Best Kept Secret - Patatje paddestoel
Hilvarenbeek (NL), 9 juni 2023 - 11 juni 2023
Volgend jaar blaast Best Kept Secret tien kaarsjes uit en dat mag best een dik feestje worden als bekroning op de negen edities die we al kregen. Ook dit jaar waren we te gast in de schaduw (nou ja...) van de Beekse Bergen voor drie dagen eigenzinnig geprogrammeerde muziek. Zonder echt ronkende headliners lijken de bekendere namen lukraak over de dag gespreid en niet netjes opgespaard tot het einde van de dag. Een leuke ontdekkingsreis in een erg feeëriek kader. Nadat onze fotograaf twee dagen in zijn eentje de honneurs waarnam (zie hier en hier - respect voor het sleuren met lenzen onder de loden hitte!), vonden op dag drie eindelijk ook onze balpen en notitieboekje de weg naar Hilvarenbeek.
We vielen al op slechtere feestjes binnen dan dat van Julia Jacklin in de Two (het tweede belangrijkste podium dus, Nederlanders houden het graag eenvoudig en doorzichtig). Met de zweverige stem als prominentste instrument serveerde de Australische singer-songwriter een uurtje lang zeemzoete liedjes. Songs als Love, Try Not To Let Go of Head Alone kabbelden meanderend als waren het vergeten nummers van Fleetwood Mac, maar de band mocht evenzeer al eens een weerhaakje door de speakers jagen. Ook voor Julia Jacklin werd het stilaan te warm in de tent, want ze gaf tijdens Ignore Tenderness toe flarden van de tekst vergeten te zijn. Oververhitte hersenpan? Toen ze de laatste twee songs aankondigde, leek het alsof we veel te vroeg uit een droom wakker geschud werden. Maar geen nood, er stonden nog heel wat bands te wachten op andere podia.
Zoals gewoonlijk, is een festivalplanning niet goed voor onze fomo. Voor Julia Jacklin moesten we Sorry links laten liggen (maar we hadden zeker geen spijt van onze keuze). Even later was het dan weer kiezen tussen Kurt Vile en Lambrini Girls. Onder een loden zon vatten we post aan de One (juist, het hoofdpodium!) voor Kurt Vile & The Violators. Zonnebrandcrème was voor een keertje meer essentieel dan oordopjes. Bij het publiek brandde de zon genadeloos in de nek, de band was dan weer gedoemd tegen het verblindende zonlicht in te spelen. Enkel Kurt Vile zelf kon zich verstoppen achter de lange lokken die als parasol dienden. Onder die omstandigheden was de relatief gezapige, lome set, die hij afleverde, aangenaam gezelschap.
Gehuld in Waylon Jennings-T-shirt, trapte hij af met Palace Of OKV In Reverse uit de recentste plaat '(Watch My Moves)' (2022). Uit die plaat kregen we midden in de set ook nog Hey Like A Child, Say The Word ("over mijn religie") en Mount Airy Hill ("waar ik vandaag kom"). Vile droeg Bassackwards op aan zijn Belgische boeker Steven en was ook attent voor het publiek: "We love you, we missed you." Het klonk oprecht uit de mond van de man die iets eerder had toegegeven eigenlijk nog maar pas wakker te zijn. Enkel de lekker lang uitgesponnen finale met het wah-wah-pedaaltje aan het slot van Waking On A Pretty Day schudde ons even wakker. Maar meer opwinding hoefde niet. Het was rustig vertoeven in de armen van Kurt Vile daar in de verschroeiende hitte.
Julia Jacklin had opgemerkt dat na haar "de beste band in de wereld" zou spelen. Nog in een Julia-roes volgden we die aanbeveling op en zochten schaduw in de Two-tent bij Japanese Breakfast. De gong, die centraal op het podium stond, deed ons vermoeden dat dit optreden een uppercut kon worden, maar al bij al serveerde Michelle Zauner een heel licht indiepopontbijtje. Ze hoste energetisch over het podium, maar we hielden het gauw voor bekeken om alweer de dorst te lessen en om toch maar dat andere beloftevolle bandje te checken dat ons zwaar getipt was. Dat eerste plan liep fout want toen het eindelijk onze beurt was om een karaf sangria te bestellen, bleek het goedje net uitverkocht. Tien kostbare muzikale minuten verloren, maar de lemon sour met vegan eiwit (que?) was een waardig alternatief. Gelukkig bood het optreden van Nation Of Language in The Secret - de niet zo geheime tent vlakbij de festivalingang - een wel heel lekkere troost.
