Adrian Crowley - The Watchful Eye Of The Stars
Chemikal Underground Records
We kunnen het niet laten: telkens we een recensie schrijven, checken we even wat er op daMusic al eerder over de artiest/band verschenen is. En dan bleek dat onze collega-redacteur in 2009 bij het bespreken van 'Season Of The Sparks' aanvankelijk hetzelfde voelde als wij nu bij 'The Watchful Eye Of The Stars'.
(md) omschreef het toen als volgt: “Een opeenvolging van kabbelende songs, zo luidt de eerste indruk van 'Season of the Sparks', het vijfde album van Adrian Crowley. Maar enkele luisterbeurten later komen deze ogenschijnlijk eenvoudige nummers tot leven”. Om niet helemaal plagiaat te plegen, zijn wij daarna maar gestopt met lezen. Je weet tenslotte nooit...
Intussen zit Adrian Crowley aan nummer negen en hebben wij de man al twee keer gesproken. En dan nog word je op de verkeerde voet gezet, zoals blijkt uit de inleiding van dit bescheiden stukje.
Feit is wel dat hij met deze plaat weer een andere weg op gaat, hoewel er ook zaken zijn die steevast terugkeren in elk album. Na de “pianeske” uitstap op 'Dark Eyed Messenger', keert hij met deze plaat weer terug naar de meer vertrouwde combinatie van akoestische gitaar en klassieke instrumenten (strijkers, klarinet, piano). En opnieuw is het resultaat van een kwaliteit, die je ademloos achterlaat, je afvragend wat je nu net hebt gehoord. Alsof je helemaal bent opgegaan in het magisch-realisme, de droomscenario's die bijna kenmerkend zijn voor Crowleys werk.
Deze keer was het John Parish, die de productie voor zijn rekening nam. Het resultaat klinkt effectief helemaal anders dan op de voorganger. Het Crash Ensemble, waar Crowley eerder al mee samenwerkte, en achtergrondzangeressen Nadine Khouri en Katell Keineg werden opgetrommeld en zorgen voor een grotendeels meer “opgevuld” resultaat, zonder dat je ook maar ergens het gevoel hebt dat het te veel is.
En dan krijg je prachtnummers als de sublieme opener Northbound Stowaway, opgebouwd rond een eerder eenvoudige gitaarriedel, maar zo mooi aangevuld met strijkers, tomtoms, marimba en de hoger genoemde stemmen, die het refrein extra kracht bijzetten. En daartussen doet Crowley het relaas van de verstekeling die richting noorden meezeilt. Het ijs is meteen gebroken. We zijn vertrokken voor een reis door de wonderlijke hersenspinsels van de Ier met de bebaarde stem.
Hoe dicht die stem aanleunt tegen die van die andere bard, Bill Callahan, valt ons eigenlijk pas op in de afsluiter, het al even fantastische Take Me Driving, waarin de twee wel heel dicht bij elkaar in de buurt komen. Nochtans is dat niet altijd het geval, want in I Still See You Among Strangers klinkt die stem opvallend hoog, iets wat we Crowley nog nooit eerder hoorden doen. En ook dit heeft iets magistraals over zich.
In elk nummer zitten er details verstopt, die zich – zoals dat op zowat elke plaat van de man het geval is – mondjesmaat bloot geven en die je dan nooit meer loslaten. De verwrongen geluiden in het machtige Underwater Song bijvoorbeeld, die klinken alsof je ze effectief hoort van onder een deken van water. En dat is maar één voorbeeld.
Ook nu weer is er ruimte voor poëzie. Deze keer in het heerlijk subtiele The Singalong, dat bij elke nieuwe “opsomming” even stilvalt om dan opnieuw te beginnen. Er zijn ook de koorstemmen (of dat vermoeden we toch), die de achtergrond vormen voor het parlando van Crow Song en die je al evenzeer van je melk brengen. Zo vind je in elk van deze liedjes weer iets onverwachts, word je weggevoerd op een bedje van prachtige woorden, die beelden vormen, die je enkel in dromen ziet. Je hoort hem trouwens het blad omkeren, terwijl hij zijn tekst voorleest in dat laatste nummer.
'The Watchful Eye Of The Stars' is het soort plaat, waar je nooit genoeg van krijgt, de snoepwinkel die je nooit buikpijn bezorgt, de storm in je hoofd die nooit gaat liggen.