Whitney - Kleine gaatjes in het hart

Ancienne Belgique, 19 november 2019

Whitney - Kleine gaatjes in het hart

Er zijn twee soorten mensen op deze wereld: zij die, als we zeggen “We gaan naar Whitney kijken”, reageren met: “Leeft die nog?”, en zij die weten over wie we het hebben. Gelukkig groeit de tweede groep de laatste jaren zienderogen. Dat resulteerde in een bijna uitverkochte AB, grote zaal. Julien Erlich, drummer en zanger, haalde herinneringen op aan een persdag in 2016, toen ze een rondleiding kregen doorheen de AB en ervan droomden om ooit in de grote zaal te kunnen spelen. Een droom die werkelijkheid werd.

Zelf zagen we Whitney nog maar één keer eerder, ergens in de vroege namiddag op Rock Werchter 2017. Toen was het nog allemaal vers en nieuw en werden we een beetje weggeblazen. Ondertussen heeft de band een tweede album ‘Forever Turned Around’ uitgebracht met daarop tien nieuwe liedjes. Het verschil met toen was dat we nu beter wisten wat te verwachten waardoor we niet meer werden weggeblazen. Maar dat maakte het niet minder mooi.

Met elven betraden ze het podium. Samen waren ze Whitney. Bij de instrumental Rhododendron kwam voorprogramma Aldous RH de band ook nog vervoegen, waardoor er drie elektrische gitaren op het podium waren, een toetsenist, een toetsenist-trompettist, een bassist, iemand die akoestische gitaar speelde en een Belgisch strijkerskwartet, waarvan de toegevoegde waarde niet altijd duidelijk was, omdat ze de helft van de tijd niet speelden en de andere helft van de tijd quasi onhoorbaar waren. Helemaal centraal: Julien Erlich achter de drums.

De band zet je de hele tijd op het verkeerde been: de stemmetjes zijn zeemzoet, de melodieën warm, de trompet euforisch, maar niet zelden zijn de teksten triest, of donker. Na Light Upon The Lake zei Erlich droog: “This was a song about anxiety. The next one is about death”, waarna Follow werd ingezet. Dat droge gevoel voor humor van de frontman kwam later opnieuw naar boven, toen hij aankondigde dat de band nog twee songs zou spelen, dan een minuut zou verdwijnen en dan nog vier nummers zou spelen. In het begin van de show had hij meteen al gezegd dat Whitney zeventig minuten zou spelen. Of het nu om te lachen was of eerder het bewust doorprikken van de showbizzbubbel, we weten het niet, maar wij vonden het alvast een aparte manier van communiceren.

Het knappe aan Whitney is dat de volgorde, waarin ze de songs spelen, niet zo heel veel uitmaakt: het klinkt altijd ongeveer hetzelfde, maar het is wel altijd goed. Polly was deze keer de opener, meteen één van de beste songs uit het debuut. Heel af en toe kan er ook gedanst worden op een song van Whitney, zoals op nummer twee, No Matter Where We Go, hun versie van rock-‘n-roll. Het zou veel later in de set nog eens kunnen op Magnet, een cover van een ons onbekende band, NRBQ, die nu al jarenlang in de setlist woont. Eén andere cover zat er nog in de setlist – Southern Nights van Allen Toussaint – en beide songs werden door de band zo naar eigen hand gezet dat we niet door zouden hebben gehad dat het covers waren, als we het niet op voorhand hadden geweten.

Whitney mag dan wel altijd ongeveer hetzelfde klinken, ze hebben wel een eigen geluid. Een nummer als Giving Up (uit het tweede album) werd op herkenningsapplaus onthaald en heeft het potentieel om tot een klassieker uit te groeien. Want ook dat kan deze band: klassiekers schrijven. Golden Days (het pleitte voor de band dat ze van de lalala’s géén meezingmoment maakten) en No Woman (eentje die nog elke keer ons hart breekt) zijn nog maar drie jaar oud en toch klinken ze al als nummers die er altijd al waren en altijd zullen blijven.  En zelfs als ze een song als grap bedoelen – zoals Dave’s Song, over een overbuur met overgewicht – klinkt het als een melancholisch nummer over vriendschap. Een paar keer werd het extra intiem gehouden, zoals in de smeekbede On My Own (weer zo’n mooie), waarin de drums pas na een paar minuten invallen en in Light Upon The Lake, waarin er helemaal geen drums te bekennen vielen.

En dan, zoals aangekondigd, was het na Valleys (My Love) en na precies zeventig minuten afgelopen. Een slechte song hadden we in die tijd niet gehoord. Whitney was een warm dekentje geweest, maar evengoed een perforator in het hart. Kleine gaatjes maken ze, die songs. Maar om optredens ook anderhalf uur spannend te blijven houden, hopen we op plaat nummer drie toch op muzikale evolutie.

20 november 2019
Geert Verheyen