HEISA - Het is fijn als men zegt dat er een soort filmisch kantje aan onze songs zit

Het is fijn als men zegt dat er een soort filmisch kantje aan onze songs zit

Eerder dit jaar liet HEISA derde langspeler ‘Trois’ op de wereld los. Die knaller van een plaat, gevuld met scherpe riffs, strakke grooves en doordrenkt van een donkere atmosfeer, liet ons niet onberoerd. In het licht van zowel dat album als het aankomende optreden op ons eigen daFestival konden we eindelijk samenzitten met de drie Limburgers en Koen Castermans (gitaar), Jacky Nomdefamille (zang) en Jonathan Frederix (percussie) uitvragen over dat aanstekelijke geluid. 

Hoe is het typische HEISA-geluid ontstaan?

Jacky Nomdefamille: Dat is een goede vraag. Toen we de band oprichtten, waren we fan van hardere muziek: mathrock, noise en zo. We luisterden in de hoogdagen elke dag naar Tool, gecombineerd met elke week naar optredens van mathrockbandjes gaan. Ik denk dat die combinatie daartoe geleid heeft.

Koen Castermans: We waren toen ook heel erg beïnvloed door de Luikse undergroundscene, waar veel noisy en mathrocky bandjes speelden. En we hadden het gevoel: “Dat willen we ook doen!”. En zo zijn we de band begonnen. Dat geluid kwam heel avontuurlijk over. 

Nomdefamille: Tool is ook al jaren onze favoriete band. We proberen de invloed wel tot een minimum te beperken, maar er sluipt hier en daar toch een riffje in dat naar Tool ruikt. Als er tien nummers op een album staan, zullen er ongeveer twee zijn die naar Tool neigen. 

De donkere, noisy atmosfeer van jullie geluid past goed bij de mijnschachten en de donkere naaldbossen uit het mijnverleden van thuisbasis Limburg. Was dat ook van invloed?

Castermans: Ik denk dat elke omgeving zulke plekken heeft. Mensen maken vaak connotaties met de omgeving en het geluid van de band, maar vaak is het juist het omgekeerde. Dat het geluid aan de omgeving wil ontsnappen, de verbeelding in wil gaan. 

Nomdefamille: We komen ook alle drie uit kleine dorpjes. Daardoor kan de muziek ietwat filmischer klinken. Omdat kleine dorpjes meestal saai zijn, willen we de muziek fantasierijker maken. Dat was het idee. 

‘Trois’ klinkt als een stap weg van de noise en nog een laag dieper borend in ruwe, dissonante en atmosferische muziek. De composities klinken vaak melodieuzer gestuurd en er lijkt meer plaats voor en focus op experiment. Strookt dat ongeveer met jullie visie voor de plaat?

Castermans: Ik denk dat dat er "boenk" op is qua geluid en visie. We worden vaak in het hokje van noise geduwd, maar zo hebben we onszelf nooit gezien. Het is nooit de bedoeling geweest om een noiseband  te zijn en we zijn heel melodieus of op zijn minst zijn de melodieën catchy in riffs en zang. We willen er beter en beter in worden om dat uit te puren. En dat was ook wel de bedoeling van de plaat: nog meer sterke melodie op de voorgrond. Dat gaat ook de bedoeling zijn van de volgende. En die erna, enzovoort.

Nomdefamille: ...zonder dat het natuurlijk popmuziek wordt.

Castermans: Men ziet een catchy melodie vaak als een popmelodie, maar veel Tool-melodiëen zijn ook heel catchy, terwijl ze tegelijk experimenteel blijven. 

Hoe zouden jullie de plaat omschrijven in vergelijking met het vorige werk?

Nomdefamille: Onze eerste plaat was echt heel experimenteel. Daar gooiden we echt alles tegen de muur en keken wat bleef plakken, bij wijze van spreken. Op de tweede plaat was het nog heel veel knutselwerk, maar zaten we voor de eerste keer echt in een studio. Het werd iets melodieuzer. En met deze plaat kun je die lijn gewoon doortrekken. Het wordt minder knutselen en het zijn meer echte songs. Mensen vinden ons vaak experimenteel, maar voor mij komt dat helemaal niet zo over. Misschien is dat omdat ik het gewend ben om die nummers te maken, maar het is uiteindelijk gewoon heel normaal HEISA. 

Castermans: Deze plaat draagt ook alle vorige platen in zich. Ze heeft de HEISA-sound goed te pakken. De harde, experimentele stukjes van onze eerste plaat en het melodieuze van 'Joni' zitten er allebei in.

