Marlon Williams - Make Way For Love

Dead Oceans

Een van de mooiste showbizzkoppels is uit elkaar en dat zullen we geweten hebben. Op zijn tweede album kijkt Nieuw-Zeelander Marlon Williams zijn gebroken hart recht in het gezicht.

Make Way For Love

We vroegen het ons al af: hoe onderhouden Aldous Harding en Marlon Williams een relatie? Beiden waren  altijd (elk apart) onderweg op wat een nooit eindigende tournee leek. En kijk: in december 2016 ging het definitief mis. Het koppel kiwi’s (beiden zijn van Nieuw-Zeeland) leeft sindsdien niet meer in hetzelfde nest. Slecht nieuws op persoonlijk vlak, maar voor Williams, die al twee jaar geen nieuwe song meer had geschreven, leverde het wel een pak inspiratie op.

Uiteindelijk leidde de breuk tot deze plaat; Williams’ tweede, na zijn titelloze debuut uit 2015, een plaat waarop hij een eigen slag gaf aan country, folk en aanverwante genres en waarmee hij moeiteloos ons hart won.

Grootste wapen van Williams is zijn karakteristieke stemgeluid dat vergelijkingen oogstte met Roy Orbison, maar waarmee hij ook kan klinken als Elvis of Antony Hegarty (nu Ahnoni). Niet voor niets overwoog hij ooit om een klassiek geschoold zanger te worden, voor hij besefte dat zijn temperament eerder een Stratocaster dan een Stradivarius was.

Terwijl hij op het debuut eerder donkere verhalen bracht, is nummer twee een dieppersoonlijke plaat geworden.  Er staat deze keer dan ook geen enkele cover op. In de elf zelfgeschreven songs, fileert hij de eigen emoties na de breuk met Harding en probeert hij ze te verklanken in songs van rond de drie minuten. Uiteindelijk krijg je pas een volledig beeld van waar hij door moest, als je ze allemaal beluisterd hebt, want de gevoelens waren complex en vaak tegenstrijdig.

Je hoort een nog verliefde Williams in opener Come To Me, een twijfelaar in Can I Call You, de pijn van het scheiden in de pianoballade  Love Is A Terrible Thing (“I Feel ‘bout as lucky as a snowman melting in the spring”) en bittere boosheid in The Fire Of Love. Uit Party Boy klinkt jaloezie (Hardings tweede plaat heet ‘Party’) en gaat over een man die zijn liefste komt afpakken. Zo gaat het verder tot Williams zich in de afsluitende titeltrack herpakt. Nu is hij klaar om verder te gaan met het leven.

Ondanks de breuk, is Aldous Harding ook te horen op de plaat. Het duet Nobody Gets What They Want Anymore is zelfs één van de hoogtepunten, samen met Beautiful Dress, waarin hij in de strofes klinkt als een croonende Elvis en in het refrein de hoge noten najaagt. Dat Williams de zangpartij van zijn ex opnam tijdens een nachtelijk, interlokaal telefoongesprek maakt het duet bijna ondraaglijk aangrijpend, maar zo is het ook soms met het leven natuurlijk.

In zijn geheel is deze plaat minder verrassend dan het debuut, maar het persoonlijke karakter ervan maakt veel goed. Muzikaal is er minder variatie, wat de cohesie bevordert, maar wij betrapten ons toch af en toe op wegwaaiende aandacht en, als wij dat al tegenkomen, wat dan met de moderne luisteraar die na veertig seconden wegzapt naar een volgend nummer? Deze plaat is dus voor arme, oudere romantici.

20 februari 2018
Marc Alenus