Destroyer - Have We Met

Merge Records

Have We Met

De Canadees Daniel Bejar, in onze contreien beter gekend onder de naam Destroyer, is terug met een nieuw album. Zijn dertiende al, zonder de albums mee te tellen die de cultmuzikant uitbracht met indiebands The New Pornographers, Swan Lake en Hello, Blue Roses. Een oeuvre van al bij al zo’n zesentwintig platen. Niet slecht voor iemand die de kaap van vijftig nog moet ronden. Het moet zijn dat de man niet graag stilzit.

Bejar is sowieso op veel vlakken opvallend. Met The New Pornographers maakt hij deel uit van een commercieel ondergewaardeerde maar invloedrijke indierockband, maar hij slaagde er daarnaast in met Destroyer ook eigen cultfaam te ontwikkelen. Een prestatie waar maar weinig soloartiesten van durven dromen. De roem blijft vooralsnog echter grotendeels beperkt tot het Noord-Amerikaanse indiecircuit. Benieuwd of deze nieuwe plaat daar verandering in brengt.

‘Have We Met’ bouwt muzikaal verder op voorgangers 'Poison Season’ (2015) en ‘Ken’ (2017). Dat betekent sfeervolle synths, spaarzaam, maar effectief ingezette gitaarlijnen en bovenal de kenmerkende neuzelende zang van Bejar die uit de duizenden te herkennen valt. De man heeft een beperkt stembereik, maar bedient zich van het soort parlandozang, dat ook een muzikant als Mark Kozelek (van o.m. Sun Kil Moon) graag gebruikt om de sterke teksten te ondersteunen.

Het album heeft een eindjarenzeventig-, David Bowie-esque vibe en is uitstekend om laat op de avond te beluisteren. Het is muziek voor lege melancholische hotelbars of om na een slechte date op te leggen in de zetel met sigaar en Scotch whiskey in de handen, starend naar de foto van een oud-geliefde. (We hebben het nog niet geprobeerd, we zweren het.) Maar dat betekent niet dat ‘Have We Met’ een meesterwerk is geworden.

Het album is exact wat je kan verwachten van een professionele muzikant die al bijna dertig albums onder de riem heeft: occasionele flarden van grootsheid, maar ook ietwat routineus. Trio Crimson Tide, It Just Doesn’t Happen en Cue Synthesizer zijn ijzersterke nummers en steken met kop en schouders boven de rest van de plaat uit, maar de rest van het album kabbelt iets te rustig verder. Niet dat het daarom slechte liedjes zijn, maar het voelt soms iets te veel aan als sfeer boven inhoud.

We vermoeden dan ook dat Bejar een kleine schop onder de kont nodig heeft om zichzelf nog eens heruit te vinden, zodat er weer wat meer spanning in de muziek kruipt. In de tussentijd is dit een leuk zoethoudertje. Sterke teksten, goeie instrumentatie en sfeer, maar te weinig catchy hooks of refreinen om als album echt bij te blijven: ‘Have We Met’ is goed, maar niet geweldig.

28 februari 2020
Max De Boeck