Leffingeleuren - The last big weekend of summer
De Zwerver, 15 september 2023 - 17 september 2023
Het is een traditie zonder meer, ergens half september mag Leffingeleuren het festivalseizoen in schoonheid afronden. Wij waren er op dag 2, zaterdag, en zagen dat het alweer goed was. Zonder echt grote headliners mocht de organisatie toch het bordje 'uitverkocht' bovenhalen. Het is een mooi schouderklopje voor een groep mensen die het muziekhart op de juiste plaats hebben. Het publiek toonde hun dankbaarheid door al vroeg op post te zijn om van de muzikale ontdekkingsreis te smullen. Ook al waren alle festivalarmbandjes verkocht, toch voelde het nooit echt druk en was het nooit aanschuiven om in een van de vier zalen/podia binnen te raken. Zo hebben we het graag.
Toen we in Leffinge arriveerden, was het aan de Busker Street - het buitenpodium dat jong talent een kans geeft - al sfeervol, maar wij trokken direct naar Zaal De Zwerver waar Fake Indians de spreekwoordelijke spits zouden afbijten. Ondanks het zonnig weertje buiten was er al aardig wat volk in de grote zaal voor deze noiserockers uit Antwerpen. Iemand naast ons in de zaal corrigeerde de MC van dienst door "uit Turnhout!" (lang geleden zongen de portables ook al "it's better to turnhout than to fade away"...).
Tweede plaat 'Inforock' verscheen een paar weken geleden (digitaal, op het vinyl is het nog even wachten) en daar kregen we in Leffinge een goede greep uit. De pittige noiserock was al even zwaar verhittend als de zon buiten, maar wel een ideaal ontbijt om onze festivaldag op gang te trekken. Dat vond de band zelf ook want ze gingen gretig over de hen toebeelde tijd. Terwijl 27 Okay nog nadreunde in onze oren, begaven wij ons toch voorzichtig richting het volgende concert dat we hadden aangestipt op de line-up.
We belandden in een compleet contrast bij het sfeerërieke Echo Beatty. De band rond Annelies Van Dinter vulde de Apollo-tent met muzikale warmte. Ondanks de zomerse temperaturen trokken we het donkere dekentje graag over ons. Het trio plukte vooral uit het dit jaar verschenen 'Vision Glitch' met als uitblinker misschien wel Just Because - wat een machtig drumspel! - of kiezen we toch voor Ghosts Of Past Lovers? Dat Echo Beatty vooral in het heden leeft, bleek toen een nummer uit de vorige plaat, Hunger Hunger, nu al als een "oudje" werd aangekondigd. Een mooi, betoverend optreden dat ons al helemaal in stelling bracht voor de duyster-sessies die een paar uur later nog zouden volgen.
Wie zong ook weer: "Liever snel naar de hel dan traag naar de hemel"? Traag naar de hemel gingen we met Echo Beatty, maar al meteen daarna was het snel naar de hel met Peuk. In de grote zaal van het festival was het bakje vol voor Peuk en dat was terecht want het Limburgse trio rockte andermaal de natie zonder totentrekkerie. Drummer Dave Schroyen is de lange haren dan wel kwijt, hij mepte als wou hij die vermaledijde kapper tot pulp herleiden. Bassist Jacky Willems bedankte iedereen om zo voltallig aanwezig te zijn - "Zelfs op de trappen" - en maakte flauwe grapjes over het bier - "Kan de organisatie Cristal eens bellen?" - en over het nep-voortijdige einde van de set - "Nee, wij zijn niet Cocaine Piss, zoals iedereen dacht toen we begonnen". En zangeres-gitariste Nele Janssen dan? Wel, mocht het ons lief zijn, we zouden haar zinloos razend boos maken, al was het maar om haar zo heerlijk te horen schreeuwen. Weet je wat het strafste was van deze show? We waren stapelzot van de eerste, titelloze plaat en het feit dat geen enkel nummer van die plaat de setlist haalde, kon ons eigenlijk geen bal meer schelen. Kill your idols, of zoiets? Zinderend optreden!
Op naar alweer een contrast. In de Apollo gaf Runnner het eerste Belgische concert. "Straks in de kerk speel ik andere songs. Nu krijgen jullie de luide songs". Na Peuk is alles natuurlijk relatief. Dus klonken Noah Weinman en band best wel braafjes. Iemand in onze compagnie vond het "een beetje te veel Coldplay" en droop voortijdig af. Toegegeven, weerhaakjes vind je in de muziek amper terug. Toch verleidde Runnner ons sluimerend met zijn mooie songs. We hoorden songs uit de twee platen van de band, maar we besloten dat dit een grote-band-in-wording is, toen een paar nog niet gereleasete nieuwe nummers zich ontpopten tot het hoogtepunt in de set. Frame had ronduit alles en de echo's, die weerklonken in Achilles' End, konden ons ook wel bekoren. Wie zich afvraagt waarom de bandnaam een extra -n- heeft, kreeg van Weinman een simpel antwoord: Runner met twee n'en "was already taken".
