Strand Of Oaks - Wanneer band en publiek één worden
Ancienne Belgique, 6 februari 2020
Af en toe komt het bij ons op dat we misschien eens een meer huiselijke hobby moeten overwegen in plaats van een aantal keer per week de concertzalen af te schuimen. Maar dan is daar iemand als Timothy Showalter om ons weer met beide voetjes op de plakkerige vloer te zetten. Wat een prachtig concert gaf hij ons met Strand Of Oaks in de AB! Lang geleden dat muziek ons nog zo diep en intens kon raken.
Showalter deed tijdens de set een paar keer beroep op de stem van Ella O’Connor Williams. Dus kon ze als haar alter ego Squirrel Flower evengoed het podium op als voorprogramma (of ging het omgekeerd?). De Amerikaanse kon uitpakken met een mooie stem, maar de songs bleven niet kleven. Heel even kreeg ze de vollopende zaal toch enthousiast met de vraag of er fans van Tom Waits in de zaal waren (waarop ze een cover van diens Hold On bracht).
Minder lauw liet Timothy Showalter ons, toen hij dolblij en dankbaar het podium opkwam, met gebalde vuist een “Let’s do this!” scandeerde en “1-2-3-4”-gewijs opener Radio Kids inzette als was hij The Boss zelve. Zelden werden we zo abrupt en overweldigend meegezogen in een concertverhaal. Song na song etaleerde Showalter zijn vakmanschap als songschrijver, begeleid door drie muzikanten waar hij erg fier moet op zijn. Samen stuwden ze elke song naar een apoteose waarbij Strand Of Oaks de zaal leek op te tillen. Zo was er na een virtuoze uithaal van zijn gitarist in Same Emotions een geniaal zalige terugkeer naar de hoofdlijn van het lied of mondde de opbouw van het aanvankelijk ingetogen Eraserland uit in collectief kippenvel.
“Tim, we love you!”, riep een fan. “I love you too. Every single fucking one of you”, glimlachte Showalter euforisch terug. En hij meende het uit de grond van zijn hart. Toen hij even later moederziel alleen op het podium bleef, beweerde hij doorgaans nerveus te zijn op zo’n moment,“maar ik ben bij familie”, stelde hij zichzelf gerust. Hij vroeg of het ok was dat hij een gloednieuw nummer zou spelen, waarop hij alleen en breekbaar het bloedmooie Cosmic Dust bracht. De zaal verstilde en toen aan het eind van het lied een opmerkelijk lang applaus losbarstte, zagen we Showalter een traan wegpinken. Na een tweede song in zijn eentje, Shut In uit ‘HEAL’, nam hij uit respect voor de AB even de hoed af. Intussen hing er een soort van extase over de zaal.
Net toen we dachten dat we het hoogtepunt van het concert nu wel hadden gehad, riep hij de band en Squirrel Flower terug en ontspon Forever Chords zich tien minuten lang tot een tijdloze trip, waarna Weird Ways alweer in een extatische finale strandde - we hoorden hem nogmaals "I love you Belgium!", schreeuwen - overvloeiend in een vanouds subliem Goshen 97. Moeten we nu echt over élk nummer zo lyrisch doen? Ja. Ja, echt! Intussen waren band en publiek één geworden en klonk de zin "all the way / I keep messing it up", aan het eind van Rest Of It als een anthem van een generatie dat ieders levensfrustraties terstond omsmeedde in gedeelde, positieve energie.
Eerder op de avond bezong hij in Cosmic Dust Jimi Hendrix’ allerlaatste concert in Duitsland in 1970. Zijn ode aan een andere muzikale held mocht een magistraal slot breien aan de avond. Hemd uit en hoed weg, maakte Showalter zich op om met bisnummer JM - over de betreurde Jason Molina (Songs:Ohia) - twaalf minuten lang elke vezel in ons lijf te raken. Een concert waarvan we waarlijk aangedaan waren. Een avond om te koesteren. Als we eens een minder moment hebben, zullen we voortaan "I got your sweet tunes to play" mijmerend Strand Of Oaks laatste plaat ‘Eraserhead’ opzetten.