Reena Riot - Aftellen en gaan zonder gefoefel

Aftellen en gaan zonder gefoefel

Reena Riot was ooit het soloproject van Naomi Sijmons. Dat soloproject werd uitgebreid tot een volwaardige groep die begin dit jaar met de bijzonder sterke debuutplaat ‘NIX’ op de proppen kwam. Wij spraken met Naomi en haar gitarist, compagnon de route en klankbord Jan Myny, over de moelijke aanloop naar ‘NIX’ en de hoopvolle toekomst erna. 

De debuutplaat is er. Mogen we daarbij zeggen: eindelijk?

Naomi Sijmons: jaja, zeker!

Vind je dat je na je tweede ep de tijd genomen hebt, die je nodig had om ze te maken?

Sijmons: ... en misschien ook net een beetje meer dan nodig.

Is het dan uiteindelijk geworden wat er in je hoofd zat?

Sijmons: Op het einde van de rit is het exact wat je wil natuurlijk, omdat je toch een hele weg hebt afgelegd, het zo ontleed hebt en alle nummers in zoveel vormen en arrangementen hebt horen passeren. Het doet dan uiteindelijk zoveel deugd om met je eindproduct op de proppen te komen. Had ik de plaat vier jaar eerder uitgebracht, was het een heel andere plaat geweest en was ik er wellicht ook niet zo tevreden mee geweest. Mocht Reena Riot geen band geweest zijn, had ze ook helemaal anders geklonken. Zowel Jan, Alan, Bernd (Coene, drums - nvdr) als Thomas (Werbrouck, gitaar, organelle, optigan - nvdr) hebben mee de richting bepaald en sinds 2014 is de plaat stelselmatig deze richting uitgegaan.

Reena Riot is vandaag meer dan ooit een band. Vanaf welk punt in het onstaan van deze plaat komt die band aan zet?

Sijmons: Alles start sowieso bij mij, maar het is wel zo dat ik al altijd de ambitie had om met Reena Riot als band naar buiten te treden en niet Naomi met backing band. Het was sowieso een moelijk verhaal. Je hebt ten eerste engagement nodig van muzikanten en ten tweede moeten die muzikanten ook snappen wat je wil. Rond die tweede ep was het voor mij een uitgemaakte zaak dat ik een band wou. Jan was er al van bij het begin bij betrokken en was voor mij al veel meer dan zomaar een muzikant.

Bij het vormen van de band zijn we dan ook uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat we alles zelf zouden moeten doen, als we geen compromissen wilden sluiten. Dat hield in dat we moesten breken met het management en muzikanten rond ons verzamelen die met de neuzen in dezelfde richting stonden.

Jan Myny: We zijn daar eigenlijk in 2014, 2015 al mee gestart, maar tussen een band willen en hem hebben is er nog een groot verschil. Dat heeft even geduurd. En er zijn ook wel wat mensen gepasseerd. De uiteindelijke band is twee jaar geleden ontstaan en vanaf het moment dat we die bezetting hadden, zijn we eigenlijk gewoon opnieuw begonnen.

In dit hele verhaal heeft het management een cruciale rol gespeeld. Is het dan vooral vastgelopen op een verschil in visie?

Sijmons: Het zou kort door de bocht zijn om het daar allemaal op te steken. Ik spreek liever over een samenloop van omstandigheden. Toen ik nog solo speelde, werkte die samenwerking goed, maar van zodra er sprake was van een groep, zijn er strubbelingen gekomen en dachten we muzikaal in verschillende richtingen. Ik vond ook dat bij een debuutplaat alles van begin tot einde moet kloppen. Met de huidige groep delen we die visie en zaten we bijgevolg ook snel in de studio.

Is dit dan Reena Riot 2.0 of gewoon wat Reena Riot altijd al moest zijn?

Sijmons: Ik voel dat ik in de huidige toestand zowel persoonlijk als artistiek echt volledig mijn ding kan doen. Het voelt juist aan. Het is de eerste keer dat ik het gevoel heb dat, als ik op het podium links en rechts van me kijk, dat alles klopt en dat ik een klik voel met de band. Een beetje het gevoel van: wij hebben dat hier toch maar mooi gemaakt en staan dat hier te spelen. Ik vind dat enorm geestig en ben daar enorm fier op.

