Big Thief - U.F.O.F.

4AD

U.F.O.F.

Na twee albums bij Saddle Creek maakte Big Thief de overstap naar 4AD. Verder veranderde er – gelukkig maar – niet veel.

Big Thief werkte zich in folkmiddens in geen tijd op tot een klinkende naam. Na ‘Masterpiece’ (2016) en ‘Capacity' (lees de recensie hier) was de reputatie van Adrienne Lenker en band gevestigd. Ondertussen verscheen vorig jaar ook nog ‘abyskiss’, een soloplaat van Lenker en nu is er ‘U.F.O.F’, weer een verzameling van ongewone, buitenaards mooie nummers waarin Lenker alles wat haar scherpe blik opmerkt, omzet in ontzettend slimme, maar ontroerende nummers.

De titel van de plaat alleen al! De laatste “F.” staat voor “friend” zo leren we uit de titeltrack, maar die gaat dan weer niet over een alien, zoals je zou verwachten, maar over een pijnlijke liefdesbreuk, prachtig verwoord als volgt: “The seasons will bend / There will soon be proof / That there is no alien / Just a system of truth and lies.” Maar zelfs zonder de tekst te begrijpen, is dit een onwaarschijnlijk knappe song waarin kabbelende gitaarklankjes en voorzichtige drums en bas doorweven worden met griezelige flarden elektronica en samples.

En over griezelig gesproken: wat te denken van de oerkreten aan het eind van opener Contact, die gepaard gaan met een onverwachte uitbarsting van gitaargeweld? Zo stevig hoorden we Big Thief nog nooit. Ook het assertieve Cattails, dat ondertussen op single werd uitgebracht, laat horen dat Big Thief een (h)echte band is geworden waarin niet alleen Adrienne Lenker en haar maatje Buck Meek, maar ook bassist Max Leartchik en drummer James Krivchenia een plaats vonden.

Niet moeilijk ook: de band tourt ontzettend veel en de leden zijn ondertussen zowat familie van elkaar geworden. De opnames in Bear Creek Studio’s in een dennenbos in Washington verliepen dan ook erg ontspannen en omdat de songs al vorm kregen tijdens live shows, ontstond er ook wat ruimte voor experiment. Toch werd er door de band en producer Andrew Sarlo (die ook al van dienst was op de eerste albums) op toegezien dat er niet overdreven werd.

De stem van Lenker is zeker ook gegroeid, al komt deze plaat qua sound het dichtst bij Interstate van op de debuutplaat. Luister maar naar het bijna huppelende Strange of het dreigende Jenni waarin de toverdoos nog eens opengetrokken werd. Toch blijft Big Thief onmiskenbaar zichzelf: voornamen als songtitels zijn ook nu weer legio en de band nam ook een paar al eerder gekende nummers op.

Fans zullen vooral blij zijn dat Orange eindelijk de weg gevonden heeft naar een album. Deze fanfavoriet gaat live al jaren mee en op deze plaat werpt hij een slagschaduw als grens van de eerste helft. De donkere tekst is typisch voor Lenker en past bij die andere song die we al kenden: Terminal Paradise. Die track kwam al in naakte vorm voor op ‘abyskiss’ en kreeg hier een prachtige full band-versie. Over de tekst hadden we het al hier en muzikaal is het nu werkelijk een tedere pletwals dankzij de perfecte inkleding van de band.

Adrienne Lenker en band blijken ook nu weer dealers te zijn in magie. Ze lijmden teksten en klanken aan elkaar tot een soort van toverspiegel waarin je door de barsten een diffuus, maar betoverend beeld krijgt van wat er in haar binnenste allemaal omgaat. Eentje om nog eens opnieuw in te blikken aan het eind van het jaar.

Op 28 mei staat Big Thief in de Botanique.

3 mei 2019
Marc Alenus