Lawaaibakoverzicht: 2020, het raarste jaar.

Lawaaibakoverzicht: 2020, het raarste jaar.

2020 is niet voorbij. “Wat zeg je me daar?” “Wat bazel je nou?” “Stenig die maloot!” "Da gade gij nie bepale!" Uw geweeklaag ten spijt: corona (check), lockdown (check), Trumpisme en ander extreemrechts gewauwel (check), aanstormende ecologische, sociale en ecologische ineenstorting (dubbelcheck). Net als een lange negentiende eeuw (1789 tot 1914) spreken we dus best ook van een lang 2020. Gelukkig is het glas voor ons altijd halfvol, want dat geeft ons nog genoeg tijd om terug te blikken op een calculatief volrijmjaar.

2020 was een raar muziekjaar, maar gelukkig ook een jaar vol rare muziek. Eén van de hoofdrollen in dat rare jaar was ongetwijfeld voor Merzbow. Met compagnons Mats Gustafsson en Balázs Pándi breide hij verder aan zijn ‘Cuts Open’-serie. De eerste helft van de plaat gaat de voet van het noisepedaal, om die in de laatste helft des te harder in te drukken. Ook in de samenwerking met Boris schikt Masami Akita zich in een versterkende rol op een meer onheilspellende manier dan we van de Japanse harshnoisepionier gewend zijn. Op ‘2R0I2P0’ manoeuvreren de onwrikbare zware doom van kameleonband Boris en de onstuitbare stroom snerpend lawaai van Merzbow gracieus rond de fatale botsing. In onze review besloten we daarover: “'2R0I2P0' verandert bij elke luisterbeurt. Het album overprikkelt je zodanig dat je je erg moet focussen om alle subtiliteiten mee te krijgen. Het is een heel fluïde, maar ook erg solide schijf. Boris en Merzbow wijzigen doorheen het album vaak van koers en mood, maar hebben zo'n sterk en gedefinieerd kerngeluid dat het nooit aandoet als een lukrake verzameling songs. De plaat heeft doorgrondingstijd nodig en is logischerwijs erg herbeluisterbaar. Een masterclass door artiesten met elk decennia ervaring op de teller.”

Toch gaat de Merznoise niet met het kroontje van raarste plaat lopen. Die troon is voor Jerskin Fendrix. ‘Winterreise’ is een absolute elektronische clusterfuck van een plaat. Naar eigen zeggen een breakup-plaat stuitert ze tussen klassieke pianomuziek en overgeproducete K-Pop. Onigiri houdt je bijna twee minuten in spanning met een kinderlijk speelgoed-klavecimbel-melodietje om te ontploffen in slecht gemixte hyperpop. Het nummer daarna, Last Night In New York, is een langerekte aardedonkere ambienttrack die uitmondt in een wanhoopskreet. Black Hair volgt met een minimalistische trap-rap-parodie die ontaardt in een ballade die even goed op een plaat van The National had kunnen staan. We lachen niet vaak met een plaat, maar ‘Winterreise’ slaagde er meermaals in ons een in een deuk te leggen.

Oneothrix Point Never tekende met de vorige plaat voor maatschappelijke relevantie. Op ‘Magic Oneothrix Point Never’ laat hij zijn idiosyncratische zelve weer los. Met een soort van sonisch impressionisme levert hij een eclectisch overzicht van (kritiek op?) de hedendaagse muziek. 

Lyra Pramuk verkent dan weer de ritmische en melodische limieten van haar stem voor een non-binaire interpretatie van menselijkheid. Ze wisselt moeiteloos tussen pop, klassiek en ambient. De idee een album te componeren met je stem als enig instrument is niet nieuw, Holly Herndon deed het vorig jaar nog. Maar waar Herndon mikt op iets ontzields en machinaals, slaagt Pramuk erin een soort abstracte menselijkheid te vinden.

Tarantismo is zelfs in deze rare bijt een vreemde eend. Het bestaat enerzijds uit een reconstructie van Pizzica-muziek, een eeuwenoude Italiaanse koppeldans bedoeld om mensen te genezen van een mysterieuze ziekte, al dan niet veroorzaakt door de Wolfspin ofte Taranta. Anderzijds bevat het herwerkingen van liederen uit het genre door elektronische artiesten. Fel de moeite.

Ook België dropt een duit in het rare zakje van 2020. Dijf Sanders mixte field recordings van een trip door Nepal met euforische synths en beats om tot een zomers, organisch en bevreemdend en erg dansbaar resultaat te komen.

7 februari 2021
Koerian Verbesselt