Better Oblivion Community Center - Dubbele regenboog

De Roma, 8 mei 2019

Better Oblivion Community Center - Dubbele regenboog

Conor Oberst (Bright Eyes, Monsters of Folk,...) en Phoebe Bridgers ontmoetten elkaar in 2016. Dit jaar kwam er dan plots een album van het duo uit en ging die nieuwe band zelfs op tournee. Als twee zulke kanjers dan ook nog eens in De Roma passeren, dan mochten we dat niet missen.

“I’m all talk”, zong Christian Lee Hutson, de opener van de avond. En ja, de lang opgeschoten koorknaap uit Santa Monica had een vlotte babbel. Hij zat niet verlegen voor een praatje met een fan die hem (of meer waarschijnlijk Bridgers en Oberst) achterna gereisd was uit Berlijn en had een paar leuke verhalen te vertellen. Maar er zaten ook een paar gevoelige kampvuursongs in zijn mouw. Die toverden zijn slanke, elegante vingers uit de snaren van de semi-akoestische gitaar, en ong hij met heldere stem. Het is weinigen gegeven om met onbekende nummers en enkel gitaar en stem een halfuur te boeien, maar deze schijnbaar ideale schoonzoon met het keurige hemdje onder de blauwe blazer had er weinig moeite mee.

Nu is die kerel niet de eerste de beste. Ook al is er bijna geen muziek van hem online te vinden, toch is hij al een tijd actief en werkt hij momenteel aan een derde album. Hij is ook erg belangrijk binnen Better Oblivion Community Center: naast Phoebe Bridgers en Conor Oberst is hij degene die het meest vermeld wordt in de credits van dat geweldige album (lees hier de recensie) en hij maakt ook deel uit van de live band als gitarist en toetsenist.

Op die plaat is het een komen en gaan van studiomuzikanten, maar vanavond waren er maar vijf aanwezigen in het BOCC. Naast de drie reeds genoemde, tekenden ook Emily Retsas (bas) en drummer Marshall Vore present. Beiden komen uit de entourage van Bridgers en staan garant voor een betrouwbare ritmesectie. Maar de kern van de band bestaat dus uit Bridgers, Oberst en Hutson. En doordat vooral de eerste twee vooraan op het podium staan en zingen, is het de chemie tussen hen die BOCC zo speciaal maakt. Tijdens de eerste songs (My City, Big Black Heart en Sleepwalkin’) was het nog wat aftasten om de stemmen dezelfde magie te laten opwekken als op plaat en ook het geluid zat niet helemaal snor, maar alles leek op zijn plaats te vallen bij Dylan Thomas.

En dat was ook het signaal voor Bridgers – en later ook voor Oberst – om los te komen tussen de songs in en het Antwerpse publiek te trakteren op een paar welgemikte bindteksten. “This one’s a bummer”, zo kondigde Bridgers het eerste nummer aan, dat niet van BOCC is, maar van haarzelf: het intense Would You Rather, waarop Conor ook al meezong op haar fantastische album ‘Stranger In The Alps’. Dat deed hij ook hier, maar verder was er enkel wat pianobegeleiding door Hutson.

Forest Lawn werd aangekondigd als uniek, omdat het wellicht de enige song is die zowel over karaoke als over een begraafplaats gaat. Oberst was het daar niet helemaal mee eens, maar hij voorzag de song wel van een mooi weeklagende slidegitaar. En het bleef een prachtig nummer, ook al deed Vore zijn best om het wat te verpesten met een verkeerd gemikte koebel.

Van Exception To The Rule waren we op plaat al niet al te dol en ook al werd het vanavond gebracht vanuit strandstoelen en zorgde het voor een vrolijke noot, toch was het wachten op de gitaarduels in Can’t Hardly Wait (een cover van The Replacements) om een volgend hoogepunt mee te maken. Ze bewezen hoe close het drietal Oberst, Bridgers en Hutson wel is. Zeker toen de laatste twee door de knieën gingen en met de hoofden tegen elkaar verder duelleerden, sprongen de gensters van het podium.

Amper daarvan bekomen, werd Chesapeake ingezet. Het was al één van de hoogtepunten van de plaat en in de live versie, die door Hutson werd begeleid met een theremin (als we het goed gezien hebben), bedaarden dan wel de gemoederen, maar zorgde de song wel voor de eerste tranen van ontroering.

Ondertussen waren de eigen songs van de plaat bijna opgesoupeerd. Maar geen nood: Oberst had nog wat songs van Bright Eyes achter de hand. Er kon nog een cover gespeeld worden van Daniel Johnston (Devil Town), er was nog het luchtige, nieuwe Little Trouble dat na de plaat uitkwam en ook Bridgers had nog een eigen nummer in de aanbieding, al werd Funeral door Oberst omgetoverd in een furieuze rocksong. Vreemd genoeg bleef onze favoriete Bridgers-song ook in deze versie overeind. Bij rouw hoort blijkbaar ook woede.

“It will end in tears”, stond er boven de deur van het Better Oblivion Community Center op de backdrop en dat werd bewaarheid door het gevoelige Didn’t Know What I Was In For, al ontsnapte de band niet aan een bisronde. En daarin kregen we nog Easy/Lucky/Free van Bright Eyes en Dominos, waarbij de spots voor een dubbele regenboog zorgden. De zon scheen dus alweer door de tranen heen. De laatste woorden van die song zijn dan ook toepasselijk: “There’s always tomorrow.” En dan blijven ook de herinneringen aan deze geweldige show.

9 mei 2019
Marc Alenus