Big Thief - Capacity
Saddle Creek
Vanop de hoesfoto van het tweede album van Big Thief, lijkt Adrianne Lenker ons aan te kijken met een baby in haar armen. De waarheid is anders.
Tegenwoordig lijkt Lenker met haar kortgewiekte haren op één van de postpunkdames van Savages, maar ze lijkt ook sprekend op haar oom toen die jong was. Hij is het die de hoes van ‘Capacity’ siert, al is Lenker zelf ook te zien: zij is de baby.
En de foto is niet toevallig gekozen. In haar songs duikt Lenker graag in haar bewogen verleden dat startte toen ze uit een twintigjarige moeder werd geboren in een sekte. Haar wat labiele, muzikale vader sleurde haar daar vier jaar later buiten, waarna het gezin rondtrok in een bestelwagen, nog voor dat hip was. Voor haar achtste woonde ze in veertien verschillende huizen.
Toen al vond Lenker troost in muziek (haar eerste song schreef ze toen ze acht was) en haar vader vatte het idee op om van haar een kindsterretje te maken. Ze rukte zich los van onder zijn vleugels, raakte ingeschreven op Berklee en, nadat ze daar afstudeerde, trok ze naar New York waar ze Buck Meek (gitarist van de band) ontmoette. De twee begonnen samen muziek te maken en nog een paar jaar later startte Big Thief .
Nu ze bijna zesentwintig is en dus een volwassen vrouw, kijkt ze vanuit dat standpunt terug op gebeurtenissen uit haar leven. “There’s a woman inside of me, there’s a woman inside of you too / And she does not always do pretty things”, klinkt het in opener Pretty Things, een song waarin Lenker zinvolle dingen zegt over vrouwelijkheid en mannelijkheid.
Toch had de plaat beter geopend met Shark Smile, de onweerstaanbare single waarin Lenker heerlijk ondeugend klinkt en de gitaar de twinkeling in haar ogen reflecteert tijdens een roadtrip. En toch is het abrupte einde van de song geen toeval: de idyllische autorit eindigt immers in de vangrail en de helft van het koppel overleeft het niet.
En zo is elke song een verhaal met een twist. Voor wie songteksten belangrijk vindt, is dit een goudmijn. Lenker kijkt immers met ongewone volwassenheid en tederheid naar de mensen om zich heen. Ook al zijn haar verhalen vaak ruw. Watering gaat bijvoorbeeld over een verkrachting.
Ook muzikaal zit deze plaat helemaal snor dankzij boeiend gitaarwerk en veel variatie in ritme en sfeer. Objects en Shark Smile zijn frisse folksongs, maar een track als Mary met zijn klagende synths is een donkere elegie en Watering en Mythological Beauty neigen naar rock door de meer prominente drums.
Hoogtepunt van de plaat is ongetwijfeld Mythological Beauty . Daarin drukt Lenker haar liefde uit voor haar moeder en probeert ze zich onder andere in te beelden hoe het voor haar moeder was om als zeventienjarige zwanger te worden en hoe ze zich moest gevoeld hebben toen ze haar vijfjarige dochter bijna verloor bij een tragisch ongeluk waarvan Lenker nog altijd de sporen draagt in haar gezicht.
‘Capacity’ kwam ontzettend snel na debuutplaat ‘Masterpiece’, maar haastwerk lijkt het alles behalve. Het is een plaat die diep kerft in de menselijke ziel. Dat belooft voor wie op tijd is in het Openluchttheater Rivierenhof op 14 augustus. Dan speelt Lenker solo in het voorprogramma van Conor Oberst en M. Ward. Op 29 oktober mag ze de hoofdrol spelen in Wilde Westen.