Nation Of Language lijkt op papier niet veel meer dan een OMD- of Blancmange-kloon, maar op Best Kept Secret bewees het trio dat het synthpop van de betere versneden soort is. Nu eens frivool poppy, dan weer strak en hectisch postpunkend, kregen de songs een diepgang die het publiek steeds meer meesleurde. Het optreden werd een triomftocht waar de band zelf leek versteld van te staan. Je voelde dat er iets gebeurde. Als amper bekend bandje een propvolle tent uit je hand doen eten, het moet wat met je doen als artiest. Hoe ingenieus de songs ook waren, veel had de toetseniste dan weer niet om het lijf (ondergoed onder een doorkijkbloes). De bassist sloofde zich op zijn beurt uit als wou hij postuum alsnog tot de beste bassist van de jaren tachtig gekroond worden. Maar het was vooral frontman Ian Devaney die alle aandacht opzoog, met lichaamstaal als extra instrument. Een mooie ontdekking die niet had misstaan in zowel de cast als op de soundtrack van 'Pretty In Pink'. Op 22 september staat Nation Of Language in de Botanique.
We bespaarden ons de moeite om terug tot aan de One te slenteren voor Arlo Parks en bleven bij The Secret hangen voor Alvvays. De band rond Molly Rankin deed wat ze altijd doet: nerveus kleuren, maar wel mooi binnen de lijntjes. "Best Kept Secret, what's up? Wij gaan er vlug enkele songs doorjagen". Het was geen foute analyse nadat openers Pharmacist en After The Earthquake net door onze oren waren geraasd. Ironisch genoeg waren de songs, die wat gas terugnamen, de hoogtepunten van het concert: het mooie, haast a-capella ingezette Archie, Marry Me en de rustige dreampop van Dreams Tonite. Perfecte portie indierock op het perfecte moment van de dag.
Iets minder voor de hand liggend was de set van Christine And The Queens. Waar de artiest in een vorig leven nog perfect geregisseerde shows ten beste gaf, die een streling waren voor oog en oor, kregen we in Hilvarenbeek vooral een compromisloze, duistere, ongecontroleerde tocht doorheen het net verschenen album 'Paranoia, Angels, True Love'. Enkel de oudere songs vooraan de set en het intens mooie To Be Honest, waarmee hij de set getooid met engelenvleugels afsloot, waren behapbaar. Het grote middenstuk van zijn set doemde als een draaikolk op uit het meertje naast het podium om als een tornado het publiek in het rond te slingeren. Op voorhand dachten we dat The Mars Volta voor de minst verteerbare set zou tekenen, maar uiteindelijk ging Christine And The Queens met die niet al te benijdenswaardige trofee lopen.
Niet dat die Texaanse band een wandeling in het park beloofde. "Wij gaan free jazz voor jullie spelen", verwittigde Cedric Bixler-Zavala aan het begin van de set van de experimentele progrockband. Als er zondag iets nog slopender was dan de hitte, dan was het wellicht de set van The Mars Volta. Het concert voelde als een dolle achtervolging waarbij we na een half uur het spoor compleet bijster waren. Maar zelfs het hopeloos murw aansluiting proberen te vinden was even spannend. The Mars Volta was een losgeslagen vehikel dat geen haltes kende, niet stopte voor bejaarden en niet inhield bij verkeersdrempels.
De band greep, tot voldoening van het publiek, gretig terug naar het album 'De-Loused In The Comatorium', ons hoogtepunt van dit optreden was echter het lang uitgesponnen L'Via L'Viaquez. Die song uit 2005 gaf Bixler-Zavala de kans om al eens een zijpaadje te nemen en zich in het oog van de storm croonend aan een streepje calypso of latin grooves te wagen. Maar telkens trok gitarist Omar Rodríguez-López een vloedgolf op gang die dergelijke spielereitjes vakkundig de nek omwrong. De feilloze en haarscherpe wisselwerking tussen de zes artiesten op het podium leverde een waanzinnig spanningsveld op. Om het circus compleet te maken, jongleerde de zanger al even vakkundig de rondslingerende microfoon met de hiel terug in zijn linkerhand. Tijdens afsluiter Cicatriz ESP kregen we nog de wijze raad om tijdig de acid of paddestoelen te consumeren, "kwestie van klaar te zijn voor Aphex Twin"...
