Tiny Ruins - Kostbaar geschenk
Botanique, 11 oktober 2019
Eerder dit jaar zagen we Tiny Ruins aan het werk in een bijna lege Trix, maar dat hield ons niet tegen om ook nog eens naar Brussel te trekken.
Zeven maand geleden bracht Tiny Ruins met 'Olympic Girls' haar meest weelderig gearrangeerde album uit tot op heden en dat bracht de Nieuw-Zeelandse fluisterfolkband naar Trix. Onlangs volgde daarop een soloversie van dezelfde plaat met dezelfde nummers in een andere volgorde, maar in een naaktere versie. En die plaat was de aanleiding tot een solotournee die een paar dagen geleden begon in Amsterdam en vandaag Fullbrook, na vijf jaar, nog eens naar Brussel bracht; en wel naar hetzelfde podium: dat van de Witloofbar in de Botanique.
Die kleine, knusse kelder is een ideale plek om de muziek van Tiny Ruins in de puurste vorm te genieten. Je kan er bijna op de schoot van de artiest kruipen en geen betere plek denkbaar dan de Botanique om Me At The Museum, You InThe Winter Gardens nog eens te horen. De song gaat over een Botanische tuin in hartje Auckland, de thuisstad van Fullbrook. In die tuin ligt een museum waar ze ooit solliciteerde, maar bruutweg werd afgewezen. Ze schreef er deze zachte “revenge song” over en verdiende daar waarschijnlijk meer aan dan aan de beoogde job.
Terecht ook, want het is één van de songs die het talent van Fullbrook ten volle tot zijn recht laten komen: op schijnbaar nederige manier een hele zaal inpakken met enkel die zalvende stem en het gracieuze gitaargetokkel. Nadat ze bijna ongemerkt was opgekomen en haar zelfgeschreven setlistje onder de microfoonstandaard had geschoven, was dat precies wat ze meer dan een uur lang deed. En de boze wereld buiten verdween als bij toverslag.
Ook al was het Fullbrooks bedoeling de soloversie van ‘Olympic Girls’ voor te stellen, toch startte Fullbrook met Tread Softly, het openingsnummer van ‘Hurtling Through’, een ep die ze vier jaar geleden uitbracht met drummer Hamish Kilgour. De song is een verklanking van 'Aedh Wishes For The Cloths Of Heaven' van Yeats en die leidde ons behoedzaam de poëtische wereld van Fullbrook in.
De opener was, naast de eerder genoemde klassieker die ongeveer halfweg in de set zat, lang niet het enige zijstapje naast de recente plaat. De fans mochten zelf songs kiezen en, al noemde ze Little Notes te oud en beweerde ze vergeten te zijn hoe ze die song moest spelen, toch kwam er nog ouder werk boven, wat aangaf dat ze gewoon geen zin had in die song. Wel speelde ze Bird In The Thyme, de allereerste song die ze ooit voor Tiny Ruins schreef en ook Priest With Balloons uit debuutplaat ‘Some Where Meant For Sea’ passeerde de revue.
Het waren twee absolute hoogtepunten uit de set, maar dat waren het tragische My Love Leda, het lieflijke School Of Design en het zacht kabbelende How Much – allemaal uit de laatste plaat - ook, zelfs al miste dat laatste de stoere bassolo van Cass Basil aan het eind in de soloversie.
Holly Fullbrook slaagde er weer in om ons het gevoel te geven goede vrienden van haar te zijn. De intimistische set verveelde geen moment, maar was in tegendeel van zo’n zeldzame schoonheid dat ons hart overliep van warmte. Alleen omdat Fullbrook op zo’n mooie wijze de cirkel rond maakte met Wandering Aengus (ook uit ‘Hurtling Through’ en ook met tekst van een gedicht van W.B. Yeats zoals de openingssong), lieten we haar zonder morren in de coulissen verdwijnen.
Holograms, één van onze favorieten van de laatste plaat, werd niet gespeeld, ook al vroeg een vrouwelijke fan erom. Fullbrook had het verzoekje niet begrepen en de fan was even bescheiden als haar idool en verhief de stem geen tweede maal. Maar heel dit concert voelde aan als een kostbaar geschenk van een dierbare vriendin en dat namen we aan zonder een greintje spijt, wel met tonnen dankbaarheid.