Lefffingeleuren - Dag 2: Weinig grote namen, veel ontdekkingen

De Zwerver, 9 september 2022 - 11 september 2022

Lefffingeleuren  - Dag 2: Weinig grote namen, veel ontdekkingen

Wij sluiten de zomer graag af in het polderdorpje Leffinge. En we waren niet de enigen die er ook dit jaar zo over dachten. Op de tweede dag van Leffingeleuren mochten de organisatoren het bordje ‘uitverkocht’ bovenhalen. Op zich een prestatie voor een affiche zonder echt grote namen. Wij stuurden twee verslaggevers uit, die hun eigen weg zochten door de affiche.

Ontdekkingen troef

Mede door toedoen van een fikse wolkbreuk in het Waasland arriveerden we iets te laat om The Lounge Society de festiviteiten te zien openen in de Kapel. Wat we nog wel zagen was evenwel overtuigend genoeg om de naam van dit Britse kwartet alvast te onthouden met het oog op de toekomst. De prille twintigers speelden reeds met de debuut-ep ‘Silk For The Starving’ (2021) uitverkochte shows in het Verenigd Koninkrijk en onlangs verscheen ook eerste album ‘Tired Of Liberty’. De eigenzinnige artpunk, die ze daarop tentoonspreiden, klinkt intens en energiek. En dat was in Leffinge niet anders.

Kiezen is verliezen, het is een bekend gegeven op een festival. En dus was ook Opus Kink - de tweede band die we aangestipt hadden op ons parcours vandaag - reeds aan het optreden begonnen, toen we in zaal De Zwerver aankwamen. Niet erg, want we twijfelen er geen seconde aan dat we dit sextet uit Brighton nog (vaak) zullen terugzien. Een bijzonder aanstekelijke mix van punk, folk en jazz kregen we hier voorgeschoteld, waarbij een belangrijke rol was weggelegd voor twee blazers. Nummers als Dog Stay Down, Mosquito, The Unrepentant Soldier en St. Paul Of The Tarantulas klonken zonder uitzondering opwindend en veelbelovend. De band werd aangevoerd en -gevuurd door charismatisch frontman Angus Rogers die naarmate de set vorderde steeds minder kledingstukken aanhield. Een eerste hoogtepunt van onze festivaldag.

Zo Famous als The Beatles (één van de songtitels) zal het Londense trio, dat we daarna aan het werk zagen in de Kapel, wel nooit worden. En dat lijkt ons ook niet meteen de ambitie. Daarvoor klinkt de postpunk net iets te arty, maar helaas ook te weinig meeslepend. Over de kwaliteit van het songmateriaal willen we tussen pot en pint nog wel eens discussiëren, maar de manier waarop één en ander live werd gebracht in Leffinge was niet van aard om hen veel nieuwe fans op te leveren.

Veel volk stond er vervolgens ook al niet te kijken naar Holiday Ghosts, maar dat had dan weer eerder te maken met de beperkte plaatsen in café De Zwerver. Want de Engelse lofi garage-band rond liefjes Katja Rackin en Samuel Stacpoole, live uitgebreid tot een kwartet, wist ons vrijwel meteen in te pakken met een reeks verfrissende, speelse popsongs, veelal afkomstig van het uitstekende derde album ‘North Street Air’ (2021). Deze Holiday Ghosts was onze volgende hoogvlieger vandaag. Daar kon zelfs een gebroken bassnaar niets aan veranderen. 

Na het versterken van de innerlijke mens besloten we even poolshoogte te gaan nemen in de Onze-Lieve-Vrouwekerk, want daar vond - naar ondertussen goede Leffingeleuren-gewoonte - opnieuw ‘Duyster.live’ plaats. Ayco Duyster en Eppo Janssen cureerden er dit jaar vier artiesten, wij kozen de sessie van Sohnarr uit. Gedurende twintig minuten vergastte gewezen Balthazar-violiste Patricia Vanneste ons, begeleid door een pianist-toetsenman, op een drietal mooie, verstilde songs uit haar neo-klassieke solodebuut ‘Coral Dusk’ (2020). Zonder meer een welgekomen afwisseling tussen al het rockgeweld op de andere podia dat we vandaag gepresenteerd kregen.