Nomdefamille: Ik heb ook wel het gevoel bij deze plaat dat ze sonisch eindelijk binnen komt zoals we al lang willen. Het bombastische geluid, dat we live hebben, komt eindelijk op plaat naar boven en alle laagjes zijn goed en helder hoorbaar. Dat was misschien niet altijd het geval op de vorige platen. 

Het theatrale, bombastische van de dynamiek in jullie geluid is dus iets waar jullie echt naar streven?

Nomdefamille: Vrienden van ons zeiden al voor deze plaat dat er een soort filmische vibe aan onze songs zit. Dat vond ik wel fijn om te horen, want dat willen we inderdaad. Het is altijd fijn als mensen beelden in hun hoofd krijgen bij onze muziek, als het een bepaalde sfeer oproept en ze getransporteerd worden naar een bepaalde plek. 

Castermans: Dat is voor mij misschien zelfs belangrijker dan een bepaalde tekst volgen: dat je naar een nummer luistert en je "inner world" geactiveerd wordt. 

De vocals voelen ook meer aan als een extra instrument in de mix dan als een medium op de voorgrond om het thema te presenteren. Hoeveel belang heeft dat bij jullie?

Nomdefamille: Naar mijn mening is tekst meestal ondergeschikt aan de melodie die gezongen wordt. De tekst moet natuurlijk niet te cheesy zijn, maar het hoeft ook niet te serieus en geen ik-wil-u-hier-iets-vertellen-gevoel hebben. Dat is al even belachelijk als een cheesy tekst. Dus ik probeer de tekst meestal redelijk vaag te houden. En daarnaast zing ik ook nog door een reeks effecten en delays. Het is allemaal niet zo duidelijk en dat is niet erg, want, als ik eerlijk ben, weet ik nog altijd niet de helft van wat de zanger van Tool zingt. Maar ik heb mijn eigen tekst in mijn hoofd. Mensen zeggen dan dat ik verkeerd meezing, maar dat is mijn interpretatie van de tekst. Hij zingt over zijn problemen, maar zijn problemen zijn de mijne niet. Toch is het een soort therapie voor mezelf, juist omdat ik er mijn eigen interpretatie aan kan geven. 

Lopen er bepaalde rode draden doorheen het album qua composities of thema’s?

Castermans: Dat is een moeilijke vraag om te beantwoorden. Ik zag onlangs een "reel" met een populaire YouTuber, die werd gevraagd waarom hij zo populair was en hij zei dat je nooit te bewust van jezelf moet zijn bij wat je doet. Je ziet dat vaak bij artiesten die doorhebben welke dingen werken, welke formules goed aanslaan. Dan wordt dat meestal saaier en meer voorspelbaar. Wij zijn gewoon een band, die van alles maakt. Als het goed voelt, dan gaan we ermee door. Zo niet, laten we het vallen.

Nomdefamille: De rode draad is onze smaak. Soms werken we aan een nummer en krijgen we het gevoel dat dat niet zo goed past bij de rest van de nummers. Dan laten we die song achterwege. Onbewust hebben we misschien een rode draad in ons achterhoofd, iets dat we gewoon goed vinden. Zodra we conceptplaten maken, is het een teken dat we geen inspiratie meer hebben en ons op een concept moeten richten.

Hoeveel songs werden er ongeveer geschrapt of herschreven tijdens het maken van het album?

Castermans: Dat zijn er nooit veel. Vaak begint het proces bij mij en stuur ik demo’s naar Jacky. Een paar daarvan zullen misschien niet landen en worden herschreven, maar dat zijn er meestal maar één of twee per plaat.

Nomdefamille: Meestal slaat er dan één bepaald stuk van de demo wel aan en stel ik voor om de rest weg te gooien en van daaruit verder te werken.  

CastermansLazar is daar een goed voorbeeld van. Er was één stuk in het midden van de originele demo, waar ik niet echt bij stilgestaan had, maar dat Jacky heel goed vond. Dat is er uitgehaald en uiteindelijk is dat een nummer op zich geworden. 

Hoe verloopt het songwritingproces verder voor jullie?

Castermans: Dat begint meestal in mijn hoofd of op gitaar en dan hoor ik daar redelijk snel drums bij. Meestal komt daar dan snel een demo uit, die ik naar de rest stuur. En dan sleutelt Jacky daaraan. Soms heel veel, zoals in Lazar. En natuurlijk zijn er ook nummers die gewoon uit jams zijn ontstaan.

Nomdefamille: Nandor en Sad Dancer zijn twee nummers, die ik vroeger geschreven had en die hier wel bij pasten. 

