Sonic City 2019 - Just another Sonic Sunday
Depart Evenementenhal, 7 november 2019 - 10 november 2019
Op zaterdag had Cate Le Bon de overhand in de Sonic City affiche maar op zondag mocht vooral Shame de stekjes in het festivalschema invullen. Onze trommelvliezen en zweetporiën hebben het geweten.
De jongens van Shame zagen hun curatorschap ook als een springplank voor bevriende groepjes. Zo stak PVA voor het eerst het Kanaal over. Het gerucht gaat dat het drietal samen naar 'Trainspotting' keek en prompt besloot een band te starten. De echo’s van Chemical Brothers of Underworld met een laagje trance en een beetje nineties-acid, bleek een prima recept om de dag op gang te trekken. Ongeveer tegelijkertijd stond beneden OMNI klaar om de Europese tour af te trappen. De band uit Atlanta met onder andere Frankie Boyles in de rangen, die ten tijde van ‘Monomania’ bij Deerhunter speelde, kwam in Kortrijk het overwarme album ‘Networker’ voorstellen. Die plaat konden we erg smaken maar het optreden hield de aan Television schatplichtige postpunk ietwat op de vlakte zonder een verrassend haakje. Zanger-bassist Philip Frobos was wel zeer dankbaar dat het publiek al vroeg was opgedaagd, trouwens een traditie op Sonic City, want geen enkele muzikale fijnproever wil een misschien-te-ontdekken band missen.
Na hun wervelende passage op Leffingeleuren een paar maand geleden, keken we enorm uit naar het weerzien met Squid. Een toetsenist die het optreden op gang trekt met de koebel, een bassist die langs je ruggegraat scheert, een zanger en drummer die elk de hoogste stem willen voeren en een gitarist die al meteen checkt wat hij onconventioneel uit zijn snaren kan schudden: een razende mix in de grote zaal al vanaf dat opener The Cleaner het vuur aan de lont stak. Een korte lont want tegen de tweede song - nota bene een nieuw lied - stond Sonic City al in de fik. De gekheid van The Rapture versmolt met de witschroeiende genialiteit van Foals of – recenter – Black Midi. Wat ons betreft had het vijftal uit Brighton nog uren mogen doorgaan, ware het niet dat er nog een dozijn artiesten op het menu stonden.
Met drie podia geldt ook voor Sonic City dat kiezen verliezen is. We bleven even bij de nachtclubpop van Jerkclub in de bovenzaal, maar zakten toch maar af naar de band die we iets vetter hadden aangestipt op het parcours. De kleine zaal beneden was volgepropt en tot buiten probeerden nieuwsgierigen een glimps op te vangen van Black Country, New Road. We olieden de ellebogen en wrongen ons binnen. Het optreden van de zevenkoppige Britse band had meer van een beleving dan van een concert. Net als bij Arcade Fire was er altijd wel iemand die inviel of een hoekje van de sound hakte. Met een basisbezetting, aangevuld met een viool en een sax, kon het alle kanten uit, met de grilligheid die ook een band als Tortoise typeert. Zo pikten we al eens een Afrikaans ritme of een Oosters riedeltje op. De parlando van de gitarist, die als een rode draad onder de songs hangt, maakte het geheel nog spannender en enigmatischer.
Intussen was ook de grote zaal volgelopen voor The Murder Capital. Velen keken uit naar deze band uit Dublin en de verwachtingen werden dubbel en dik ingelost – tot de slotnoot van het festival, maar daarover later meer. De Ieren leken aanvankelijk het zoveelste postpunk-doorslagje (inclusief irritante poses), maar ontpopten zich tot wat voor velen het hoogtepunt van Sonic City 2019 werd. Elke song dreef op een onweerstaanbare "fond" die door de drummer en bassist gelegd werd. Voeg daar een laag gitaren en de nu eens wanhopig weemoedige en dan weer donker dreigende zang aan toe en je creeert een spanningsboog die alsmaar meer op springen stond. "Er hangt heel wat energie in de zaal en, in het aanschijn des doods, laten we feesten. Cheers!“, het was zanger James McGoverns vreemde inleiding tot Don‘t Cling To Life en tegelijk een keerpunt in de set. Wat volgde was knettergekte waarbij McGovern zelf het publiek in dook, een andere stagediver een zetje gaf zodat die wel heel ver kon vliegen en waarbij prettig gestoorde bassist Gabriel Blake plots achter ons op de geluidstoren opdook. More Or Less en Feeling Fades waren de genadeslagen van één van de beste optredens die we dit weekend zagen. Op 11 februari staat The Murder Capital in de Botanique (wij kochten direct na de show al impulsief onze tickets).