Myny: Dat is de basis van muziek spelen en muzikant zijn. Je moet er in eerste instantie gewoon voldoening uithalen en er genot aan beleven.

Voor de opname van de plaat zijn jullie naar Antwerpen getrokken waar jullie, met wat assistentie, alles zelf in handen namen. Was dat het leukste aan de plaat? Of kijken jullie er echt naar uit om ze live te gaan spelen?

Sijmons: Natuurlijk kijken we daar naar uit.

Myny: Het is wel zo dat we bij de live versies graag dingen veranderen aan de muziek. Het zijn andere versies. Het is zoals een nieuw hoofdstuk. Door live te spelen zullen we als band nog meer muzikaal naar elkaar toe groeien, wat dan weer bijzonder interessant is met het oog op een volgende plaat. Daarom is het superbelangrijk om veel te kunnen spelen.

Sijmons: Het was trouwens de eerste keer dat we de studio ingegaan zijn en dat we effectief gerepeteerd hebben vooraf (lacht). De twee ep’s zijn quasi ter plaatse gemaakt. Nu is alles veel organischer tot stand gekomen.

Myny: Er was veel meer wisselwerking. Er zijn dingen nog last minute ontstaan in Antwerpen. Zo heeft Tonight nog een heel ander arrangement gekregen, maar de meeste zaken waren vooraf gerepeteerd om de plaat op die manier zo veel mogelijk live in te spelen. We stonden alle vijf in één ruimte, aftellen en gaan zonder al te veel gefoefel achteraf. Dat gebeurt niet zo veel meer tegenwoordig, maar geeft wel vrijheid.

Jan, jij bent er al bij van bij het begin. Hoe zie je je rol binnen Reena Riot?

Myny & Sijmons: (lachen uitbundig)

Myny: Shit, das een moeilijke! Ik werk meer met Naomi. Ik heb het hele proces meegemaakt van de eerste en tweede productie; dan de studio in en die debuutplaat proberen opnemen en merken dat het niet werkte… Ik heb zelf ook een producerskop en ben zelf bezig met geluid. Er stond ooit in een artikel dat Naomi de kapitein is en ik de luitenant. En dat is eigenlijk geen slechte vergelijking. Daar komt het eigenlijk op neer: Naomi komt met een idee af en dan zeg ik mijn gedacht daarover. Onze samenwerking is een gigantische wisselwerking en dat werkt supergemakkelijk: aan een blik hebben we voldoende om te weten of de andere iets goed vindt of niet. Mijn eigen rol is inhoudelijk moeilijk samen te vatten: soms is dat tekst bekijken, een andere keer eerder een akkoord of melodie. Dat verandert van situatie tot situatie. Maar ik amuseer me wel!

Sijmons: Ik ben niet de beste communicator, maar Jan heeft me dat geleerd. Op momenten van stress durft dat nog wel eens uit te vallen. Dan is Jan echt een reddingsboei: hij slaagt erin te anticiperen op zaken die zouden kunnen mislopen.

Op het conservatorium maakte ik voor het eerst een battle of the egos mee. Dat was nieuw voor mij, want ik speelde quasi altijd alleen of in heel chille groepjes waar muziek centraal stond. Daar was het dan te vaak een kwestie van gemasturbeer on stage, bij wijze van spreken. Ik heb Jan in die periode in Rotterdam ontmoet. En hij was één van de eersten waar ik daar muziek mee speelde en die dat niet had. Jan is de eerste pur sang-muzikant. Hij stelt alles ten dienste van de muziek.

Je had het net over je conservatoriumachtergrond. Heb je het gevoel dat die opleiding je vooruit helpt bij wat je nu doet?

