The Chameleons - Arctic Moon
Metropolis Records
Het heeft verdomd lang gerommeld ten huize The Chameleons. Rechten van songs, van de bandnaam, ontevreden deelnemers,… alombekend verhaal. De dood van drummer John Lever en vooral ook de split met gitarist Dave Fielding leidde dan via tussenstap The Chameleon Vox tot een finale reünie in 2021 met enkele fantastische live shows als resultaat. En wat dacht u dan? Het trio iconische postpunkalbums ‘Script Of The Bridge’, ‘What Does Anything Mean? Basically!’ en ‘Strange Times’ krijgt er na zowat vier decennia een broertje bij.
‘Arctic Moon’ trekt enkel al qua artwork de lijn van de drie grootouders door: een fantastisch abstract, expressionistisch schilderij waaruit veel emotie straalt, ook al is het gasmasker van het kindje, dat een palmtak aan de vredesduif aanreikt, hier misschien een nogal zuur hedendaags detail. Maar de belangrijkste vraag, die wij willen beantwoord zien, is of The Chameleons anno 2025 nog steeds die holle melancholisch hypnotiserende postpunkgitaarpartijen en poëtische of zelfs profetische zangpartijen van weleer weet te evenaren. Iets wat de band in de jaren tachtig aan de wieg van de shoegaze plaatste. Welnu, zoals voorloper en al een half jaar vooraf vrijgegeven en nu opnieuw opgenomen single Where Are You aangaf: het antwoord is voluit JA.
Zeven keer op rij (tussen vijf en negen minuten lang) trakteren Mark Burgess en volgelingen op sterke en trotse songs die uit akoestische riffs en toegankelijke basismelodieën opgebouwd zijn. Verschil met vroeger: de holle en atmosferische galmsound, die The Chameleons in een mysterieuze roes plaatste, is verdwenen. De nieuwe versie klinkt dus zowel oud als vertrouwd (want je kan niet naast die typische stem van Burgess en de hoog zwevende, gelaagde gitaarmotieven) alsook wakker en nuchter. En dat is een verdomd goede zaak voor de fans.
Laten we nog een stapje verder zetten. Als liefhebber van shoegaze-, indie- en noisebands wist u natuurlijk dat The Chameleons doorheen de geschiedenis naast handenvol live platen en bootlegs ook een paar wankele tussendoortjes uitgaf met als laatste een goed verborgen gebleven ‘Why Call It Anything’ (2001). Maar ditmaal laten de Mancunians echt wel de tijden van weleer herleven. In pure weemoed met een bijna lentefris en lekker cynisch Feels Like The End Of The World vol dramatisch gelaagde, digitale strijkers. Of met een fraai vraag- en antwoordspel van The Cure-galmgitaar, sneaky ballade en - bijna - meezinger Magnolia, die ontaardt in krachtig solowerk, live sowieso garant voor stevig vuurwerk. En hebben we de uptempo afsluiter Saviours Are A Dangerous Thing met de fraaie gitaarwendingen niet al eerder gehoord?
Miisschien is het grootste hoogtepunt wel een bijna negen minuten durend en theatraal David Bowie Takes My Hand, waarin nog het meest blijkt hoe de tand des tijds geen flintertje gevreten heeft aan de sterke en warme stem van Mark Burgess. Wat een overgave. We zouden er bijna een traan bij wegpinken. Enkel Lady Strange komt ons enigszins euh,… vreemd over. Met iets te sobere riffs, hapklare akkoorden en rechtdoor dravende structuur. Detail!
Laat het duidelijk zijn dat we waanzinnig blij zijn met deze verassend sterke fenixplaat. The Chameleons – vooral Mark Burgess en diens vernieuwde leger muzikanten – bewijst zichzelf nog steeds in volle kracht en ornaat. Weet ook dat de band helemaal de smaak te pakken heeft van live optredens en ten volle geniet van de hernieuwde aandacht anno 2025. Tot spoedig in een nabijgelegen concertzaal!