Bob Dylan - Shadows In The Night

Columbia Records

De hele herfst en zelfs het begin van de winter werd onze huiskamer haast uitsluitend gevuld met klanken uit ‘The Basement Tapes’, die schat uit de grot van Bob “Aladdin” Dylan en The Band. Het gaf prachtige kleuren en knetterende haardvuurklanken aan dat seizoen. Het nieuwe jaar is nog maar pas gestart en daar komt Dylan alweer met nieuw studiowerk voor de pinnen.

Shadows In The Night



Voor zijn zesendertigste studioplaat dook hij deze keer niet in zijn eigen archieven, maar in de rijk gevulde schatkamer van de Amerikaanse croonermuziek. Een genre waarop Amerika met figuren als Frank Sinatra, Bing Crosby, Nat King Cole, Perry Como en vele anderen een patent leek te hebben. Rap, hiphop, hardrock, country, commercie, enz. duwden het genre in de vergeethoek, maar het was wel een professioneel uitgekiende combinatie van swingende en zwoele muziek met perfecte arrangementen, geleverd door hyperprofessionele songwriters, die precies wisten wat de luisteraar (en de radiostations) wilden.

Dat voor Dylan onontgonnen terrein vormde de voorbije jaren zijn workshop. Want deze adaptatie van het crooneridioom komt niet zo maar uit de lucht vallen. De jongste jaren is hij op vele manieren bezig geweest met het Amerikaanse, muzikale erfgoed. Sinds ‘Love & Theft’ is hij duidelijk zijn muzikale areaal aan het verbreden en duiken er steeds meer jazz, swing of bigbandtunes op in zijn opnames. Dylan was ook drie seizoenen lang een ijverig radio-dj, voor wie geen enkele song onmogelijk bleek. Meer zelfs: hij gaf haast bij elke versie van een klassieker zijn eigen, hoogst originele commentaar.

En dan was er zijn laatste bejubelde tournee met enkele opmerkelijke vaststellingen:  een nightclubachtige scène met gedimd licht, een vaste setlist, Bob achter zijn keyboards en met een strak geregisseerde band die ingehouden begeleidde. Nog slechts een stap verder en Dylan werd Sinatra, Harry Connick of Pat Boone. En dat is wat er gebeurd is op ‘Shadows In The Night’, het project waarmee ’s werelds grootste songwriter een ode brengt aan de muziek van zijn kindertijd en jeugd in het verre, barre Hibbing, Minnesota.

Dylan met geleend materiaal dus – het is niet de eerste keer in zijn carrière – en met songs, die doorgaans de klassieke radiovriendelijke drieminutengrens niet al te fel overschrijden noch uitblinken door hun cryptische lyrics. Maar voor de rest is dit all vintage Dylan. Eerst en vooral waar het de opname techniek betreft: de songs stonden in twee, hoogstens drie takes op band en alle arrangementen werden door de man zelf gedownsized tot een klassieke fivepiecerockband waarin de pedalsteel van Donnie Herron de hoofdrol kreeg.

Voor de rest valt van bij de eerste song op hoe goed Dylan bij stem is. Zelden werd zijn stem zo opvallend naar voren gemixt. En terecht, zonder weliswaar in de buurt van Pavarotti of ol’ blue eyes himself te komen, zingt Dylan op ‘Shadows in the Night’ met een warme stem vol modulatie. Geen geneuzel, geen gekras, gewoon een rijpe stem die af en toe – zoals bijvoorbeeld op de heel mooie versie van That Lucky Old Sun – de hoge noten niet schuwt.

Dylan behandelt het materiaal met veel respect. The Night We Called It A Day krijgt weliswaar een Dylan-touch maar de softe blazers verwijzen toch naar de bigbandhistorie van het lied. Een heel mooi arrangement op basis van pedalsteel en de akoestische bas van Tony Garnier kreeg Stay With Me. In Autumn Leaves – de Engelse versie van Les Feuilles Mortes van Prévert – respecteert Dylan fijngevoelig de weemoed van het lied en toont hij – voor zover dat nog nodig is – dat hij echt wel met poëzie kan omgaan.

Misschien is zijn meest persoonlijke keuze wel Why Try To Change Me Now. Inhoudelijk staat het dicht bij Dylans attitude en hij brengt het ook iop ndrukwekkende wijze. Some Enchanted Evening heeft iets van een impressionistisch schilderij, maar blijft ook bij Dylan “a real classic”.   

Of dit een grote Dylan-plaat  is laten wij in het midden. Het is wel een razend interessant album omdat Dylan zichzelf hier met verve, met respect en toch ook wel met zijn typische branie in de galerij van de grote Amerikaanse crooners plaatst en op die manier zijn oeuvre met een zoveelste, onverwachte kunststukje verrijkt. Een boeiend hebbeding!

3 februari 2015
Frank Tubex