J. Mascis - Elastic Days
Sub Pop Records
Dinosaur Jr. heeft zijn beste tijd gehad, zo bleek vorig jaar op Rock Herk, waar Joseph Mascis en zijn kornuiten minder volk op de been brachten dan verwacht. Maar Mascis blijft een verdomd goede songsmid. Dat bewijst de muzikale zoon van Neil Young op zijn vijfde soloplaat.
Al sinds 1996, dus nog tijdens de hoogdagen van Dinosaur Jr, weten fans dat de songs van J.Mascis melodieus en elegant klinken als je ze van alle bombast stript. Verrassen doet de man dan ook al lang niet meer. Wie op zoek is naar de hipste crossover van het moment, zoekt zijn heil beter ergens ver weg van het universum van Mascis.
Op deze plaat is niets anders te horen dan Mascis' karakteristieke, nasale stemgeluid, begeleid door gitaar, drums, bas, mellotron, tamboerijn en piano. Op een dikke helft van de songs krijgt hij wel vocale steun van vrienden als Pall Jenkins (The Black Heart Procession, Three Mile Pilot), Zoë Randell (Luluc), Devadas, Pete Snake en Mark Mulcahy (Miracle Legion), maar dat is het dan.
Net als de voorgangers werd ‘Elastic Days’ opgenomen in Mascis' eigen Biscuiteen-studio. Het enige wat de plaat onderscheid van zijn voorgangers, is het feit dat er veel drums op te horen zijn, door Mascis zelf ingespeeld. Nu niet dat dit zich vertaald in solo’s, maar wie ‘Tied To A Star’ er naast legt, zal het wel merken.
See You At The Movies zal je misschien al kennen omdat het werd vooruitgestuurd als single. Waarom Mascis voor deze song koos, blijft onduidelijk, want er zijn mooiere momenten te beleven op de plaat. Enkel de gitaarsolo springt er hier bovenuit, maar die duurt niet erg lang.
In het midden van de plaat vind je bijvoorbeeld Drop Me, de samenwerking met Mulcahy. Die ene herhaalde pianonoot en dat refrein tillen deze song op en voor de liefhebbers van gitaarsolo’s: hier is die zeker zo mooi als in de single.
Ook de uptempo afsluiter Everything She Said en het nog steviger Cut Stranger doen ons hoofd goedkeurend knikken. Laatstgenoemde biedt een mooie afwisseling met de meer intieme momenten van de plaat. En de manier waarop Mascis hier met zijn cimbalen aan de slag ging, bewijst dat de gitarist het drummen meer dan onder de knie heeft.
En dan is er nog Sometimes, één van de enige songs die Mascis helemaal in zijn eentje doet en waarop hij bewijst eigenlijk niemands hulp nodig te hebben, hoe wanhopig zijn tekst ook klinkt en hoe eenzaam zijn gitaar ook huilt.
Mascis laat alles zo eenvoudig klinken dat je haast vergeet hoe knap hier gemusiceerd wordt. Niets vernieuwends dus, maar wel perfect uitgevoerd.