To Oasis or not?
Tenzij u op een anderer planeet verbleef, heeft u ongetwijfeld de lang verwachte (gehoopte?) reünie van Oasis horen aankondigen deze week. Wij vroegen ons af hoe onze redacteurs naar de super Britpopband keken de voorbije jaren en doken in ons archief. Dat deed ook Reinhard Mertens, en hij duikelde een stukje van hem op uit 2018. Wij bundelden een en ander.
Reinhard Mertens over 'Be Here Now' (12 juni 2018)
Waar is de tijd dat we nog met z’n allen uitkeken naar de nieuwe releases? Het internet heeft ons veel gegeven maar ook veel afgepakt. De romantiek van iedere vrijdagavond naar de platenwinkel te hollen bijvoorbeeld, omdat op die dag de meeste nieuwe releases al verkrijgbaar waren. De officiële releasedag was toen op dinsdag, maar daar trok de zelfstandige platenboer zich niets van aan. Wat hij binnenkreeg, verkocht hij; zo simpel was dat in die dagen.
Tegenwoordig is vrijdag de officiële releasedag op Spotify. Helaas schuilt er geen greintje romantiek in dat hele Spotify-gebeuren. Spotify heeft geen toonbank met daarachter een winkeluitbater waarmee je gezellig een praatje kan slaan. Andere klanten, gelijkgezinden, waarmee je dolenthousiast van mening kan wisselen, moet je op Spotify ook al niet verwachten. Er is geen Ronny die je kan jennen als hij voor de zoveelste keer een andere, peperdure persing koopt van de hele catalogus van The Doors of The Cure.
Danny, die nog alles op vinyl koopt, is er evenmin. Stel je voor, zeg: vinyl kopen in de jaren ‘90; dat was totaal not done. Je kan op Spotify ook al geen tekstboekje uit de jewel case wriemelen om te lezen wie er allemaal aan de plaat meegewerkt heeft. Het enige wat je op Spotify kan doen, is klikken, luisteren, wegklikken en zwijgen.
In de jaren ‘80 en ‘90 waren we tenminste nog gelukkig, want Spotify bestond toen nog niet. Ik nam in de tweede helft van de jaren ‘90 zelfs regelmatig een hele of een halve dag verlof naar aanleiding van een nieuwe release. Zo nam ik ook een halve dag verlof op donderdag 21 augustus 1997. Die dag verscheen namelijk dé Plaat der platen; de plaat die alle andere platen overbodig zou maken. Die dag, lieve kindertjes, verscheen met ‘Be Here Now’ van Oasis niets minder dan het achtste wereldwonder. Tenminste, dat probeerde de Britse muziekpers ons weken van tevoren doen geloven.
In die dagen was ik in ieder geval een enorme Oasis-fan. ‘Definitely Maybe’ en ‘(What’s The Story) Morning Glory?’ rekende ik op dat moment tot mijn favoriete platen aller tijden, maar wat me vooral een fanatieke Oasis-adept maakte, was de grote muil van Liam en Noel Gallagher tegenover alles en iedereen in ‘t algemeen en de pers in ‘t bijzonder. Zij tegen de rest van de wereld.
En zij kregen gelijk, want wie behalve Oasis (en de zes bands van het voorprogramma) kan vandaag zeggen dat ie voor tweehonderdvijftigduizend uitzinnige fans heeft gespeeld, terwijl er twee en een half miljoen gegadigden voor een ticket waren? Zelfs voor Led Zeppelin stonden er in 2007 “slechts” één miljoen fans op de wachtlijst voor een ticket van hun eenmalige reünieconcert.
Wat er ook van zij, in Liam en Noel herkende ik toen veel van mezelf. In 1997 was ik, vanwege de tamelijk belangrijke positie die ik bij mijn toenmalige werkgever bekleedde, een enorm arrogante lul geworden. Na zoveel hoogmoed kwam in 2002 de onvermijdelijke val en de rest is geschiedenis.
Maar ik wijk af. Donderdag 21 augustus 1997 dus. Die middag haastte ik me naar de JJ Records om mijn cd- én lp-exemplaar van ‘Be Here Now’ af te halen. Vervolgens repte ik me naar onze studio en beluisterde de plaat de hele namiddag lang op een asociaal hoog volume. Vanaf de tweede luisterbeurt brulde ik al enthousiast en heftig gesticulerend “Into my big mouth / you could fly a plane!!! I’ll put on my shoes while I’m walking / Slowly down the hall of fame!!!” met Liam mee.
