Donder - Keukenpraat

News

Keukenpraat

Doorgaans houden we onze kak wat in, wanneer het toverwoord “jazz” in de lucht hangt. Maar in het geval van het grensoverschrijdende, Brugse trio Donder maken we een uitzondering. Want net als andere, jonge teamgenoten van het W.E.R.F.-label is het moeilijk om hier een echte muzikale stempel op te kleven. Het experimenteel minimalisme dat ontstaat uit de combinatie en het vaak onconventioneel gebruik van contrabas, piano en drums neigt immers evengoed naar ambient of neoklassieke muziek in de stijl van Frahm, Arnalds en consoorten.

De natuur kraakt en piept. Er hangt stilte in de lucht. De muziek van sensatie.

‘Keukenpraat’ is een fantastische poging om het alledaagse in een andere context te steken, een auditief avontuur dat oogkleppen verscheurt; soms overigens letterlijk, door huishoudmaterialen als klankbron te gebruiken en te samplen. Donder wisselt in de elf tracks op deze plaat voortdurend af tussen introvert en extravagant, tussen muziek en klank, tussen herkenbaar en bevreemdend. De enige van de drie heren, die zijn instrument echt gebruikt waarvoor het oorspronkelijk gemaakt werd, is pianist Harrison Steingueldoir, die soms mooi zinderende, wat melancholische melodieën en toetsensequenties tevoorschijn tovert. Het zijn die rustige genotsmomenten die deze plaat naar het grote publiek moet brengen.

Tegelijkertijd zijn er die vreemde geluidscreaties, dat pingpongtafel-achtig getokkel dat doorheen een rustieke opener als Dinosaurus 1 galmt. Die tussenstukken die de pianodroom genadeloos aan diggelen slaan doordat drummer Casper Van De Velde (Schntzl) of contrabassist Stan Callewaert op klankkasten kloppen, tokkelen op houtwerk of met veel getik, geklik en gekraak proberen de stilte te verscheuren. Combineer dat met rammelend bestek of krakende stoelen, en je krijgt erg aparte composities.

En soms komen beide elementen samen, zoals in de zowat enige track met een echte evolutie, Alphabet Town: een volledig gestripte song van Elliott Smith waarin pas laat de feitelijke melodie doorbreekt; een track waarin het métier helemaal naar boven komt om van een fraaie compositie en herwerking te maken dat alle elementen netjes in elkaar schuiven.

Op het tussenin liggende stukje puur kabaal van bijna ongecontroleerd gekletter op cimbalen na (Don’t Stop, It Feels Like Paradise), houdt ‘Keukenpraat’ het voornamelijk op een rustiek, wat donker minimalisme. Het genot van zijn en ontbreken, waarin elke toon of verzwegen toon zijn plaats heeft. Op die ene uitschuiver na, klinkt dit album nooit buitensporig of artificieel, al durft een song als Ignazie naar het einde van de plaat toe misschien een beetje freejazz-allures vertonen met dat onsamenhangend, dwarrelend pianospel.

Dat is zonder enige twijfel de grootste verdienste die Donder al drie albums lang laat zien: de kunst om mensen te prikkelen, uit te dagen en een muzikaal kader te scheppen dat iedereen naar eigen behoefte kan invullen. Deze elf vrij korte impressies tonen aan dat het eind nog lang niet in zicht is en dit trio nog een heel eindje weg kan improviseren.

9 februari 2019
Johan Giglot