Joan As Police Woman, Cassandra Jenkins - New Yorkers in Antwerpen

Openluchttheater, 12 augustus 2025

Joan As Police Woman, Cassandra Jenkins - New Yorkers in Antwerpen

Een zwoele zomeravond. Nergens beter om te vertoeven dan in het OLT Rivierenhof in Deurne. Zeker niet als daar een blik straffe madammen wordt opengetrokken, al lieten de heren zich ook niet onbetuigd.

De avond begon met Naima Joris en Vitja Pauwels, maar om half acht zaten wij nog ergens op ons fietszadel. Wel op tijd waren we voor Cassandra Jenkins. De New Yorkse wordt beter met elk album en ‘An Overview On Phemonenal Nature’ en ‘My Light, My Destroyer’ waren voor ons de redenen om vanavond naar Deurne af te zakken. Haar show in de Botanique in november vorig jaar moesten we helaas aan ons laten voorbijgaan. Eén dezer dagen brengt Jenkins trouwens een vierde album uit, maar dat is een “specialleke”. Meer daarover later. Eerst naar de show van dinsdag, de eerste in Antwerpen en meteen op deze prachtige plek en samen met de vrienden van Joan As Police Woman. Leuk om die hier te ontmoeten aan de andere kant van de Grote Plas. En ook samen met drummer Noah Hecht, gitarist Adam Brisbin en bassist Ian Davis. Drie heren met ongelooflijk veel talent die zich helemaal ten dienste stellen van de prachtsongs van Jenkins. Hecht doet dat (meestal) door de drums te strelen in plaats van te slaan, terwijl Brisbin het zout op de patatten is met zijn “gebroken” gitaarsound. Davis is dan weer het betrouwbare anker en ook (mede)auteur van songs als Halley en Petco.

Openen deden Jenkins en band met Devotion, net zoals op de laatste plaat. De song verhaalt over een proces van transformatie van wanhoop naar hoop en dat is iets wat Jenkins zelf goed kent. Als veertigjarige heeft ze natuurlijk al een half leven geleefd, maar er was ook het verpletterende verlies van haar vriend, David Berman van Silver Jews, een trauma dat aan bod komt in een aantal van de nummers zoals Ambiguous Norway en New Bikini. En ze is ook erg bezorgd over de staat van de wereld, zo bleek uit het voorwoordje bij Hard Drive, waarvoor ze zelfs een nieuwe tekst schreef nadat Trump werd herverkozen. “Het is belangrijker dan ooit om de aarde, die we onze thuis noemen, te koesteren en om je te verzetten tegen dingen zoals de genocide in Gaza en mannen als Poetin en Trump”, klonk het. Maar er waren ook luchtige momenten. Zo bekende ze na Omakase dat ze een stuk tekst vergat, omdat ze oogcontact met iemand had gemaakt en even alles was vergeten. Het grappige is dat het nummer in kwestie onder andere gaat over hoe je in bepaalde omstandigheden niet mag lachen, maar dat toch doet, omdat er maar één oogcontact nodig is met een ander om dat toch te doen.

En zo pakte Jenkins het OLT zachtjes in. De combinatie van geweldige songs, haar oprechtheid (“Die nieuwe bikini waarvan sprake is ondertussen ook al zes jaar oud”), het gruizige gitaarspel, de welgemikte samples en geluidjes, die nogal wat songs voorafgingen, en haar natuurlijke houding op het podium zorgde voor een deugddoende luisterervaring, die werd afgesloten met publieksfavoriet Clams Casino. Maar niet voordat het publiek mocht kiezen tussen een dramatische, passionele lovesong en een uitgeklede versie over sterren. Het werd het laatste (Halley). Wel toepasselijk voor de nacht, waarop de Perseïden weer voor een meteorietenregen zouden zorgen…

En oh ja: die nieuwe plaat, die één dezer wordt uitgebracht, heet ‘My Light, My Massage Parlor’. Ze zal rustige versies bevatten van op ‘My Light, My Destroyer’. Jenkins zelf noemde het haar massageplaat. “Ik ben over de veertig. Dus ik vind dat ik het recht heb om zo’n plaat te maken. Bovendien maakte een vriendin van mij (Nandi Rose Plunkett van Half Waif) de plaat ‘Lavender’ en sindsdien krijgt ze regelmatig lavendel van mensen. (knipoog)” In Only One heeft ze het over “massage parlor window glass”, verwijzend naar een massagesalon in haar buurt en onrechtstreeks de aanleiding tot de nieuwe plaat.