Sijmons: Dat is een moeilijke. Op technisch vlak heeft dat zeker geholpen. Maar het is niet zo dat je, wanneer je afgestudeerd bent, kunt zeggen: “En nu ben ik muzikant!”. Dan zijn er veel mensen die zich bedrogen zullen voelen. Eigenlijk begint het dan pas. Je leert constant bij. Ik heb daar naast het technische vooral geleerd wat ik niet wil en ik heb er haar op mijn tanden gekregen. Ik ben nog steeds redelijk verlegen, maar ik heb geleerd om mezelf minder te excuseren. Ik laat minder over mezelf lopen; misschien nog niet voldoende, maar toch…

Er is vooraf heel veel te doen geweest rond de cover van de plaat. Het releasen van de cover vooraf was een bewuste keuze?

Sijmons:  Ja, maar ik vreesde door de vele aandacht dat het enkel daarover zou gaan. Je kan uiteraard niet verhullen dat het een statement is, maar het coole is dat de link tussen de hoes en de muziek ook wel vaak gelegd werd. We hebben het hier vooral over dat compromisloze. Op dat vlak vind ik gewoon dat de hoes een deel van het geheel is.

Als artiest heb je wellicht al heel veel goed bedoeld advies gekregen in je carière. Wat is het beste en het slechtste advies dat je ooit kreeg?

Sijmons: ik stond blijkbaar ooit als optie voor ‘Liefde Voor Muziek’. En er was iemand die vond dat ik dat zéker moest doen. Slecht advies begint vaak met: “Weet je wat jij eens zou moeten doen?”

Myny: Dat was inderdaad niet zo'n topadvies, want dat zou willen zeggen dat je fin de carrière bent en nog eens op tv wil komen. Terwijl het voor ons nu pas echt van start gaat.

Zo'n kans laten schieten voor een cover van Niels Destadsbader…

Myny: Dat is vanavond het bisnummer… (lacht)

Sijmons: Het beste advies kwam er in de periode dat het echt niet goed ging met mij en Reena Riot. Ik had wat tijd voor mezelf nodig. Op een dag belde Jan mij: “Wat gaat het zijn? Gaan we nu een plaat maken of niet?”. Ik wist gewoon niet hoe ik het wou doen en zijn oplossing was om het gewoon zelf te doen. Diezelfde avond voelde ik me verlost en heb ik voor het eerst in lange tijd weer een nummer geschreven. Ik ging diezelfde avond eten met iemand en zij zei: “Je gaat die plaat toch niet maken voor wie er op zit te wachten? Je maakt die toch, omdat je die wil maken?” Die twee gesprekken hebben alles in gang gezet.

Myny: Dat is wat we uiteindelijk gedaan hebben: onze zin. Wij zijn allebei nog steeds zeer tevreden over hoe het gelopen is en wat het geworden is. Ik ben trots op die plaat. Normaal heb ik dat minder. Je maakt een plaat en je denkt al meteen wat beter kan aan de volgende plaat. Als ik ‘NIX’ opnieuw hoor, dan denk ik: het heeft lang geduurd; er is veel aan vooraf gegaan, maar in the end is dit een straf proces en resultaat.

Sijmons: Ik heb op dit moment wel spijt van het feit dat we snel die eerste ep hebben opgenomen. Ik had dat moeten weten en liet me te veel in een richting duwen die ik niet wou. Ik had gewoon langer moeten wachten.

Myny: In de studio moest het ook allemaal te snel gaan. De bassist en drummer kwamen erbij, er werd een paar uur gespeeld met de producer erbij en hopla, de studio in.

Als je toen met nu vergelijkt: dit is wat het moet zijn.

Sijmons: Ik denk het wel. Ik ben bijzonder tevreden nu en kijk enorm uit naar veel live spelen, naar hoe de band gaat klinken na een aantal optredens en welke invloed dat zal hebben op die volgende plaat. Ik wil eigenlijk gewoon weer samen schrijven. De goesting is er alvast bij iedereen.

De trein is vertrokken.

Lees ook het verslag van het concert van Reena Riot in de Handelsbeurs en de plaatbespreking van 'NIX'.

Je kan Reena Riot deze zomer op verschillende locaties live aan het werk zien:
23/06 – Tongeren – Stadsmuzikantenfestval
29/06 – Gent – Copacabana
06/07 – Brugge – Cactusfestival
27/07 – Gentse Feesten – Sint Jacobs
18/08 – Eeklo - Herbakkersfestival

Foto: Patrick Blomme

18 juni 2019
Patrick Blomme