We Are Open 2019 - Gitaren goed voor optimistische naïviteit
Trix, 8 februari 2019 - 9 februari 2019
We Are Open is al jaren een vaste prik voor eenieder die graag de vinger aan de pols houdt van de Belgische pop. Tijdens de feestelijke en uitverkocht elfde editie van het jubilerende Trix, dat dit jaar de vijftiende verjaardag vierde, werden enkele vernieuwingen doorgevoerd. De op voorhand meest in het oog springende? Het schoorvoetend toegeven dat gitaren de dominantie verloren hebben.
Waar de vrijdag in het teken had gestaan van de jongste hiphop en elektronica, mochten de stalen snaren zich comprimeren op zaterdag. Die scheiding bleek achteraf toch wat rigide en arbitrair, want de groepen legden stuk voor stuk een grote verscheidenheid aan de dag en klonken hier en daar zelfs futuristisch; of tenminste toekomstbestendig.
Er staat ons een mooie lente te wachten. Dat bewezen met name Wardrobe en The Germans, wier nieuwe platen volgende maand verschijnen. Maar we begonnen de avond bij ILA. Zij mocht aantreden op de nieuwe Silent Stage, een provisorisch opgetuigd vlakkevloertheater in de repetitiekelder, dat plaats bood aan een kleine vijftig toeschouwers. Een goede zet van de organisatie, want doordat je als publiek zo dicht op de artiest stond, resulteerde dat niet zelden in een even spannende en exclusieve als intieme en vriendelijke atmosfeer.
ILA overtuigde helaas maar deels. Aan de bezieling en verschijning lag het niet. De frêle, maar vurige jonge Limburgse trok de aandacht moeiteloos naar zich toe met ruwe brokken emotie die door merg en been gingen. Ofschoon ze bewees te beschikken over een goede stem, ergens tussen een hese Carol van Dyck (Bettie Serveert) en een krijsende Axl Rose, raakten de schetsmatige liedjes net iets te vaak de draad kwijt. Het gebrek aan ritmische begeleiding speelde ILA parten. Ze zou er goed aan doen te overwegen om toch weer met een band te spelen, teneinde de songs van de gelijknamige ep volledig tot volle wasdom te laten komen.
Marc Melià had beter ook in de kelder acte de prèsence gegeven; of op vrijdagavond gespeeld. De minimalistische muziek van de Spaanse Brusselaar werd in het Café namelijk onthaald door een publiek dat elkaar besmet had met de zogenaamde Dutch disease – aan ons zal het niet hebben gelegen. Zonde, want toetsvirtuoos Melià had voor de gelegenheid zelfs twee bandleden meegenomen om de warme composities luister bij te zetten. Het optreden bleef in het rumoerige Café nu wat in het luchtledige hangen.
Wellicht dat Wardrobe, terug op de Silent Stage, juist een groter podium had verdiend. Het voorproefje van het aanstaande ‘Giving Up A Ghost’ stemde in elk geval zeer nieuwsgierig naar de albumpresentatie op 14 maart. Gelukkig bleken er toch wat meer dan de aanvankelijk geformuleerde dertig toeschouwers in het repetitiekot te passen. Zij zagen een Johan Verckist (General Mindy, Shun Club, Glitterpaard) die weliswaar al lang geen debutant meer is, maar zeker in bloedvorm verkeerde met de huidige bandbezetting.
Arne Leurentop stond hem als leadgitarist bij en bleek met zijn inventieve geluid, solo’s en achtergrondzang de ideale sparring partner voor de altijd aimabele en ontwapenende Verckist. De songs die hij heeft geschreven voor de tweede plaat van Wardrobe zullen wat uitbundiger zijn dan op voorganger ‘Crawling’. Off The Rool durfde te steunen op een parmantige riff, de sterke opener Armchair Critic juist op pulserende synthdwarrels. Melodieuze hoogtepunten te over, zoals het klein gehouden King Of Clay en de geweldige single 24 Weeks. Wat men ook moge beweren over gitaarmuziek, songs van Wardrobe’s klassieke snit zullen altijd beklijven.
De twee volgende groepen stalen de show door menige popconventie overboord te gooien. En dat dan ook nog in de Bar, waar het, wegens de doorstroom naar de Club, soms niet altijd even gemakkelijk concentreren was. Het leek El Yunque totaal niet te deren. De groep had bij de toiletten al aan guerillamarketing gedaan door posters op te hangen waarop we lazen wat de muziek precies zou behelzen. Geen noiserock, maar performance art. We konden hen daarin geen ongelijk geven, maar zouden aan dat manifest nog toe willen voegen: het was óók een vliegtuig – één van de meer turbulente soort. De heerlijk absurdistische chaos tijdens onder meer De Milo en de Siri-trilogie (met gastrol voor Fenne Kuppens) verzandde gelukkig nergens in totale paniek of hysterie. Een opwindende show, kortom, waarvan we bij het ter perse gaan van deze recensie nog moesten bekomen.
Direct na afloop was daar nauwelijks tijd voor. Whispering Sons, de populairste band van het land, trapte meteen af in de belendende en overvolle Club. Het was ons een raadsel waarom zij niet in de grotere Zaal geprogrammeerd stonden, want honderden mensen vingen nu bot en konden praktisch nergens anders terecht. Een paar maanden geleden zorgde een soortgelijk euvel tijdens Filter voor een kleine hetze op Facebook; Rolling Blackouts Coastal Fever verhuisde daarop van Café naar Club. Dat bleef nu gek genoeg uit. We gingen dan maar een luchtje scheppen.
The Germans maakten dankbaar gebruik van de consternatie om het zo mogelijk nog bonter te maken dan El Yunque. De nieuwe plaat 'Sexuality' komt 1 maart uit op Unday Records en het kwintet blies de stelling dat macht erotiseert moeiteloos nieuw leven in. De ultraritmische, knotsgekke potten-en-pannenkrautrock van nieuwe single William blies ons omver. Totaal verwilderd en klaar voor de toekomst verlieten we de concertzaal. The Germans: onthoud de naam.