Bob Dylan - Triplicate
Columbia Records
"Te koop: 'Triplicate', slechts eenmaal gedraaid", is te lezen op een Dylanforum; "Majestueus", verklaart Mikal Gilmore in Rolling Stone en geeft vierenhalf sterren op een maximum van vijf. Een album waarbij de meningen zover uit elkaar liggen is op zijn minst interessant.
Het gebrek aan enthousiasme bij menig fan is voor een stuk te wijten aan het feit dat ze uitkijken naar nieuwe "karamellenverzen" van onze favoriete Nobelprijswinnaar. Maar nonkel Bob heeft blijkbaar weer last van writer’s block – of "geheugenverlies", zoals hij het noemt in zijn 'Kronieken'. En dan grijpt hij graag naar covers. Eerder waren dat folk- en bluessongs (de beide akoestische meesterwerken aan het begin van de jaren negentig) of country- en folkdeunen (het vergruisde 'Self Portrait' van twintig jaar daarvoor).
'Christmas In The Heart' was een eerste, voorzichtige dip in de wereld van Tin Pan Alley- en Broadwaymusicals, maar met 'Shadows In The Night' ging hij voluit voor songs uit het repertoire van Frank Sinatra. Natuurlijk deed hij dat op de hem geheel eigen wijze: met zijn eigen klasseband herinterpreteert hij bigbandarrangementen naar een Americana-sound, waarbij vooral Donnie Herron mag schitteren op steelgitaar. Dylan was daarvoor zelfs bereid om uit zijn comfortzone te treden door te werken met vooraf uitgeschreven arrangementen; een noodzaak om live te kunnen opnemen met blazers. Met 'Fallen Angels' deed hij dat een jaar later nog eens over. Het nieuwe was er toen al wel wat vanaf.
En nu is er dus 'Triplicate': drie cd’s/elpees met telkens tien songs uit The Great American Songbook; tweeëndertig minuten per plaat – de ideale lengte voor optimale geluidskwaliteit op vinyl, zo legt hij uit. Om er even later aan toe te voegen dat hijzelf het liefst naar cd’s luistert.
De drie schijfjes zijn thematisch samengesteld, onder noemers: ''Til The Sun Goes Down', 'Devil Dolls' en 'Comin' Home Late'. Ze vullen elkaar aan en vertellen samen min of meer een verhaal; over verliefd zijn en hoe het toch steeds weer misgaat. En het leven zelf: "Why Was I Born?".
Het tempo ligt traag op het eerste schijfje, waarbij klassiekers als Stormy Weather en My One And Only Love er bovenuit steken. Braggin’, het openingsnummer van de tweede plaat swingt, maar de pret duurt niet lang want meer ballads volgen. Eenzelfde patroon bij schijfje drie: Day in, Day Out brengt de schwung er heel even in, maar daarna kabbelt het weer door. Wat meer afwisseling zou welkom zijn.
Zoals gezegd: de band levert uitstekend werk. Luister naar het streepje viola (Donnie Herron) onder Once Upon A Time, onmiddellijk gevolgd door een minimale gitaarsolo van Charlie Sexton.
Dylan zelf beleeft er duidelijk plezier aan om deze songs af te stoffen en nieuw leven in te blazen. Dat het allemaal live in de studio is opgenomen, met een minimum aan takes en zonder overdubs, is duidelijk hoorbaar wanneer hij af en toe moeite heeft om een hoge noot te halen of zijn stem even breekt. De man is tenslotte al vijfenzeventig.
Gevraagd naar het waarom van deze reeks met songs uit zijn jeugd, ontkent Dylan dat zijn motieven nostalgisch zijn. Hij heeft nu pas de leeftijd bereikt waarop hij ze recht kan doen: "Ik begrijp ze nu beter. Deze songs zijn koud en helder. Er zit een direct realisme in; een vertrouwen in het dagdagelijkse leven". Zijn manager voegt er aan toe: "Bob is een mysterie. Maar hij heeft het recht verworven om zijn zin te doen." En is het niet precies omwille van die eigengereidheid dat het al meer dan vijftig jaar boeiend blijft om Bob Dylan te volgen en hij de status verdient die hij heeft? Dus niet zeuren over wat er niet is, maar geniet van het moois dat 'Triplicate' wel biedt.