Jullie hebben ondertussen de plaat al vaak live kunnen brengen. Zijn er songs die live een ander gevoel krijgen?

Nomdefamille: Op Pukkelpop gingen we even echt de mist in tijdens The Harmonist. Tijdens de break had ik het ritme even niet meer mee en moest ik de zang een paar keer opnieuw herstarten. En opeens kwam er enthousiaste reactie uit het publiek, alsof dat beter binnenkwam. Nu doen we dat dus met opzet: we rekken dat middenstuk en dat wordt een rustpunt in de set. 

Eerder hadden jullie het over het uitbouwen van die melodieuze klankkleur. Hebben jullie al een idee hoe de volgende plaat er zal uitzien?

Nomdefamille: Er zijn al enkele demo’s voor de volgende plaat, maar we zeggen ook wel bij elke plaat dat we minder heavy gaan zijn, en dan uiteindelijk is het toch weer dat. Maar we hebben nu drie platen gemaakt met zware gitaren, dus nu voelt het wel alsof het tijd is om de energie meer te halen uit iets anders.

Castermans: Het lijkt me ook tijd om het iets anders te laten worden. ‘Trois’ heeft nu heel goed de huidige Heisa-sound te pakken in vergelijking met de vorige platen en het is duidelijk hoe we willen dat het klinkt op plaat. Als we dat nog eens doen, loert het gevaar dat het een saaie plaat zou worden. Bij de volgende ga ik me minder bezig houden met wat het wordt en kijken wat er uitkomt, als we het over een andere boeg gooien.

Nomdefamille: Een conceptplaat natuurlijk... 

Jullie werken vaak met rare maatsoorten en hypnotische ritmes. Hoe komen de drumpartijen in composities tot stand?

Frederix: Meestal komt Koen aan met een skelet of een demo van een nummer en dan zitten daar heel veel crazy maatsoorten en beats in. Dan moet ik ze gewoon leren spelen of finetunen. Soms jammen we ook op stukken en vloeien de drumpartijen daaruit voort.

Wat is de gekste maatsoort die je al voorgeschoteld kreeg?

Frederix: Goh, ik focus niet zozeer op de maatsoort, ik doe het vaker op gevoel.

Nomdefamille: Starting To Think I’m Pretty, denk ik dan.

Frederix: Vijf achtsten zijn moeilijker voor mij dan zeven achtsten. Ik weet niet waarom, maar we hebben nog geen elf achtste of zo gehad.

Castermans: Jawel! Het einde van Mangata is redelijk intens. Het was duidelijk dat we ons lieten gaan op onze eerste plaat, want dat einde springt echt van vijf achtste naar zeven en naar elf achtste. Dat is redelijk stevig.

Nomdefamille: Misschien dat we die daarom live niet zoveel spelen.

Castermans: Een beetje overambitieus geweest toen misschien.

Nomdefamille: Ik zing altijd gewoon vier vierde erover. Dus voor mij maakt het niet zoveel uit.

Castermans: Jacky belichaamt: “Anything is in four quarters, if you’re brave enough.”

Nomdefamille: Misschien ook nog leuk qua percussie. Jonathan maakt zijn drums helemaal zelf.

Castermans: Uit plastiek! Nee, niet waar natuurlijk.

Frederix: Ik maak inderdaad, samen met een andere drummer en schrijnwerker, drums onder de naam Mafketel Drums. Zo ecologisch mogelijk. Hout uit oude vloeren, deuren, ramen,... Upcycling, zoals dat dan heet. We hadden dat voor onszelf geprobeerd en dat lukte goed. Dus nu doen we het ook voor drummers op maat. Vroeger werd er nog heel veel tropisch hout gebruikt in interieurs. Dat is nu verboden, maar wij kunnen daar dan soms nog mooie trommels uit maken, als we zo’n stuk hout tegenkomen. 

Werd de bandnaam geïnspireerd door de muziek, die jullie wilden maken, of is dat toeval? 

Nomdefamille: Ik vond dat IJslands klinken, het woord "heisa". Ik was naar Sigur Rós aan het luisteren. Die hebben een live album dat 'Heima' of zo heet. Daar is dat een beetje uit voortgekomen. Toen we de naam van de band kozen, hadden we een hoop namen bij elkaar op een papier en Heisa stond ons alle drie wel aan. Het staat leuk op een affiche, het klinkt goed, niet te ingewikkeld en niet te serieus. Er zijn al zoveel cheesy bandnamen dat we dachten dat dit een goede was om daaraan te ontsnappen. 

Op 25 oktober speelt HEISA op daFestival in Djingel Djangel. Tickets vind je hier.

27 september 2025
Nick Martens