Dour Festival 2017 - Dag 5: Point final of net niet
Festivalterrein, 12 juli 2017 - 16 juli 2017
Lood in de benen, stof in de neusgaten. Na vijf dagen voel je je stilaan fysiek “op”, maar mentaal kan je best nog wel een dagje aan. (kvl) en (cd) laafden zich een allerlaatste keer aan het Dour Festival. Een slotdag die best wel wat toppers in huis bleek te hebben!
Wanneer Dour zijn vijfde dag ingaat, heb je intussen vrienden gemaakt. Vrienden die in je oor kletsen zonder dat je er een yota van snapt. Of vrienden die je tips voor de volgende dag proberen te slijten. Zo kwamen we via een Franse bakkersjongen terecht bij de Bretoense hiphopper Lorenzo. Het was de verjaardag van één van de mederappers van Lorenzo die avond (wij vermoeden dat dat misschien elke avond het geval is) en hij kreeg als cadeau een joint die zo groot was dat er twee man nodig was om hem op het podium te dragen. In zijn songs bewierookt hij ook de geneugten van de cannabis op karikaturale wijze. Bijvoorbeeld in Fume A Fond, met de vrouwvriendelijke tekst, die vrij vertaald als volgt gaat: “Elke avond moet er gerookt worden, een hand voor de joint, de andere blijft vrij voor je tetten”. Het is maar om te lachen natuurlijk.
Ook om te lachen, maar dan eerder tragikomisch, zijn Sleaford Mods; twee mannen die samen in een caravan in een trailer park in Nottingham leven omdat ze zich geen huur kunnen veroorloven. Zo stelden we het ons toch voor. En door stom toeval hadden ze ontdekt dat één van hen talent had voor beats en de andere niet onaardig kon zingen. En nu waren ze met hun caravan de wijde wereld in getrokken. Het had hen gebracht langs plaatsen die ze voordien niet eens op postkaarten hadden gezien. Dat waren hun eigen woorden. Misschien is een deel van dat alles pose, maar het kwam wel geloofwaardig over.
Ze hadden in La Caverne een laptop bij die gered leek uit het containerpark, een microfoon en een microfoonstatief. Laptopman Andrew Fearn zag eruit alsof hij tien minuten geleden het warm water had uitgevonden. Hij duwde op de spatiebalk van zijn laptop om een nummer te starten en genoot verder van zijn blikje Jupiler, terwijl zanger Jason Williamson zijn frustratie over de hedendaagse, Engelse maatschappij uitte in de microfoon. Maar de mannen kunnen songs schrijven, die stuk voor stuk vaart maken. Na een tijdje kregen ze het publiek op de hand en de ruimte, waar gepogood werd, werd groter en groter vanaf Routine Dean. Bij Jolly Fucker zong iemand achter ons elk woord heel luid mee. Hij had zich vast herkend in de sociaal-realistische werkmenspoëzie.
Eerder op de dag hadden we in La Caverne ook al Millionaire en Hanni El Khatib voorgeschoteld gekregen. Een week geleden misten we de killer show van Millionaire op het Cactusfestival, dus trokken we met erg grote honger naar het optreden in Dour. Helaas leek het geluid met hetzelfde probleem te kampen als de crowdsurfer, die ons continu om een opstapje vroeg: meer dan vijf rijen ver geraakte hij niet. De galm op Tim Vanhamels stem was het stuk varkensvel in de erwtensoep, die uit de luidsprekers stroomde. Op Busy Man na gingen de meeste songs uit recente plaat 'Sciencing' de dikke mist in. Aan de nieuwe songs lag het niet, want ook toen Vanhamel zei dat het tijd was voor de “oldskool”, klonk I'm On A High alsof we slechte oordoppen in hadden. Champagne leek even boven de geluidsbrij uit te steken, maar kon de tent toch ook niet in de fik houden. We bleven met het gevoel achter dat dit na het magistrale optreden in Brugge vooral een gemiste kans was. En dat we op hetzelfde moment misschien toch beter voor Romeo Elvis & Le Motel hadden gekozen.
La Caverne kon je bezwaarlijk met de vinger wijzen voor het in de soep gedraaide optreden van Millionaire. Toen Hanni El Khatib een uurtje later in dezelfde tent aantrad, klonk het wel haarscherp. Met de muziek van El Khatib is het altijd zomer... umm, zelfs in juli! Dat de schorpioen op 's mans backdrop er vervaarlijker uitzag dan zijn muziek klonk, kon ons eigenlijk niet schelen. Bijster origineel was het allemaal niet, maar songs als Savage Times waren de ideale aanzet om de laatste nacht van Dour 2017 in te gaan.