Neem nu Ditz, net als Opus Kink afkomstig uit het Britse Brighton en ook al een absoluut hoogtepunt van deze editie. De groep werd eind 2015 opgericht, maar pas begin dit jaar verscheen het volwaardige debuut ‘The Great Regression’, dat ze hier kwamen voorstellen aan een gretig publiek. Joe Talbot (Idles) is één van hun bekendste fans, wij zijn dat na de furieuze show op Leffingeleuren eveneens. Beenharde, messcherpe postpunk met orkaankracht en een androgyne frontman (Cal Francis) om u tegen te zeggen. Songs als Three, I Am Kate Moss, Ded Würst, Summer Of The Shark, Instinct en No Thanks, I’m Full grepen ons meteen bij het nekvel. Francis liet geen kans onbenut om de zaal in te stappen en de toeschouwers tot dansen te bewegen, wat naar de finale toe dan ook in een stevige moshpit ontaardde. Top!

En dan was het eindelijk tijd voor een band die we wél reeds live hadden gezien van tevoren. Whispering Sons werd dan ook terecht als een gevestigde waarde in binnen- en buitenland aangekondigd. Hoewel, we werden voor aanvang van de show aangesproken door iemand die naar eigen zeggen nog nooit van hen had gehoord (no comment!). Het duurde evenwel niet lang vooraleer ook zij helemaal mee was met de donkere, maar dansbare live vibe die zangeres Fenne Kuppens en co telkens weer weten te creëren. Net als Ditz hebben ook zij overigens een link met Idles, want ze speelden in Duitsland een aantal keer in hun voorprogramma. Whispering Sons zijn nog altijd bezig met de promotietournee voor tweede album ‘Several Others’ (2021) en bewezen hier in Leffinge andermaal dat de naar postpunk neigende new wave vooral live overeind blijft staan als een onwrikbaar huis van vertrouwen. Game, set and match! 

Iets minder waren we te spreken over Lebanon Hanover, de laatste live act die we zaterdagnacht aan het werk zagen. Dit Duits-Britse duo (Larissa Georgiou en William Maybelline) maakt al een tiental jaar furore in de ondergrondse coldwavescene met onderkoelde, ietwat ijle muziek die op vrij manifeste wijze knipoogt naar het donkerste van de jaren tachtig. Of ze ooit aan de grote voorbeelden zullen kunnen tippen blijft evenwel een open vraag, want niet alle songs die ze speelden kwamen even goed uit de verf. Bovendien speelde de vermoeidheid ons stilaan parten, waardoor dit een beetje een afsluiter in mineur werd. Wel een gedurfde programmering zo hoog op de affiche van dag twee, het dient gezegd, maar een volle zaal lokten ze hiermee niet (meer).

Duyster komt naar je toe deze zomer

Wij begonnen onze ontdekkingstocht om halfdrie in de grote zaal met Mayorga. Het viertal rond Helena Mayorga Paredes is momenteel “Belofte van de maand” op Radio Willy en dus vulden nieuwsgierigen met mondjesmaat de zaal om het snoepje te wikken en te wegen. Dit optreden in Leffinge was nog maar het vierde optreden in het bestaan van Mayorga. We kregen een set te horen waar de arbeidsvreugde en inzet van afdroop, maar die vooral was opgebouwd uit songs waaraan nog kan geschaafd worden. Dat ze "het" in zich hebben, bleek uit een eigenzinnige cover van Love Song (The Cure), eindigend in een streepje melodica. Of we nu vrolijke songs als Weekend Lover of Girl Crush (in Leffinge aangekondigd als de nieuwe single) kregen, dan wel trieste nummers als High High, de meiden op het podium hadden lol met een knipoog naar de kapriolen van Wet Leg. Enkel de drummer sloeg het allemaal nogal stoïcijns gade, een mooie balans. Het was misschien vooral het aanstekelijke enthousiasme van de songs dat ons bij de les hield, maar we zien Mayorga graag binnenkort terug. Dat kan later deze week in Trix (support voor Pip Blom) of volgende week in Gent aan de gloednieuwe Arsenaal-site.

