HEISA - TROIS

Labelman

TROIS

Wat krijg je, als je een stevige scheut Tool, Black Midi en nog enkele noise-invloeden in de Limburgse mijngordel injecteert? Juist, scheurend, dissonant, dreigend en heerlijk stuwend lawaai. Muziek om de moshpit mee onveilig te maken. Onheilspellend genoeg om je in een donkere mijnschacht te wagen. Zeer passend heet de band in kwestie gewoon HEISA. Op derde langspeler, simpelweg ‘TROIS’ getiteld, bewijzen ze dat ze met die georkestreerde chaos zowel de spirituele successor van Tool kunnen zijn als een psychedelische, melodische evolutie van het vaak dissonante noisegenre.

Albumopener Nandor mag dan wel qua naam doen denken aan boselfen uit Tolkiens universum, maar gooit enige verdere connectie onmiddellijk overboord. Dit is een heerlijk staaltje van de aantrekkingskracht van noise, ontspruitend aan de gelaagde, monotone gitaarriff van Koen Castermans, op zichzelf al goed voor een drukkend, dreigend geluid. Daaroverheen komt dan de stem van Jacques Nomdefamille, die door effectlagen ruw, krachtig en prikkelend harmoniseert. Het wringt, duwt en heeft een onweerstaanbare energie in zich,die eruit moet. En die kans krijgt het eindelijk wanneer Jonathan Frederix na een paar maten eindelijk de drums door je trommelvlies boort. De kracht van dat alles blaast ons omver op de beste manier. Dit is het soort muziek dat weides platlegt en de headbanger in iedereen naar boven brengt. Snel, krachtig en rauw. De opener is dan ook voorbij voordat we er erg in hebben. Wat een start!µ

Dan denk je dat je zo vroeg al aan het hoogtepunt van het album zit, maar je vergist je. Oliedikke, smerige synths en een groovy, oneven zevenmaat grijpt je bij het nekvel in opvolger Flowers en trekt je mee door een song waarbij we niet weten of we nu traag moeten headbangen op de slepende bas of hyperactief meebewegen op de tintelende, snelle gitaar, die vanwege de oneven meter eeuwig in zichzelf vervalt. Hadden we al vermeld dat aan de andere kant opnieuw diezelfde ruwe vocals staan mee te schreeuwen, drijvend in de sound? Alweer een knaller!

Een andere band zou dan misschien gas gaan terugnemen, maar HEISA gooit meteen Lazar op je af, waarin dezelfde Tool-esque techniek wordt gebruikt: een trage, onconventionele drumbeat waarover de gitaren snelle, repetitieve riffs tokkelen om dat slepende en zware te combineren met het opzwepende. Leg daar de intussen gekende echoënde vocals over en je krijgt een prachtige combinatie van prog en noise. Je kan meezweven, maar er zijn genoeg subtiele wisselingen om toch te blijven headbangen. En dat is ook de beste manier om deze Limburgse lawaaimakers te omschrijven, als we hen dan toch in een genrehokje willen duwen. Starting To Think I’m Pretty flirt weer met dissonantie, opzwepend en onberekenbaar. Het heen-en-weerspel tussen de wispelturige gitaar en de zang leidt ons verder en verder weg, terwijl we wachten op die resolutie, totdat de bom ontploft en je weer staat te brullen op de korte, maar eens zo krachtige climax.

Halverwege, maar van een rustpunt is nog steeds geen sprake. After Hours, The Harmonist, Shifting en FiveFour dikken de Tool-invloeden in het geluid opnieuw stevig aan. Verwoven gitaar- en basriffs doen niet de moeite om iconisch te klinken, maar zetten juist daarom elke nieuwe songwending kracht bij. De moeiteloos geörkestreerde chaos komt eruit als een vloed van donkere, zware en dreigende complexiteit, waarbij om elke hoek een nieuwe riff of beat je bij de lurven grijpt. En dan hebben we het nog niet eens over de dynamiek die zorgt dat de luisteraar nooit achteruit durft te zakken. Zeker Shifting en FiveFour zouden zo in het soundspectrum passen van Tools ‘Fear Inoculum’.

Na dat viergangenmenu neemt HEISA een rustpauze. A Place For Bears is bijna ambient, waarbij alles, wat het noisegenre zo psychedelisch kan doen aanvoelen, wordt onderstreept. Trillende feedback, huiverende, koude synthpads en een enkele gitaar creëren een bijna griezelige atmosfeer voor de gedempte zang. Alsof je iemand hoort zingen in het midden van een mistig woud en iets je zegt dat je hier eigenlijk niet thuis hoort. Omdat het zo anders is dan de rest van het album, vallen de tintelingen des te meer op. Deze zou perfect passen bij een horrorscenario als dat van 'Silent Hill'. Als uitsmijter zijn er nog de ondertussen vertrouwde, smerige gitaren, opzwepende beat en aanstekelijke melodieën in Sad Dancer. Maar waar is de dissonantie? Ah, de zang moest nog invallen. Op den duur begin je te smachten naar die ondertussen wringende ondertoon. 

‘TROIS’ is een fenomenale plaat. HEISA fuseert op heel aanstekelijke en vooral prikkelende manier het atonale en ruisende van de noisewereld met de strakke, stuwende complexiteit van progmetal. Resultaat is een geluid dat altijd wel een beetje zal duwen of trekken, maar de band zet dit naar eigen hand en gebruikt het om een wispelturige, dreigende ondertoon te creëren die de energie van het geluid voedt. De naam Tool is inmiddels meermaals gevallen, maar dat wil niet zeggen dat HEISA daarvan de Limburgse versie is. Integendeel, ze nemen bepaalde aspecten over en mengen die met een eigen donker broeisel. De plaat is rauw, vuil en vol energie, ontsproten aan dat spelen met de grens van atonaliteit. Dat zorgt voor een geluid dat drukkend kan zijn voor de nieuwkomer, maar al snel geraak je vertrouwd met die dissonantie en dan wacht er een album vol sterke nummers. Nu maar hopen dat de Limburgers niet dezelfde productiemethode als Tool toepassen, want dan wordt het tien jaar wachten op de volgende.  

30 april 2025
Nick Martens