Die laatste nacht gingen we eigenlijk al halfweg El Khatibs optreden in want vijftig meter verderop wachtten Young Fathers ons op. Het “plan” was tien minuutjes Young Fathers mee te pikken vooraleer ons richting The Last Arena te begeven voor Metronomy. We zijn er nooit geraakt. U begrijpt het al: Young Fathers werd een van de beste concerten van deze Dour-editie! We waren de band de voorbije paar jaar uit het oog verloren maar de Schotse melting pot staat er weer.
Vroeg in de set leek de band met Queen Is Dead, War en Get Up al het kruit te verschieten, maar algauw werd duidelijk dat dit niet om de songs draaide. De drie hiphoppers bouwden in geen tijd een spanningsveld op dat westerse grootstadswaanzin voor een plaats deed vechten met tribale, primaire ritmes; de drummer in de achtergrond kaapte je bewustzijn weg met mokerslagen die Metronomy tot een futiele voetnoot herleidden. Een Dourmoment om te koesteren!
Carl Craig is al lang geen werkmens meer, al zal hij dat ooit misschien wel geweest zijn. En in zijn thuisbasis Detroit is hij allicht ook geen toonbeeld van sociale mobiliteit. Maar de man is een heer geworden en kwam stijlvol voor de dag met hoed, zonnebril en zwarte outfit. Hij had een vleugelpiano en vier synthesizers meegebracht en speelde geen technonummers, maar heuse composities uitgeschreven op partituren. De opstelling en aankleding deed aan Kraftwerk denken. Mooie visuals waren er ook; met vrouwengezichten en zwart-wit-grafieken. Desire begon met een stukje vleugelpiano. Het paste mooi bij de ritmesectie die Carl Craig er na een tijdje aan toevoegde, en de synthesizers legden subtiele accenten. Soms waren dat blazers, in Domina was het eerder iets dat op dwarsfluit leek. Tussen de nummers door werden samples als bindteksten afgespeeld, bijvoorbeeld de bekende “I have a dream”-passage uit Martin Luther Kings speech. De sample loste op in The Melody, het laatste nummer van een verbluffend mooie set.
Aansluitend op Carl Craig, gingen we wat dansen op Jon Hopkins; omdat we graag dansen op Jon Hopkins. Hij draaide de betere techno vlekkeloos aaneen behalve op één moment toen zijn computer het liet afweten. Geen probleem; een Mac start tegenwoordig snel terug op en de set leed er niet onder. Mooi ook hoe de man, die de visuals verzorgde, aan de zijkant achter zijn laptop mee stond te dansen.
Kiasmos hadden we ook vetjes aangevinkt, maar we zwichtten toch voor de top of the bill van de dag: Justice. Achteraf gezien misschien een suboptimale keuze. Ja, het Franse duo had de meest verbluffende lichtshow van het festival. Ja, The Last Arena was danig volgelopen. Ja, hitjes als D.A.N.C.E. of Genesis zogen na vijf dagen de laatste energie uit een half miljoen ledematen. Toch werd het optreden niet de apoteose waarop we hadden gehoopt. Tussen de vermelde hitjes in kregen we vooral middelmatige brugjes. De imposante lichtbatterijen die boven Gaspard Augé en Xavier de Rosnay bengelden en de muur aan Marshall-versterkers-die-lichtbakken-bleken-te-zijn slaagden er bijna in de ongeïnspireerde vertoning te doen vergeten. Maar als wij lichtjes willen zien, dan gaan wij wel naar een lichtfestival, mijnheer! We Are Your Friends had na vijf dagen het ultieme anthem van Dour kunnen worden, maar de song werd mashup-gewijs afgehaspeld tijdens Waters Of Nazareth. Afsluiters Chorus en Audio, Video, Disco waren hectisch en plat tegelijk. Even leek het dat het duo alsnog voluit zou gaan, maar na vierenzeventig minuten zat de show erop. Alsof de cdr's van tachtig minuten opgebruikt waren en het dan maar een setje van vierenzeventig minuten werd. Augé en de Rosnay vulden de resterende tien minuten op met een potje zelfverheerlijking vooraan het podium en in de voorste rijen.
Voor ons een subtiel teken om een allerlaatste keer richting Le Bar du Petit Bois te trekken. kwestie van de resterende drankbonnen op te consumeren en nog even na te kaarten over alweer een geslaagd Dour. Headliners daagden niet op of stelden soms teleur, maar de collectieve inspanning van de honderden kleine, vaak volstrekt onbekende, artiesten op de affiche, maakten Dour ook dit weer tot de onbeschrijfbare beleving die het festival elk jaar weer is. Exit Dour 2017... we tellen af naar Dour 2018!