Aldous Harding - Warm Chris
4AD
Soms zijn recensenten zo enthousiast dat ze zich niet kunnen inhouden. Wie zijn wij dan om een recensie niet te posten.
(ma)
Hanna Claynails is aan het vierde album toe en daarop hernieuwt ze niet alleen de samenwerking met John Parish, die ook al tweede album ‘Party’ producete, maar ze lijkt ook een beetje terug te blikken op de verschillende periodes uit haar carrière.
"When I started out I had more than I have now”, zingt Aldous Harding in She’ll Be Coming Around The Mountain net over halfweg het nieuwe album. En in de afsluiter Leathery Whip zingt ze: “I’m a little bit older but I remain unchanged.” Het zijn tekenen van retrospectie na het verrassende parcours dat de Nieuw-Zeelandse aflegde tussen de debuutplaat uit 2015 en het extravagante, zelfbewuste ‘Designer’ van drie jaar geleden.
Verrassen is er anno 2022 niet meer bij en, net als bij de meeste artiesten, sluipt er toch enige herhaling binnen na vier albums. Het is een moment waarop op bloed beluste recensenten de pen scherpen en vele artiesten beginnen vervelen (de plaat opent trouwens met Ennui) en fans beginnen verliezen. Maar dat zou bij Harding alvast onterecht zijn. ‘Warm Chris’ klinkt een pak bezadigder dan ‘Designer’ en ‘Party’, maar een aantal keer slaat de artieste toch weer een goudader aan.
Eerste single Lawn was weer zo’n vreemde song waarin Harding met een paar simpele ingrediënten toch een soort gekte weet op te wekken die intrigeert. Wat begint als een schuifelende folksong, ontaardt in een gruizige folkrocker en de tekst slaat nergens op, ook al lijkt dat niet zo. Akkoord, Harding heeft in het verleden nog straffere songs gemaakt, maar ze deed ons toch uitkijken naar het vervolg.
Dat kwam er met Fever, een nummer dat – nu de plaat is – nog altijd tot onze favorieten blijft horen. Ze lijkt te hinten naar de vroege jaren zeventig (iets wat ze in de clip voor Lawn kostuumgewijs ook al deed) en kruidt de song af met warme koperstoten, minimale drums en een huppelend pianootje dat de lente lijkt aan te kondigen. Tick Tock toont dan weer aan hoe Harding de seventies in een rechtstreekse lijn verbindt met nu. In het begin klinkt ze als een vrouwelijke Lou Reed, maar het onderwerp van het nummer kan niet hedendaagser zijn. De instrumentatie is dan wel wat bedaarder dan wat we vroeger gewend waren, Harding blijft een meesteres van het surreële.
Af en toe mag ze dan wel onnodig vreemde effecten op haar stem zetten, zoals in het verder folky Staring At The Henry Moore, Passion Babe en Leathery Whip (met backings van Jason Williamson van Sleaford Mods) en toch komt ze ermee weg. Het past bij de gekte die we van haar gewend zijn en op de lichtjes psychedelisch klinkende plaat die deze ‘Warm Chris’ zeker is, kan het.
‘Warm Chris’ is dus niet Hardings meest vernieuwende plaat, maar Harding blijft wel originele invalshoeken vinden. Zelfs na vier platen.
Marc Alenus
(ll)
Geen gewone sterveling, deze Aldous Harding. Dat wisten we onderhand al en op vierde plaat 'Warm Chris' zet ze het excentrieke avontuur, dat ze startte in 2014, nog eigenzinniger edoch doortastend voort.
Deze singer-songwriter uit Lyttleton, Nieuw-Zeeland staat opnieuw met een been in de folk en een ander in de pop. Maar geen folk of pop “as we know it, Jim”. Breekbare schetsen zijn het, die met bijna voorzichtige arrangementen toch een fluwelen vuist weten te maken. Ze heeft het niet van vreemden, want ook moeder - folkzangeres Lorina Harding - bracht in de nineties al eigenzinnige folk uit.
Maar Nieuw-Zeeland ligt intussen ver achter haar, want ze resideert met partner H. Hawkline, een Welshe singer-songwriter en radio- en televisiepresentator, in Cardiff, Wales en flirt ongegeneerd met alle conventies. Je kan haar bijna niet vastpinnen en ze jongleert vlot met pop-, folk- of jazzelementen, zolang ze de song maar dienen en versterken. Opnieuw is John Parish partner in crime. Nog eentje die zich zelden voor één gat laat vangen, hetgeen hij al meermaals bewees als producer voor PJ Harvey, Arno, Rokia Traoré, Sixteen Horsepower en recent nog Dry Cleaning.
De plaat zet prachtig aan met het okselfrisse Ennui en het langoureuze Tick Tock. We proeven de geest van Joni Mitchell in She’ll Be Coming Round The Mountain, die terugkoppelt naar Cat Power. Meteen ook het donkerste moment op de plaat: slechts een piano, een aarzelende banjo, enkele blazers en de stem, maar het Spartaans karakter boeit des te meer. De ingehouden kracht van Staring At The Henry Moore met die bijna fluisterende stem intrigeert en zet gaandeweg aan tot bijna een bossanova in ware Astrud Gilberto-stijl. “Passion must play / or passion won’t stay”, zingt Harding in Passion Babe en misschien is die zinsnede wel de perfecte omschrijving van 'Warm Chris': speelse passie in tien quasi-perfecte songs geboetseerd.
Een warme plaat, perfect voor een zwoele lente-avond. Schenk de glazen behoedzaam vol en geniet van de ondergaande zon met dit album als de perfecte soundtrack. Te ontdekken en te koesteren.
Laurens Leurs