Van paddestoelen gesproken: je herinnert je ongetwijfeld de passage in 'Pulp Fiction', waar Travolta verslag uitbrengt van zijn tripje naar Amsterdam? "They call a quarter pounder with cheese, a royale with cheese". Wel, op Best Kept Secret heet een portie frieten met (vegetarische) stoverij "een patatje paddestoel". Lekker, daar niet van, maar de werkzame bestanddelen kwamen toch vooral van het One podium. Het concert van Aphex Twin was misschien wel het meest geanticipeerde van het hele weekend. Voor de één werd het een tegenvaller, voor de ander was het geniaal. De gustibus et coloribus non est disputendum, maar wij situeren onze ervaring graag in die laatste categorie.
Rond tien uur verscheen op de led-schermen, die de zijvlakken vormden van een gigantische kubus die boven het podium zweefde, het iconische logo van Aphex Twin, terwijl Richard D. James bijna ongemerkt aan de set begon. Kalmte overheerste en de zwart-witte visuals kregen pas na tien minuten een streepje groen mee. Het leek een zalig chille set te worden voor de crowd die al drie lome dagen in de ledematen had. De enige opwinding, die we opmerkten, waren vreugdekreetjes in het publiek, toen op de kubus een geanimeerde versie van 's mans zelfportret van de 'I Care Because You Do'-hoes verscheen.
Dat was buiten de geniale meester van de opbouw gerekend. Nadat ook de immense led-schermen links en rechts van de kubus waren aangefloept leek het half uurtje losmasseren voorbij en geraakte Aphex Twin op kruissnelheid. Nadat we in de onnavolgbaar ecletisch in elkaar ritsende muziekflarden al stukjes eigen werk (Aphex Twin of de vele aliassen) hadden ontwaard, leek Wet Tip Hen Ax voor velen een aangenaam herkenningspunt. Intussen pompte Aphex Twin subtiel verder. Stilaan werd de set vinniger en snoeihard, uitmondend in 180Db_ [130] uit het intussen negen jaar oude 'Syro', het voorlopig laatste studio-album. Je begrijpt het al: Aphex Twin deed vooral zijn zin. Wat we vooral niet zouden willen, is dat hij voorspelbaar wordt. Op Best Kept Secret demonstreerde Aphex Twin een grilligheid waar een AI-algoritme hopeloos nerveus van wordt. Niemand klinkt of kan klinken als Aphex Twin.
Richard D. James maakte niet alleen zijn rol als meester van de opbouw waar, maar ontpopte zich evenzeer tot meester van de betere afbraakwerken. Hij begon er op los te hakken en zat zichzelf achterna met een kettingzaag en drilboor om de set te verhaspelen. Telkens het even iets rustiger leek te worden, zoals toen hij even bij Andy Stott ging lenen, kwamen alweer een horde breaks binnendonderen. Eindigen deed hij met een knipoog naar het gastland met een streepje authentieke Hollandse gabber (we zijn benieuwd welk Belgisch erfgoed hij volgende maand in Dour uit de hoed tovert). Na dat mokerslagje was het abrupt gedaan. Wat een onmenselijk menselijke muzikale ervaring!
Terug met de twee voeten in de realiteit, stonden we even stil bij de twee pechvogels van dit festival. Enerzijds de uitbater van het kaasfondue-kraam die bij drieëndertig graden zijn product moest proberen te slijten, anderzijds de Noren van Röyksopp die het zwarte gat moesten vullen dat Aphex Twin smeulend had achtergelaten. Terwijl het rond het kraam van eerstgenoemde teleurstellend stil bleef, slaagden laatstgenoemden er makkelijk in om het feest terug op gang te trekken. Een aardig volgelopen Two zag dansers in veel te warme pakken en werd door platte doch verleidelijke deuntjes aan het dansen gezet. Het kon ons op dat moment van de nacht niet echt meer bekoren, zodat we stilaan huiswaarts keerden om onderweg enkel nog de kudoro van Pongo mee te pikken. We hoorden haar het onofficiële Angolese volkslied Wegue Wegue op de bips van het publiek in The Secret afvuren. Het was de laatste stuiptrekking van een geslaagde festivaldag.