een ontzagwekkende oerkracht zes minuten lang een ritme aan om U tegen te zeggen. Het nummer zelf bevat drie segmenten en bereikt het hoogtepunt met een subtiel gitaarlijntje dat garant staat voor kippenvel.
Na zo'n dreun van jewelste schotelt de band ons het tweeluik Slowdance I/II voor. Tijdens deze songs toont The Murder Capital dat ze meer in huis hebben dan lawaaierige, dreunerige postpunk. Het eerste hoofdstuk gaat geruisloos over in deel twee, maar beide zijn perfect afzonderlijk beluisterbaar. Moesten we niet beter weten, dan zou het de soundtrack van een grootstad in verval kunnen zijn. Gelukkig gaat het met Dublin weer de goede richting uit.
Nog een ander facet van de band valt te horen tijdens On Twisted Ground. Snaren, feedback en een getormenteerde stem wekken een oprechte traan op, maar balanceren evenwel op de slappe koord, waarop Editors destijds de strijd met de zwaartekracht verloor. Feeling Fades brengt weer orde op zaken en gebruikt daarvoor een knoert van een gitaarriff. Don’t Cling To Life klinkt als een crossover van The Clash en U2 op vijfenveertig toeren: een leuk tussendoortje, maar niet meer dan dat.
Nadat de adrenaline ons weer aan tweehonderdveertig kilometer per uur door de aderen pompt, besluit de band bruusk op de rem te gaan staan. How The Streets Adore Me Now is een ballade die ons doet hopen dat er ooit een samenwerking tussen Nine Inch Nails en Tom Waits komt. In de tussentijd nemen we genoeg met dit minimalistische pareltje.
Als er één opmerking mag zijn die we de heren van The Murder Capital mee willen geven, is het de volgende: deel jullie volgende plaat beter in. De songs zijn van hoog niveau, maar de schikking haalt soms de kadans eruit. Afsluiter Love, Love, Love is dan weer meesterlijk geposteerd achter de eerder vermelde, kalme ballade, een ideale "post-credits scene" zouden ze zeggen in de filmwereld.
Enkele maanden geleden gaven we de titel van album van het jaar aan The National en we komen niet graag terug op onze woorden. Helaas dienen Matt Berninger en de zijnen op de valreep genoegen te nemen met zilver, want The Murder Capital blaast ons keer op keer weg met dit heerlijke debuut.
The Murder Capital staat op dinsdag 11 februari in de Botanique. Er zijn nog tickets verkrijgbaar.