Voor beloftevolle artiesten heeft Leffingeleuren een eigen podium: de Buskerstage. We passeerden er vooral al pendelend tussen de podia van het festival. Zo bleven we onderweg van Opus Kink naar Famous even hangen bij de intrigerende Telefreak. De freak in kwestie heet Stijn Cottenie en hij deed iets dat zowel lo-fi ademde als de B52’s wou eren. Als eenmansorkest produceerde hij lawijt voor een vierkoppige band. “Is ’t luid genoeg?”, vroeg hij aan het publiek. Ja, het was luid genoeg. Erg onderhoudende stop in de schaduw van de kerk. Le freak, c’est chic!

Na de ontwapenend schijtezatte levensliederen van Famous en de bluesy grunge van The Mysterines hadden we wel nood aan een moment van bezinning. Perfecte timing om ons in de kerk van Leffinge te nestelen voor een rondje 'Duyster.Live'. Het is intussen een traditie geworden dat Ayco Duyster en Eppo Janssen een handvol troetelkindjes uitnodigen om in de kerk een korte akoestische set te spelen. Loverman mocht dit jaar de spits afbijten. En bijten, dat deed James de Graef wel degelijk. Als Loverman beet hij subtiel. Later op de avond zou hij als frontman/brulboei van Shht ook nog gemeen bijten. De man etaleerde een stem waarvan we net niet achterover vielen (dat enkel dankzij de kerkstoelen). Duisterdonker maar toch ook zacht, rauw maar toch ook gepolijst. Hij speelde overigens zodanig stil dat je zelfs in de muisstille kerk de oren moest spitsen om de muziek smachtend te ontvangen. De tweede song zette Loverman in zonder microfoon, enkel drijvend op de akoestiek van de kerk. Groots minimalisme. Tijdens afsluiter Into The Night stond dan weer plots een zangeres op in de middenbeuk. Of dat spontaan of voorbereid was, daar hadden we het raden naar, maar dat past in het mysterie van ons geloof in Loverman.

Niet alleen James de Graef mocht twee keer acte de presence geven op zaterdag. Ook de portables draaiden een dubbele shift. Bij Duyster kwamen ze op visite met een bloemlezing uit de vijfentwintigjarige carriere. “Je weet dat jullie maar twintig minuten hebben voor deze sessie”, merkte Ayco Duyster op. “We zullen zien”, was het laconieke antwoord van Wio. De portables hielden woord en brachten een medley waarin we heen en weer geflitst werden tussen de vroegste dagen met songs uit zelf-gereleaste gammele cassettes en recentere flarden uit songs als Undercurrent of Uuflakki Space Station. Tweeënhalve decennia werden zo majestueus samengebald in deze sessie. Een verdiend eerbetoon aan het eigen oeuvre, eindigend met een Vegetarian Barbecue. Het signaal voor ons om buiten toch eens een garnaalkroket te gaan proeven.

We ontsnapten niet enkel voor garnaalkroketjes uit onze Duyster-capsule, maar probeerden in de korte pauzes ook nog wat andere podia mee te pikken. Zo zagen we een kort stukje van Tess Parks (met schurende stem à la Kirstin Hersh, die naar meer deed verlangen), Shht (met dolgedraaide Loverman die vooral nieuw werk afschoot, maar ook James Blunt niet onaangeraakt liet) en Tucan (beetje jazz, beetje kraut, beetje postrock). Die laatsten klonken dan wel interessant, maar toch keerden we terug voor de hoofdmoot van 'Duyster.Live'. Het Australische Mess Esque beperkte zich niet tot een sessie, maar mocht een volwaardige show brengen. Daar knelde misschien wel het schoentje, want na een aantal songs zagen we meer en meer mensen de kerk verlaten. Frontvrouw Helen Franzman zelf was vol lof over de locatie. “Dit is zo mooi. We speelden nog nooit in een kerk”. Na de regenbui, die over Leffinge trok, voelde Mess Esque dan ook als een warm dekentje, bestaand uit een ongemakkelijke prikkend stofje. Melodieën haperden in onderhuidse, tegendraadse uithalen. Misschien ironisch, maar net die continue spanning en zoektocht zorgde er een beetje voor dat de spanning verdween en dat we ophielden met zoeken.

