Donder - De Wonderen
W.E.R.F.
Wat doen drie jazzmuzikanten op een stille zomerdag? Ze trekken zich terug in een oude zaal en nemen daar een plaat op, tiens.
Tenminste, dat deden de mannen van Donder: contrabassist Stan Callewaert, drummer-percussionist Casper Van De Velde en pianist Harrison Steingueldoir dit keer. Voor de vorige plaat, ‘Het Verdriet’ (2020) met Sigbjørn Apeland, gingen ze nog op zoek naar oude Vlaamse folkliederen. ‘De Wonderen’ is weer, net als debuut ‘Still’ en ‘Keukenpraat’ uit 2018, een trioplaat. In de oude zaal van Kunstencentrum Nona te Mechelen vonden ze de ideale plaats om een album te maken in alle vrijheid. Zonder enige beperkingen, zonder concept. Het resultaat is dan ook een plaat vol los van elkaar staande nummers met als enig bindmiddel de levende akoestiek van de zaal waarin ze werden opgenomen op 7 juli anno 2023 en de keuze van Steingueldoir om ditmaal op een buffetpiano te spelen in plaats van op een vleugel.
Dat resulteerde in tien originele composities en twee covers, eentje om de plaat mee te starten (All I Want For Now van Genevieve Artadi) en eentje om mee af te sluiten (Oh My Love van John Lennon en Yoko Ono). De tien eigen composities daartussen zijn soms heel rustig, meanderend, dan weer abstract en chaotisch. En vreemd genoeg lijken ze wel allemaal perfect bij elkaar te passen. Zelfs de covers en het gefloten Mierenlied, dat eerder al onze aandacht en goedkeuring kreeg.
De nummers worden overigens niet altijd als trio uitgevoerd. In Vergeet De Prins lijkt enkel Van De Velde van dienst. Hij roffelt en ratelt erop los, net als in Koekentrommels en Waterval, maar in dat laatste horen we toch ook enkele plukjes bas tussen het geklater en geroffel door. Maar niet geheel onverwacht zijn het de nummers, waarin met de buffetpiano de klanken door de lege zaal worden gestrooid, die het meest toegankelijk (lees: melodisch) zijn. Voorbeelden hiervan zijn Jouw Blauwe Ogen, het mooie, reeds al single uitgebrachte Vader Ademt en – vooral – het melancholische Schapenpootwals.
U merkt het: de songtitels zijn al even creatief als de composities. Het draagt bij tot het gevoel dat elke song een gevonden kleine schat is. Zo eentje als kinderen wel eens durven aanleggen: een veer van een ekster, een oude knikker, een stukje aardewerk, een verkreukelde vergeelde foto,… Het is dan ook een plaat geworden waarop je elke keer iets ontdekt en die je langzaam maar zeker dierbaar wordt. Een mooie aanvulling op het oeuvre van dit wonderlijke trio.