Een paar uur later speelde Weinman solo een duyster-sessie. Aanvankelijk greep ons dat iets minder aan, maar ook uitgebeend onderstreepten songs als Untitled October Song en Strip hoe goed Runnner het songschrijverschap onder de knie heeft. In de kerk sloot hij onder goedkeurend oog en oor van Ayco en Eppo af met It Might Disappear. "Het is zo cool om in een kerk te spelen, I never heard my voice so large". We vermoeden dat Runnner hier net zo fel van genoot als wij.
Zeiden we al dat Leffingeleuren vol contrasten zat? Na het vredige gebeuren bij Runnner, kregen we in de grote zaal een spervuur van weerhaakjes van Deadletter. De band uit Londen is één van de wervelendste live bands van dit jaar. En dat was in Leffinge niet anders. Een karrevracht aan energie en bliksem, een frontman die geen shirt hoeft uit te trekken, omdat hij van meetafaan in blote bast het podium opstormt (en na tien minuten ook al de zaal in dondert) en een tiental songs die even simpel doeltreffend zijn als het oeuvre van pakweg Shame. Zac Lawrence zette de zaal persoonlijk in de fik en bleef na elke song aandringen dat we dichterbij moesten komen. Een wilde rit van begin tot eind met Zeitgeist als zotte apoteose. Nu, een deel van de vorige zin hebben we lichtjes moeten interpoleren, want halfweg de set van Deadletter slopen we even naar buiten om in de kerk van Leffinge beschutting te zoeken van ons ketters bestaan (maar gelukkig waren we net op tijd terug bij Deadletter voor de genadeslag en het slotakkoord).
De duyster-sessies, die nu al voor de vijfde keer Leffingeleuren in voortijdig in mooie herfsttinten deden baden, zijn een rustpunt (en hoogtepunt) dat we niet wilden missen. King Hannah, eigenlijk de grootste naam op de affiche, mocht er de viering inleiden. De tandem Hannah Merrick en Craig Whittle was een gedroomde opener voor het-festivalletje-in-het-festival in de kerk van Leffinge met als mooiste moment de wisselwerking tussen de twee artiesten in Go-Kart Kid (Hell No!). Die song zou ook in de set met voltallige band, een paar uur later, een hoogtepuntje worden. In de grote zaal zette opener A Well-Made Woman de bakens uit van de donkere indierock. Tussen die bakens brachten ze vooral songs uit debuutplaat 'I'm Not Sorry, I Was Just Being Me', maar we kregen ook een respectvolle cover van State Trooper, een song ouder dan de bandleden, uit Springsteens 'Nebraska'. Een optreden lang hoorden we King Hannah een waaier aan invloeden samenvlechten tot een bloedeigen sound. Zo leek het gitaartje bij het kabbelende deel van Go-Kart Kid (Hell No!) weggeplukt bij Talk Talk. King Hannah blijft een razend interessante band die je live helemaal inpalmt.
Even terug naar de kerk waar, Aure als tweede artieste mocht aantreden. Met amper twee liedjes op Spotify was de Franse duidelijk vereerd dat ze in Leffinge mocht spelen. Ze propte zeven liedjes in de korte showcase van twintig minuten en sprong daarbij moeiteloos van Engels naar Frans naar Spaans (ze woonde naar eigen zeggen een tijdje in Mexico). De zangeres stond begrijpelijk onwennig op het podium maar veroverde heel wat hartjes, ook het onze. In november passeert Aure nog in ons land als support voor Marble Sounds en Ão.
King Hannah, Aure en Runnner speelden in de kerk een korte duyster-sessie, maar afsluiter Rozi Plain kreeg drie kwartier voor een volledige set. Daarin verstopte de Britse vooral songs uit het dit jaar verschenen vijfde album 'Prize'. Slechts één ouder nummer haalde Leffinge, Symmetrical uit het vorige album 'What A Boost', en daarrna ging het eventjes pijnlijk mis, toen ze zich luidop afvroeg "of de schoolkinderen op vrijdag dan verlof hadden gekregen"? Ze merkte dat het publiek niet mee was. Toen ze verduidelijkte dat het festival toch plaatsvond op een schoolterrein, merkte iemand pienter op dat enkel de backstage in het schoolgebouw was. Auwch. "Juist, daar komen jullie natuurlijk niet". Ergens was het ook een ijsbreker, want toen ze even later Blink (if You Love Me) zong, voelden we toch knipogen rond ons (of projecteren we nu enkel onszelf?). Een luchtig optreden waarbij de boog enkel gespannen stond, toen een strakke Pinback-esque baslijn Standing Up aankondigde.