Ook de zang van Helen Franzman had iets intrigerends, maar we slaagden er niet in ons eraan vast te haken. Nochtans was Mess Esque een gepast huisorkest voor dit side event van Leffingeleuren, want gitarist Mick Turner is tevens lid van Dirty Three en die band zat al in de tweede maand van het radio-programma in het jaar 2000 in de playlist. Toch nog steeds iets minder impressionant dan de portables, want zij mochten al in week zes van Duyster op de radio (en zouden daar nog met dertig andere songs passeren in de loop der jaren), terwijl Köhn, het soloproject van zanger-toetsenist-weirdtronica Jürgen Deblonde – al in de allereerste Duyster zat. Kortom, voldoende voer om ons na Mess Esque stante pede naar de tweede passage van de portables te reppen.

De portables switchten van het verleden naar het heden en de toekomst met een set opgebouwd rond de nieuwe plaat. Nieuwer kon haast niet, want de eerste exemplaren van die dubbelelpee rolden net voor het optreden van de persen, net op tijd om in Leffinge aan de man te brengen. Die plaat bestaat uit vier songs, die elk rond het kwartier aftikken. En zo geschiedde ook in de Kapel op Leffingeleuren. Collective Disguise en Uuflakki Space Station waren langgerekte jams die ons alle hoeken van het universum lieten horen, voelen en zien. Dat laatste haalden we vooral uit onze verbeelding, want met enkel sterke spots als tegenlicht, konden we de bandleden amper ontwaren. Een beetje jammer, want wij houden wel van de visuals van de portables. Het laatste halfuur van de set was zo mogelijk nog meer bevreemdend. De vijf bandleden musiceerden alsof ze onderweg naar een ver sterrenstelsel op zoek waren naar een tankstation in de ruimte. Wij reisden mee en genoten van elke seconde. Een publiek een uur lang boeien met een eindeloze nu eens kosmische, dan weer komische groove, faut le faire! Ze doen het truukje op donderdag 15 september nog eens over in Gent.

Na deze tijdloze futuristische trip met de portables, konden we ons met Whispering Sons en Lebanon Hanover respectievelijk fris en dogmatisch laven aan de jaren tachtig. Dat leest u elders op deze site, dus trokken wij tussenin even naar Cafe De Zwerver voor het Amerikaanse trio Triptides. Slechts een paar dozijn mensen hadden de weg gevonden naar het cafe, maar de jongens uit LA gaven de aanwezigen overschot van gelijk met een frisse kijk op (h)eerlijke rock-’n-roll in de traditie van Tom Petty, The Byrds of The Posies. We kwamen aanvankelijk gewoon even piepen, maar de songs van Triptides grepen ons bij het nekvel en hielden ons aan dat podium (de nootjes en zoute stokjes op de toog speelden mogelijk ook een rol in onze keuze). De band zit blijkbaar al aan het zevende album. Voor ons was het een late ontdekking.

In de Kapel hadden we het grootste stuk van surprise-act Willy “I like the smell of napalm in the morning” Organ gemist (keuzestress, meneer), maar we konden aan het eind van de avond wel nog een groot stuk meepikken van de energie die Lander & Adriaan aldaar ophitsten. Met toetsenarsenaal en drumkit opgesteld in het midden van de zaal, voltrok zich een feestje, dat iets weghad van een kermis aan floorfillers. Het concept van Adriaan Van de Velde en Lander Gyselinck is even simpel als geniaal: eerstgenoemde tovert een onweerstaanbare groove tevoorschijn, laatstgenoemde mept erover heen en zorgt ervoor dat geen enkele gegijzelde ontsnapt. Coole afsluiter van een geslaagde festivaldag!

Leffingeleuren 10/9/2022

Jan Vael / Christophe Demunter

13 september 2022
Gast