dEUS - How To Replace It
Pias Records
dEUS brengt een nieuwe plaat uit. Er was een tijd dat dat ene zinnetje genoeg was om muziekminnend België op de kop te zetten, maar jaren van stilte maken dat andere (half)goden het achtergebleven vacuüm wisten op te vullen. Toen de band enkele maanden geleden bekendmaakte dat er voor het eerst in tien jaar een volledig nieuw album zou verschijnen, bleef de hype dus ook uit. Geen grootse items in de media en qua airplay brak de vooruitgestuurde single Must Have Been New ook geen potten. Zijn de rebelse peetvaders van de Belgische rockscene nu echt passé?
Laten we daar kort en krachtig op antwoorden: GODVERDOMME, nee! Voor we in het lang en uitgebreid antwoorden, willen we nu al duidelijk maken dat 'How To Replace It' zonder enige twijfel het meest consistente werk van dEUS is sinds ‘The Ideal Crash’, wat voor vele devote fans nog steeds het magnus opus is. We zijn natuurlijk ook nuchter genoeg om te beseffen dat de band die creatieve piek waarschijnlijk niet meer gaat evenaren, maar als de heren na tien jaar stilte een plaat als deze kunnen afleveren, zijn we van niets meer zeker.
Titeltrack How To Replace It mept de plaat op gang met een naar een angstige hartslag lonkend ritme. Barman krijgt vocale steun van zijn broeders, een trucje dat doet denken aan Slow ten tijde van ‘Vantage Point’. Halverwege de song volgt er een minibreak, waar de piano lijkt weggelopen uit Wild Is The Wind van David Bowie. Wat ons betreft geen verkeerde naam om aan gelinkt te worden. Uiteindelijk gaat de song crescendo door de toevoeging van blazers en een trompettist die net niet schuimbekkend de demonen wegblaast. Een knipoog richting Theme From Turnpike?
Over Must Have Been New hebben we bij de release van de single al genoeg adelbrieven geschreven, toch blijkt de song te baten bij het moment dat 'How To Replace It' creëert. Waar we het destijds al de perfecte opener vonden voor een album, komt de song nu nog meer tot zijn recht door de geweldige lead-out van het voorgaande nummer. Een manoeuvre waar veel wielerploegen komend voorjaar een lesje van mogen leren.
Man Of The House maakt duidelijk dat de synths op deze plaat meer dan een figurantenrol spelen. En wie anders dan Magnus partner in crime CJ Bolland om de honneurs waar te nemen? Toch is er de melodisch scheurende gitaar van Bruno De Groote om duidelijk te maken dat dEUS nog steeds een rockband is. De gitaarklanken en wisselwerking met de synths doen ons trouwens meer dan eens aan ‘The Ideal Crash’ denken. Dat De Grootes gitaarspel tijdens de jubileumtour van dat iconische album helemaal tot bloei kwam, doet ons vermoeden dat de blauwdruk van ‘How To Replace It’ daar werd gelegd. Indien dat niet zo is, mag Tom steeds een gele briefkaart sturen naar de daMusic-redactie.
Het tweede prijsbeest van dienst is 1989. Dat de titel eveneens het jaar is waarin de band werd opgericht, is ondertussen een verplicht zinnetje in elke recensie. Dus zullen we er ons bij deze ook maar aan bezondigen. Dat de parlando van Barman aan Leonard Cohen refereert, is nog zo ééntje voor op de bingokaart. Wat nog niet genoeg benadrukt werd, is wat voor een dijk van een song 1989 is. De symbiose tussen de schemerende synths, de naar Marlboro geurende vocalen van Barman en de zalvende interventies van Lies Lorquet zorgen voor ongeziene waardes melancholie in ons lichaam. Nothing Really Ends en Hotellounge hebben er bij deze een speelmaatje bij.
De melancholie maakt met Faux Bamboo even plaats voor op radiogolven surfende speelsheid. Als er nog één nummer op dit album het tot single moet schoppen, laat het dan dit nummer zijn. Een catchy refrein en de tweede stem van Stéphane Misseghers doen verlangen naar een ontluikend lentezonnetje. Dream Is A Giver is de ondertussen verplichte sensuele sleper. Nu ja, verplicht… Als we een oplijsting van soortgelijke ondermeningen maken uit vorige dEUS-albums, staat Dream Is A Giver alvast op eenzame hoogte.
Pirates zou dan weer niet misstaan hebben op ‘Keep You Close’ of nakomertje ‘Following Sea’. Nietsvermoedend nodigt de song ons uit tot knikken op het refrein. Tot er halverwege een snood gitaarlijntje de intrede doet en de violen van Klaas Janzoons opnieuw de functie van alarmsignaal vervullen. Waarschuwend voor een apotheose waar knikken plaats maakt voor knokken.
Al bij al een goede zaak dat Pirates ons een paar rake klappen geeft. Zo hebben we bij Simple Pleasures en Never Get You High tijd om te recupereren voor een sterk slot akkoord dat start met de funk van Cadillac. In het verleden werd dit trucje al geprobeerd met songs als Girls Keep Drinking, maar het bij momenten gênante puberale karakter van dat nummer werd hier (gelukkig) weggelaten. Funk schrijven we deze keer met hoofdletter F van F*ck. Graag willen we hier ook bloemen gooien richting Alan Gevaert, die al jaren de sex in ritmesectie pompt. Van speelsheid gaan we naar de harde realiteit van de break-up. Love Breaks Down toont aan dat Barman in de kern nog steeds datzelfde jongetje is dat destijds op Right As Rain met weinig wist te ontroeren, waardoor de emotie des te meer binnenkwam.
Track nummer twaalf mag ‘How To Replace It’ afsluiten en voor de gelegenheid haalt Barman zijn beste Frans nog eens boven. Verder kunnen we vrij kort zijn over dit nummer. dEUS heeft een reputatie van slotakkoorden tot kunst te verheffen en dat doen ze met Le Blues Polaire opnieuw. Een perfecte afsluiter die de luisteraar naadloos terug naar het begin stuurt en ons zin geeft om de hele rit opnieuw te beleven.
De aandachtige lezer merkte al op dat de verwijzingen naar de backcatalogue van de band bijzonder aanwezig waren in deze recensie. ‘How To Replace It’ voelt bij momenten dan ook aan als een Best Of-album vol nieuwe songs. Ons lijkt dat het beste compliment dat een band kan krijgen na meer dan dertig jaar trouwe dienst. Dus nee, dEUS is zeker niet passé, integendeel. Wie na zoveel omzwervingen en eclecticisme met al die elementen een coherent geheel kan maken vol ontroerende, begeesterende en bezwerende songs, toont aan dat ze de masterclass van de muziek tot in de perfectie hebben voltooid. Dus als de volgende plaat opnieuw van dit niveau is, willen we gerust nog eens tien jaar wachten.