Als de muziek in de kerk vaak bovenaards klonk, dan denken we bij het adjectief buitenaards spontaan aan Henge. Henge was één van de bands die je op het festival moest gezien hebben. En dat deden we dan ook. Nu, erg warm werden we niet van deze act die zelfs te "out there" zou zijn voor het Eurovisiesongfestival (mja, je weet maar nooit). Het klonk als Ozric Tentacles op vijfenveertig toeren (of was het nu achtenzeventig toeren?), maar de ovenkoek met beenham en mosterddressing, die we onderweg naar dit optreden hadden genuttigd, bleek helaas niet de juiste drug. We gaven de ko(s)mische kelk van deze druïdes met plezier door aan de aliens en acolieten in de zaal die zich richting trance begaven.
Daarvoor - Henge verwarde ons gevoel van tijd en ruimte nogal - zagen we in de Apollo-tent Lael Neale. Het was het laatste concert van de Europese tour en Neale verklapte dat "het als een geschenk voelde om op dit festival te spelen". Gewapend met de kenmerkende stem, een omnichord (een obscuur instrument waar je van alles kan uit tevoorschijn toveren) en een keyboardspeler begon de Amerikaanse uit LA aan de set. Maar ook nu weer moesten we kiezen en verliezen. We trokken na één song al naar de kerk om de duyster-sessie van Aure mee te pikken. Toen we terugkwamen, ruilde ze net het typische instrument in voor een gitaar. Een geslaagde tweede kans, want afsluiter Blue Vein, die ze in haar eentje bracht, ritselde mooi langs onze huid.
Een bandje waar we erg naar uitkeken, was Bar Italia. Het optreden begon met de mededeling dat de linkerhand van de gitarist verwond was, waardoor hij eenhandig keyboard zou spelen. "Je gaat iets speciaals krijgen", zei zangeres Nina Cristante. "En wij ook...". Het liep een beetje uit op een sisser, toen de band na acht nummers en amper vijfentwintig minuten alweer in de coulissen verdween. In die korte show waanden we ons vooral in een repetitiekot. De set brak geen potten, maar toch konden we genieten van de samenzang tussen de bandleden en pikten we een paar streepjes feelgood op. Een raar geval dat misschien welh een herkansing verdient (op 25 november speelt de band in Trix).
Eén van de verrassingen van de dag vonden we in het cafe: een drietal dat zichzelf Sergeant noemt, maar evengoed Blocfluit Party had kunnen heten. Inderdaad, behalve een arsenaal toetsen en knopjes, een gitaar en een bas bediende Sergeant zich (vooral) te pas en (soms) te onpas van al dan niet zelf gemaakte fluiten. Ondanks het blokfluittrauma, dat we overhielden aan de middelbare school, genoten we wel van het extra laagje gekheid die het rudimentaire instrument aan de sound van Sergeant toevoegde. Welke sound dan wel? Umm, we zetten hiervoor graag de joker in: als je niet weet hoe je de muziek van een band moet omschrijven, dan zal het wel fris en goed zijn, zeker? Dit klonk als een soort eighties avant-garde met een bassist die luidop droomde dat hij viel en de daad bij het dissonante woord voegde door zich vaker op de vloer van het café te laten vallen dan Jezus tijdens de kruisweg viel. Allerminst een gemakkelijk verteerbare hap, maar hoe lekker was dit!
Om middernacht moesten we een muntje opwerpen om te kiezen tussen Bolis Popul en The Psychotic Monks. We wipten heel even binnen bij de sympathieke Bolis Popul (nadat de mc van dienst hem nogal overuitbundig had aangekondigd, kwam hij op met de droge woorden: "Hier ben ik dan"), maar besloten de dag af te sluiten met de minder subtiele Franse monniken. We hoorden in de Apollo-tent een lange brij van songs, totaal punk en nihilistisch, maar tegelijk ook even grillig als Squid (één van de bandleden had trouwens een Squid-shirt aan). Geniale flitsen (qua lichtshow ook letterlijk te nemen) werden afgewisseld met nodeloze uitweidingen. De bandleden pikten doorlopend op elkaar in en geraakten uiteindelijk altijd wel terug op het juiste spoor, zij het met de stiptheid van de NMBS. Toen de band na afloop zwetend de instrumenten begon op te ruimen, klopte en smeekte de zaal nog om een bis die er niet meer kwam. Misschien nog best, want rond die tijd vertrok ook de carpool richting Gent. Moe, maar voldaan konden we napraten over een erg geslaagd dagje Leffingeleuren.