Chris Cohen - Zuchtend zomerbriesje
Blikfabriek, 3 augustus 2025
Een concert om vier uur. Nee, niet in de ochtend, maar 's namiddags. Het is een keer iets anders. Maar het bleek goed voor een frisse wind doorheen de prachtige site, die de Blikfabriek is.
Dat het net Peter Daems was, die de organisatie van dit concert voor zijn rekening nam, zal wie de man een beetje kent, niks verbazen. Bovendien ligt de site, waar ook nog plaats is voor allerlei andere creatieve activiteiten, in Hoboken in zijn achtertuin. En betalen kon je naar believen. Nog eens een extra motivatie om je naar de rand van de Koekenstad te begeven.
Nu staat die Peter Daems eerder bekend voor zijn adresboekje met daarin allerlei meer of minder obscure punk- en hardcorebands naast ander schorremorrie, maar in de Blikfabriek was het niemand minder dan Chris Cohen, die opwachting maakte tussen de rondhossende koters en ander hip volk. Met diens typische, relaxte sound leek het wel of hij het zachtjes door het weelderig versierde terrein zuchtende windje wou ondersteunen. En Cohen vond het dan nog vreemd dat de Club Tropicana (een tot zwembad met discobar omgebouwde caravan vol joelende kinderen) gesloten werd tijdens het optreden. Om maar te zeggen dat het geen toeval was dat de protagonist op sandalen op het houden podium in het centrum van de stek stond.
Cohen staat al vier albums lang voor een heel eigen soort softindiepop. En die vlag dekt de lading ook maar voor een deeltje. Jazz wordt het ook wel eens genoemd, ook al vindt hij die omschrijving zelf helemaal niet passen. De hem eigen, fluweelzachte manier van zingen is bijzonder moeilijk te benoemen, maar weet je steevast in een soort van wiegende trance te brengen. Dat was ook het geval in Hoboken, waar hij uit de hele solodiscografie (vier albums) een mooie selectie maakte met – een beetje logisch – de nadruk op de meest recente plaat 'Paint A Room'.
In tegenstelling tot de laatste keer dat wij hem zagen (in 2013 alweer), maakte hij een veel meer ontspannen indruk. Misschien had die vier jaar onthouding (sinds de vorige, titelloze plaat) de man goed gedaan. Hoe dan ook leek hij vanaf opener Cobb Estate tot aan bisnummer Monad (met de fraaie instrumentale break) te genieten van dit optreden. Bovendien gaf hij bij de meeste van de songs een woordje uitleg, hetgeen de show net dat tikkeltje meer panache gaf. Zo maakten we kennis met zijn ouders (Green Eyes over zijn vader, In A Fable over zijn moeder), zijn buurman (Randy's Chimes) en leerden we dat de tekst van Physical Address grotendeels bestond uit wat er in de VS op een aanvraag voor een uitkering staat.
En dan was er nog de uitstekende band, die hij bij zich had met de bekkentrekkende drummer met een duidelijke voorliefde voor jazzdrumrolls, het subtiele toetsenspel en de tweede stem van Jay Israelson en het passende baswerk van Joe Lyle evenals diens occasionele tweede stem. Zelf nam Cohen de gitaar voor zijn rekening met eerder ingetogen, eenvoudige, maar daarom niet minder krachtige klanken en hier en daar een korte solo als extraatje.
Wij stipten het titelnummer van de meest recente plaat en de afsluiter As If Apart (uit de gelijknamige langspeler) aan als hoogtepunten, maar dat moet dan geweest zijn omdat we vooraf te aandachtig aan het luisteren waren om notities te nemen. De man speelt op donderdag 7 augustus in de Brusselse Cheval Marin. Als u enigszins de kans ziet om daarbij te zijn, kunnen wij dat ten zeerste aanraden.