De sound van Joan As Police Woman verschilt danig van die van Jenkins, maar er waren ook wel enkele overeenkomsten tussen de twee. Net als Jenkins komt Joan Wasser uit New York en ook zij had twee geweldige muzikanten meegebracht. Bovendien startte ook zij met The Dream, de openingstrack van haar meest recente album ‘Lemons, Limes and Orchids’. Daarmee leek ze de soulkaart te trekken, maar Wasser is even chaotisch als de stad waarin ze leeft. Wat een contrast met Jenkins die eerder een Suzanne Vega-rust uitstraalde. En ook al leek ze hyper en erg enthousiast, toch kroop ze voor de tweede song (Full-Time Heist) achter een zwarte vleugelpiano om van daaruit die gevoelige ballade te brengen. Het zou een avond vol verschillende sferen worden. 

De laatste keer, dat we Joan As Police Woman aan het werk zagen, was op Crossing Border 2011. Toen had ze nog twee drummers bij zich, menen we ons te herinneren. Dat is anno 2025 niet meer nodig. Jeremy Gustin is een powerhouse op zich. Zijn ingenieus en energiek drummen deed menige mond openvallen. En ook gitarist Will Graefe tilde menige song een paar etages hoger. Bovendien bleken beiden ook geweldige zangers te zijn. Wasser nam ons nog verder mee terug in de tijd: naar 2006. Ze herinnerde zich hoe ze na die show hier in hetzelfde openluchttheater op de laatste rij ging zitten, naar de sterren keek en genoot van de set van Low. Eén van de absolute hoogtepunten van haar tour-ervaringen ooit.

Zelf speelt ze nochtans geen slowcore. Warning Bell, de lange titeltrack van de nieuwe plaat, en een extra trage versie van Valid Jagger kwamen nog enigszins in de buurt, maar in Long For Ruin ging de band helemaal los met Graefe en Gustin in de hoofdrol. Oudje Flushed Chest mikte met het speelse ritme dan weer op de dansbenen en kon rekenen op herkenningsapplaus. Er werd vooral geput uit de nieuwe plaat en ‘Damned Devotion’ uit 2018, maar Wasser en co keerden dus ook occasioneel terug naar ‘To Survive’ (2008) en zelfs naar debuutplaat ‘Real Life’. Daaruit kregen we The Ride, maar wel in een bijna onherkenbare versie. Graefe zette in op Spaanse gitaar en Wasser zong van achter de vleugel, terwijl Gustin liet horen dat hij ook heel subtiel kon drummen.

Na Oh Joan eiste hij nog een keer de spotlights op met een lange solo waarbij hij verschillende drumtechnieken demonstreerde. Achtereenvolgens gebruikte hij gewone sticks, dan weer metalen stokjes die er een beetjet uit zagen als kloppers van een mixer, dan de handen om te eindigen met borstels. De solo ging naadloos over in Eternal Flame, ook al uit dat debuut. Met een stomende versie van The Magic, hun grootste hit uit 'The Deep Field', dankte Wasser werkelijk iedereen, van de technici tot en met de vrijwilligers van de avond. Dat ze daarbij regelmatig struikelde over de uitspraak van de Vlaamse namen, dekte iedereen toe met de mantel der liefde. De band mocht zo terugkeren voor een bisronde en verraste daarin met een tedere cover van Whispering Pines van The Band. Tribute To Holding On zond tot slot iedereen huiswaarts, maar niet zonder te passeren aan de merchandise. Hoe konden we Wasser immers laten betalen om de overgebleven vinylplaten terug mee naar huis te nemen?

13 augustus 2025
Marc Alenus