Nicolas Michaux - Amour Colère

Capitane Records

Amour Colère

Wat is er in deze tijd van streaming beter? Een coherent album maken of een verzameling songs samenstellen die allemaal singlewaardig zijn, maar niet meteen een link hebben met elkaar? Nicolas Michaux koos schijnbaar voor het laatste.

Voor wie de naam Nicolas Michaux geen belletje doet rinkelen: de man is een in België geboren en getogen singer-songwriter en producer. Hij bracht vier jaar geleden het goed ontvangen debuut ‘A La Vie A La Mort’ uit. De voorbije jaren pendelde hij heen en weer tussen Brussel en het Deense Samsø waar hij liedjes bedenkt en zijn tuin onderhoudt. Nu kan hij de oogst presenteren.

Beide hobby’s komen samen in albumopener Harvesters waarin duidelijk wordt dat hij niet alleen zaadjes zaaide in de vruchtbare grond van de tuin. “Got a child that I carry around in the tray my barrow / This was the nicest day we've ever shared / And you're the richest soil I'll ever sow.” Het is een gewaagde, maar grappige liefdesverklaring, dobberend op een luie beat en een lome, glanzende gitaar.

Die sound trekt Michaux bijna heel de plaat door. Alsof het in Samsø altijd zomer is. Maar doordat hij zowel in het Engels als het Frans zingt en ook af en toe uithaalt, zoals in het prima protestnummer Parrot, lijkt dit meer een verzameling losse songs, samengeschikt tot een bont boeket. Zelf zegt hij op een kruispunt te staan van verschillende tradities: het Franse chanson, de Amerikaanse songwriters, de Britse rock van de sixties en vroege new wave. En inderdaad, al deze invloeden vind je terug op dit album.

Af en toe kwamen een paar vrienden meewerken in dit muzikale tuintje. Op A Nouveau horen we drummer Yannick Dupont van Jawhar Basti en op Factory Town komt Ted Clark even bassen, maar behalve dat en de drums speelde Michaux alles zelf in. Zo lui en werkschuw als Enemies doet vermoeden (“The job counselor is my real enemy”) is hij dus toch niet.

En gesloten is hij ook niet. Soms wordt hij zelfs ongemakkelijk openhartig. Zoals de tipsy onbekende op de barkruk naast je aan de toog van je stamcafé, die je plots intieme details uit zijn leven toevertrouwt, maar dan wel spelend met woorden. Zo komt hij tot spitse vondsten als: “J’ai peur du cancer / même quand ça ne sert à rien”, in Cancer of “Un seconde chance pour la deuxième fois”, in Un Seconde Chance.

Met eerste single, het chanson-achtige Nos Retrouvailles waren we niet meteen mee, maar deze plaat schoot toch wortel na een tijdje. Geef ze ook een kans en je zal al snel merken dat je de deuntjes mee loopt te neuriën.

27 september 2020
Marc Alenus