Met dit hoogtepunt op zak was het daarna een beetje ronddwalen op Sonic City (en tijd om niet alleen de oren maar ook de maag eens te verwennen). In de bovenzaal zat Jessica Pratt onzichtbaar op een laag podium, aan het zicht onttrokken van iedereen die niet op de eerste rij stond. Van de nood een deugd makend, konden we met de ogen dicht wegdromen. Pratt vormde de bomvolle bovenruimte eventjes om tot een muisstille oase. Ook dat was Sonic City. Wie zich ongemakkelijk voelde bij de oorverdovende stilte kon zich een verdieping lager laven aan de snoeiharde live techno van Scalping. Als we meegeven dat de gitarist een T-shirt van Sunn O))) droeg, hoeven we zeker niet meer te staven dat het Luid met hoofdletter L was? In de grote zaal mocht Mykki Blanco zich intussen opwarmen om zijn gimmick nog eens op te voeren. Eerst onzichtbaar in de rookwalmen op het podium, maar na een paar nummers in de ware biotoop: tussen het publiek in de zaal. Drie kwartier lang jutte hij de zaal op terwijl de dj naar een climax toewerkte die explodeerde met No Good van The Prodigy.
Tijd voor alweer een dilemma. Of toch niet, want de synthpop meets minimal wave van het duo Boy Harsher kon ons maar matig boeien zodat we zonder "fear of missing out" richting Corridor konden. Collega (pvg) tipte de band die een paar dagen eerder nog voor drie man en een paardenkop in Trix speelde. En hij had verdomd gelijk. De band uit Quebec deed denken aan Parquet Courts of Ride of perste eigenlijk gewoon een paar decennia indierock in de eigen sound. Om even het vocabularium van The Chills te lenen: elke song had iets van een "heavenly pophit". Hoe de in het Frans zingende band uit Montreal op het curator-lijstje van Shame terechtkwam, weten we niet, maar het was wel een onverwacht hoogtepunt. Toen we na middernacht nakaartten over deze editie en de laatste drankbonnen opconsumeerden, ging de naam van Corridor nog steeds over de tongen.
Dit was de dag van Shame, maar ook Cate Le Bon had nog twee artiesten op de affiche staan op zondag. Vroeg op de dag hadden we al genoten van de donkere synths van Tony Njoku, in prime time stond Deerhunter geprogrammeerd in de grote zaal. Het gaat duidelijk al een tijdje niet goed met Deerhunter-brein Bradford Cox ("ik heb vandaag al drie keer met mijn hond geskypet") en ook het optreden in Kortrijk slabakte helaas enigszins. Het recente werk ging nergens heen, bijna op het pijnlijke af, maar we trokken ons op aan geniale flitsen uit het verleden zoals Take Care, Agorophobia of de ruime selectie uit het tien jaar oude album 'Halycon Digest‘. Cox vertelde dat Cate Le Bon al naar huis was en dat hij gerust een aantal bands op de affiche had willen inruilen om haar terug in Kortrijk te krijgen "of toch tenminste onszelf". We vonden dat ter plaatse geeneens een slecht idee.
Ook de ultrahippe r&b van Velvet Negroni kon maar matig boeien (en aan de povere opkomst in de bovenzaal te zien, gold dat niet alleen voor ons) dus haalden we nog eens de oordoppen boven om Blanck Mass te ondergaan. De helft van Fuck Buttons vergreep zich inderdaad aan de knoppen en beukte rechtstreeks op de trommelvliezen in. Achteraan in de set zat het naar Aphex Twin knipogende meesterwerkje Please, waarna Benjamin John Power de set omgekeerd evenredig met de leegloop richting Shame genadeloos liet ontploffen met Creature / West Fuqua en House vs. House. Wat daarna nog gebeurde met de laatste vijftien aanwezigen, moeten we u ook schuldig blijven.
Op die ene band had iedereen de hele dag (of het hele weekend) staan wachten: Shame. Sinds het zootje ongeregeld uit Zuid-Londen twee jaar geleden mocht openen voor Sleaford Mods op Les Nuits Botanique, werden ze terecht richting roem gekatapulteerd. De laatste show van Sonic City was misschien niet de meest muzikaal hoogstaande maar wel de wildste van het weekend. Al bij opener Another werden de vrienden van The Murder Capital uit de coulissen gelokt om het publiek in te duiken. We zagen een mooie synchroonstagedive. Bassist Gabriel Blake zou de rest van het optreden over de hoofden blijven zweven. Voor het podium voltrok zich een eindeloze moshpit. Een dag eerder verdween een deel van het materiaal van de band in Ijsland (we merkten er in Kortrijk weinig van), in het gewoel van Sonic City sneuvelden een resem brillen en gsm’s, maar zanger Charlie Steen was achteraf zo attent om het publiek te vragen om de gevonden voorwerpen in te leveren aan het podium. Het leek alsof Shame alle energie uit de optredens van de dag nog eens opslorpte en terug uitspuwde. Wat een afsluiter van een dag die de hoogtepunten aaneenreeg. "Sonic City fucking Festival", vatte Charlie Steen het samen. We zouden hem niet durven tegenspreken!