Aldous Harding - Aldous Harding
Lyttelton Records
De Nieuw-Zeelandse Aldous Harding liet zich voor haar cd fotograferen in een snoepwinkel met heel veel roze, maar een suikeren “poppemieke” is ze zeker niet.
Hanna Claynails (ja, haar echte naam, klinkt nog ongelooflijker dan haar artiestennaam) neemt haar tijd en geeft zichzelf slechts heel behoedzaam prijs aan de grote boze wereld. Niet alleen haar liedjes duren elk gemakkelijk vijf minuten, de jonge vrouw uit het havenstadje Lyttelton toerde de voorbij vijf jaar doorheen haar thuisland en verzamelde zo, traag maar gestaag, een schare fans.
Haar debuutalbum kwam uit in Nieuw-Zeeland en Australië in juli 2014, maar was (is) nergens te streamen en bleef zo grotendeels verborgen voor de rest van de wereld. Wij zijn echter vastberaden om haar middenin de lichtbaan van de volgspot te duwen, want de negen nummers op dat debuut bliezen ons volledig omver.
“Gothic folk” noemt ze het door haar bedreven muziekgenre zelf. En daar zit wel iets in. Met haar akoestische gitaar en haar stem liggen vergelijkingen met Linda Perhacs en Vashti Bunyan misschien voor de hand, maar die is enkel van toepassing op die ene song, Merriweather. Wij moesten meteen vooral denken aan dat fantastische solodebuut uit 1994 van Kristin Hersh.
Harding heeft namelijk dezelfde, indringende stem als Hersh en de subtiele elektronica, ijle strijkers en een eenzame zingende zaag in Two Bitten Hearts geven haar muziek een spookachtig kantje zonder ergens te overdrijven. Ook de teksten kluisteren je oren aan je speakers. “Who took the bone to the beast,/ Why breed a boy for his meat”, is maar een voorbeeldje van hoe ze zonder moeite je interesse opwekt.
De plaat lijkt soms live ingespeeld. Zoals in slotsong Titus Alone. En Harding zingt zo dicht bij de microfoon dat je in No Peace At All haar neushaartjes hoort vibreren en haar stoel kraken. De song is een van de rustigste van het album, maar bevat zoveel onderhuidse spanning dat het bijna onhoudbaar wordt. Met haar ruwe en toch fragiele stem houdt ze je in de ban en enkel wanneer, na bijna vier minuten, een dwarsfluit de song in twee snijdt, kan je even adem halen.
Ook elders zingt Harding niet alleen, ze evoceert. Ze roept krachtige beelden op die je ongemakkelijk heen en weer doen schuiven op je stoel. En dat vanaf de opener Stop Your Tears waarin ze een gestorven dochter beweent:” Lord, show me my daughter / Show me her before she is burned.” Het rouwkoor doet de rest.
Er valt weinig te lachen op dit stilmakende debuut, maar wie niet vies is van donkere folk zal hier een heerlijke kluif aan hebben.