Fenne Lily - Big Picture
Dead Oceans
Liefde is niet iets wat gevonden en verloren wordt, maar een reis, een proces.
Tot die conclusie kwam Fenne Lily nadat ze het gebroken hart lijmde met het schrijven en opnemen van deze tien nummers. De nog altijd maar zesentwintigjarige artieste rijkt vanuit het puin van een voorbije liefde naar de artistieke hemel en bevestigt nog maar eens al het goede wat we al schreven ten tijde van ‘On Hold’ en ‘Breach’.
Dat alleen is al een tour de force, maar doordat de nummers dit keer live werden opgenomen met een keur aan medewerkers, overtreft de Britse, die nu in de VS woont, de twee vorige albums zowaar. Naast Fenne's tourband zijn op het album Christian Lee Hutson (gitaar) en Katy Kirby (zang) te horen en de plaat werd gemixt door Melina Duterte van Jay Som.
De plaat werd opgenomen in de kleine studio van Brad Cook (Waxahatchee, Kevin Morby, Snail Mail) die ook de co-productie deed. Die plek was belangrijk omdat ze sonisch het soort compacte ruimte weerspiegelde waarin de nummers waren geschreven; iets warms, eerlijks en geruststellends.
Een deel van het resultaat kon je al horen op singles als Lights Light Up, Dawncolored Horse en In My Own Time, stuk voor stuk onthutsend mooie liedjes die getuigen van het geweldige tekstuele talent van Lily, gezongen met tedere, lichthese stem die ingebed werd in tedere arrangementen.
En er is meer, veel meer. Alleen al de manier waarop de plaat opent: met een basloopje dat zacht op het raam van je hart klopt en Lily’s stem die vervolgens door dat geopende raam naar binnen waait. Map Of Japan moet één van de mooiste openingsnummers van een plaat zijn. De zachte toetsen van een elektrische piano, de scheurende gitaar op exact de juiste momenten,… we worden er helemaal week van.
Dan volgen twee van de singles, maar wie denkt dat de plaat daarna inzakt, zal een zucht van verlichting slaken bij het horen van 2+2. Ook deze song met het huilende gitaartje benadert de perfectie. De zangeres schreef deze nummers om zichzelf te troosten, maar hier biedt ze ook de luisteraar een schouder aan: “It’s not always that easy as I love you / not always that simple as 2+2”.
Het middenstuk van dit album is vreemd genoeg niet het sterkste. Niet dat Superglued en Henry uit de toon vallen, maar het zijn niet de nummers die ons het meest overtuigen. Het is zelfs een opluchting wanneer Pick uit de luidsprekers komt. Ook al is dit een song vol twijfels, toch is het uptempo ritme een welkome afwisseling.
En zo hervindt ook de plaat een tweede adem, want Fenne Lily zingt dan wel dat ze “breathless” is in Red Dear Day, het afsluitende trio (met ook In My Own Time en afsluiter Half Finished) is weer van hetzelfde torenhoge niveau als het begin.
Eén en ander zorgt ervoor dat we Fenne Lily ondertussen op dezelfde hoogte plaatsen als Phoebe Bridgers. De samenwerking met Christian Lee Hutson zorgt er zelfs voor dat beide supertalenten in elkaars periferie komen. Wie weet tot wat dat nog leiden zal.