My Big Mouth werd de weken en de maanden daarna mijn persoonlijke lijflied dat ik overal te pas en te onpas begon te kwelen. Yep, dat werd die middag wel duidelijk: ‘Be Here Nw’ was inderdaad een godswonder en de beste plaat aller tijden. Toch gedurende anderhalve maand.
Inmiddels zijn we bijna eenentwintig jaar verder en blijft er van mijn grote mond niet veel meer over. ‘Be Here Now’ had ik in geen tijden meer gehoord, maar omdat ik met deze reeks in dat verdomde 1997 blijf ronddwalen, dacht ik er de voorbije dagen onvermijdelijk aan terug.
‘Be Here Now’, de plaat die de week voor de release in elk Brits muziektijdschrift vijfsterren sterren-recensies had gekregen. De plaat ook, die iedereen na anderhalve maand alweer vergeten was, omdat iedereen dan begon te beseffen dat het misschien eerder Radiohead was dat, een paar maanden voor Oasis, met ‘OK Computer’ een écht classic album hadden afgeleverd.
Vandaag beluisterde ik ‘Be Here Nnow’ nog eens, en het voelde aan als een blij weerzien met een oude, vergeten vriend. Nee, vijf sterren is de plaat niet waard. Toen niet, en nu nog steeds niet. 3 à 3,5 sterren, dat wel. Want ondanks de exuberante bigger than life monster-sound en de karrevrachten cocaïne die de Oasis-leden tijdens het opnameproces naar ‘t schijnt door alle mogelijke lichaamsopeningen propten, blijven de meeste songs vandaag wonderwel overeind.
Sommige songs, zoals The Girl In The Dirty Shirt en de titeltrack, klinken beter dan in mijn herinnering. Zelfs het megalomane anthem All Around The World is na al die jaren nog steeds niet onder z’n eigen gewicht bezweken. En alle overige songs zijn gewoon een geweldig elitair feest van herkenning. Zowat de enige die ‘Be Here Now’ destijds misschien wel naar juiste waarde wist te schatten en in zijn album top 10 durfde te plaatsen, was wijlen (pdw), en wellicht had hij gelijk.
Jennifer Smits over 'Definitely Maybe' (19 mei 2014)
We gaan de tijdmachine in en keren twintig jaar terug. Vier lads uit Burnage, een buitenwijk van Manchester, Tony McCarroll, Paul “Guigsy” McGuigan, Paul “Bonehead” Arthurs en Liam Gallagher repeteren wekelijks met hun groep Rain. Tot op de dag Liam zijn broer – toen roadie bij Inspiral Carpets – overtuigt een sessie bij te wonen. Noel Gallagher neemt de leiding en verandert de groepsnaam in Oasis. (lees hier verder)
Joris Roobroeck over Blur en Oasis (14 augustus 2015)
Precies twintig jaar geleden stonden twee Britse bands neus aan neus, strijdend om de titel van beste band van Groot-Brittannië. In de linkerhoek stond Blur, een band onder leiding van Damon Albarn met zijn wortels in het zuiden van Engeland. In de rechterhoek stonden twee barbaarse broers uit de Gallagherfamilie, met roots in het industriële Manchester. Beiden brachten op hetzelfde moment een single uit. Eindpunt: toen de kassa's na een week stopten met rinkelen en de best verkopende single bekend werd gemaakt tijdens Top Of The Pops. Het bleek het hoogtepunt, maar ook het eindpunt van de Britpop te zijn. (lees hier verder)
Joris Roobroeck over Oasis live in Knebworth (1996) (16 augustus 2016)
Op tien augustus 1996 wandelden de leden van Oasis het podium op in het domein Knebworth, klaar om de eerste van de twee grootste optredens uit hun carrière te spelen. Één op twintig Britten probeerden een ticketje te kopen om de koningen van de Britpop te bewonderen, slechts een kwart miljoen mocht effectief de weide oplopen. Een hoogtepunt was bereikt. Vanaf toen kon het alleen maar bergaf gaan. (lees hier verder)