Boygenius - The Record
Interscope
Feminisme in alle perfectie.
Mocht Coldplay ‘De vrijheid leidt het volk’ van Eugène Delacroix al niet gebruikt hebben, was het misschien een idee geweest om Marianne te vervangen door Lucy Dacus, Phoebe Bridgers en Julien Baker. Die drie zijn de vaandeldragers van een hele generatie jonge, vrouwelijke artiesten die het patriarchale van de muziekbusiness op genadeloze en geniale wijze omverwierpen. Niet door de mannen aan te vallen, maar gewoon door vol zelfvertrouwen de eigen kunde en het nodige talent te etaleren.
Dat deden ze elk met een succesvolle solo-carrière, maar ook al met de ‘Boygenius’-ep uit 2018, waarvoor ze als cover trouwens een vette knipoog uitdeelden richting Crosby, Stills & Nash. Die krijgt nu eindelijk een vervolg nadat Bridgers solo ‘Punisher’ bracht, Dacus overtuigde met ‘Home Video’ en Julien Baker ‘Little Oblivions’ losliet op de wereld.
Als supergroep verrassen ze niet meer, maar bevestigen ze al het goede dat we al over hen schreven en daarbij worden ze bijgestaan door nog een aantal gelijkgestemde zielen: Melina Duterte van Jay Som op bas, Carla Azar van Autolux op drums, Sarah Tudzin van Illuminati Hotties als geluidstechnicus en Catherine Marks, die eerder al werkte voor Foals, Manchester Orchestra en The Killers als co-producer.
Het lijkt wel een personeelskamer in een lagere school met zoveel dames, maar geen enkele van de clichés, die daarbij horen, zijn van toepassing op deze plaat. Ze klinkt afwisselend, maar niet als een zootje kippen zonder kop. Er zit een heleboel emotie in, maar wel altijd op een volwassen manier en er wordt af en toe gerockt dat het een lieve lust is.
Met twaalf songs is het een lange zit en veel artiesten mispakken zich daar wel eens aan, maar hier vinden we geen fillers. Door de magie tussen de drie supertalenten, die elkaar een plek voor het voetlicht gunnen, blijft de plaat track na track boeien, ontroeren en mag ze af en toe ook eens beuken zoals in $20 en Satanist.
Af en toe draagt een song wel de heel duidelijke stempel van één van de drie. Hoogtepunt Emily, I’m Sorry is duidelijk een Bridgers-song, ook al zingen de andere twee mee in het refrein. $20 is Julien Baker ten voeten uit en True Blue, dat een ode is aan de vriendschap, is vintage Dacus. Het zal wel geen toeval zijn dat net deze drie samen werden uitgebracht als aankondiging van dit album. Maar er is ook het ontroerende Revolution O, waarmee Bridgers lijkt terug te keren naar het debuut, zowel qua klank als tekst.
Cool About It, start als The Boxer van Simon & Garfunkel, maar de drie zingen hier over het gevecht tegen gevoelens van wraak en spijt na een stukgelopen relatie, een thema dat ook wordt behandeld in Not Strong Enough, en ze zijn slim genoeg om niet van plagiaat te kunnen spreken. En er zitten nog wel meer slinkse referenties verstopt naar The Beatles, The Cure en Sheryl Crow en één overduidelijke naar Leonard Cohen.
‘The Record’ combineert dus het intellect en het muzikaal talent van drie toppers en werd zo de plaat die iedereen verwachtte. Dat op zich is opmerkelijk, want de lat lag hoog. Zeer hoog!