momoyo - momoyo

Starman Records

momoyo

Van alle buitenechtelijke nonkels was - behalve nonkel van Grauwel - Uncle Wellington onze favoriet. Maar onze muzikale, ietwat neerslachtige nonkel verruilde begin dit jaar het tijdelijke voor het eeuwige.

Tenminste zo leek het. In feite onderging Uncle Wellington een metamorfose waar Bo Van Spilbeeck jaloers op zou zijn en keerde hij terug als momoyo. Onder dat nieuwe mom dezelfde klassemuzikanten: Frie Mechele (zang), Esther Coorevits (viool), Jonas Bruyneel (Gitaar en toetsen), Sven Sabbe (bas) en Renaud Debruyne (drum). Allemaal muzikanten wiens talenten geapprecieerd worden in acts als Jan Verstraeten, Noémie Wolfs, AUDRI en Galine.

Het vijftal bracht al een paar singles uit en nu is er een ep met zes nummers, ingeblikt samen met Klaas Tomme (Ides Moon en St. Granson) en Filip Tanghe (Balthazar en Warhaus). De mastering werd in de vaardige handen van Brian Lucey gelegd. Geen kleintje, want hij werkte al voor Arctic Monkeys en Depeche Mode.

De ep opent met de eerste single. In de openingslijn van Breath wordt tweemaal gehint naar de betreurde Amy Winehouse. Eerst en vooral laat zangeres Frie Mechele de stem klinken als de soulzangeres, maar er zijn ook de woorden: “Paint it black, it black, it black’, hetgeen doet denken aan Back To Black. En vergeten we ook niet dat Winehouse ooit Paint It Black van de Stones coverde.

Maar momoyo blijft niet steken bij deze referentie. Algauw wordt er een Warhaus-saus over het nummer gegoten. De laatste minuut van de song slaat nog een donkerder paadje in met de viool van Coorevits die weemoedig zingt. Verderop, in Skin mag zij nog eens de hoofdrol wegkapen. Die andere single Colours staat als voorlaatste nummer op de ep en ook al is die net iets lichtvoetiger dan de eerste, toch hangt ook hier een zwoele, nachtelijke sfeer, die nog eens terugkomt in afsluiter Spit.

Sweat neemt ons mee naar een nachtelijk salsafeestje tijdens een tropische zomernacht, een feestje dat ongetwijfeld eindigt tussen satijnen lakens. De liefde komt wel als verrassing in het ingetogen Spirituals waarin een oosterse sfeer hangt en de arrangementen beperkt blijven tot diepzoemende elektronica en kortgeplukte snaren.  

Kenmerkend voor de songs op deze ep is dat er telkens de tijd wordt genomen om tot rijping te komen. De kortste song duurt net iets meer dan vier minuten. De langste klokt pas af na meer dan vijfenhalve minuut. Zo is deze ep toch goed voor bijna een half uur betovering. “I’m all about suspense”, klinkt het ergens en dat zinnetje vat de ep mooi samen.

14 oktober 2020
Marc Alenus