D.D Dumbo - Utopia Defeated

4AD

Het wordt stilaan een trend: de betere platen worden tegenwoordig gemaakt door mannen met een belachelijke naam.

Utopia Defeated

Eerder dit jaar staken we al de loftrompet af bij het verschijnen van ‘Dancing With Bad Grammar’ van L.A. Salami en nu halen we dat instrument weer vanonder het stof voor het debuut van D.D Dumbo. Maar behalve een prima plaat en een belachelijke artiestennaam hebben de twee niets gemeen. Eerstgenoemde klinkt eerder als een zwarte Dylan van de eenentwintigste eeuw terwijl de Australier D.D Dumbo, oftewel Oliver Hugh Perry, klinkt als Sting die bijklust bij Dirty Projectors.

Helemaal nieuw is D.D Dumbo niet. In 2014 was er al de ep ‘Tropical Oceans’, maar meer dan de twaalfsnarige gitaar, de klarinet, de song Alihukwe en Perry’s ongewone stem heeft die niet gemeen met D.D Dumbo anno 2016. Tegenwoordig bevat zijn muzikale palet kleuren die hij bijeensprokkelde over heel de wereld: van zijn thuisland, over Afrika, Azië tot Londen waar hij dit kleinood inblikte.

Single Satan werd in mei gelanceerd en trok meteen de aandacht met die onweerstaanbare groove en de frisse, experimentele sound met klassieke toetsen. Het had D.D Dumbo naar de Botanique moeten brengen op 7 juni, maar de man gaf verstek. Toch benieuwd hoe hij deze plaat live brengt. Naar verluidt doet hij het solo met gebruik van looppedals, maar dan nog moet het een heksentoer zijn.

Opvolger Walrus - over een walrus die dood bloedt, jawel! - is er ondertussen ook en dit keer primeert de groove eveneens, maar toch was deze track aanvankelijk iets minder dwingend in het opeisen van de aandacht. Eens je gewoon bent aan de vreemde sfeerwisselingen, is het wel een topper.

En zo gaat het met de rest van de plaat ook. Het was lang geleden dat we een plaat voor het eerst hoorden en meteen van begin tot eind gebiologeerd waren. D.D Dumbo heeft dan ook niet alleen muzikaal iets te vertellen. ‘Utopia Defeated’ is een waarschuwende vinger tegen de zucht naar zelfvernietiging die de moderne mens kenmerkt. Maar gelukkig is hij dermate mooi ingepakt in speelse instrumentatie dat je dat niet meteen doorhebt en je je ook niet terechtgewezen voelt.

Wat ook helpt, is dat Perry zelf schuldig pleit. In Brother zingt hij wanhopig herhaaldelijk “Lord have mercy / what have I done!”, terwijl je zelf oren te kort komt om te ontdekken wat er allemaal te beleven valt op muzikaal vlak. Ook dit is een song die het talent van deze tegenvoeter helemaal bloot legt.

Het orderboekje van Perry is vooralsnog leeg, maar wij eten onze schoenen op als hij in het voorjaar of de zomer hier nergens op een podium verschijnt om zijn prijs voor beste debuut van 2016 in ontvangst te nemen.

20 november 2016
Marc Alenus