Damien Jurado - Reggae Film Star
Maraqopa Records
Een smaakvol, enigmatisch conceptalbum maken op basis van gedateerde sitcoms en tv-series. Enkel de groten kunnen het.
Damien Jurado schreef maar liefst zeven albums bij elkaar tijdens de pandemie. Een mens moet iets doen, nietwaar? En om nog kinderen te maken is de man misschien al net iets te oud, hoewel het technisch misschien nog wel kan. Of het een goed idee is om al die albums allemaal uit te brengen, is de vraag die ze wellicht ook bij label Mama Bird stelden. ‘The Monster Who Hated Pennsylvania’ kwam dan ook uit op Jurado's eigen label Maraqopa Records en ook deze plaat werd in eigen beheer uitgegeven.
Het monster van overkill ligt natuurlijk op de loer, maar met deze twaalf nummers lapt de singer-songwriter het toch weer. Er werden al vijf singles uit getrokken en wie die opgepikt heeft, weet al dat, hoewel de man geen vreemde muzikale paden inslaat, Jurado weer een heel straf album maakte.
Inspiratie haalde hij ook ditmaal weer bij oude sitcoms en tv-series als ‘Alice’ en ‘Gomer Pyle, U.S.M.C.’. Programma’s die hij rond de tijd van het overlijden van zijn oude maatje Richard Swift begon te (her)bekijken. Dat leverde al inspiratie op voor tracks als Marvin Kaplan op ‘The Horizon Just Laughed‘ (2018) – Kaplan was een acteur die speelde in ‘Alice’ – en ook op ‘The Monster Who Hated Pennsylvania’. Daarop vind je songs als Songs For Langston Birch (de naam van een personage uit ‘Alice’) en WKRP (een referentie naar Dr. Johnny Fever uit ‘WKRP in Cincinnati’.
Ook nu weer wordt er vooral geknipoogd naar ‘Alice’, een sitcom die vijftig jaar geleden grappig was, maar de hedendaagse toets niet meer doorstaat met de belegen, seksistische mopjes, maar we menen ook links te kunnen leggen naar ‘Barnaby Jones’, een oude detectivereeks.
Hoe dan ook is het niet nodig om de series te kennen om van de muziek te genieten. Het verhoogt alleen de verbazing. Hoe kan je van zulke "Kampioenen avant la lettre" vertrekken en toch zo’n prachtig, gevoelig en subtiel album maken? Dat kunnen alleen de allergrootsten zoals Damien Jurado.
Meteen vanaf opener Roger word je meegezogen in een vertraagde wereld zoals we die nog kennen uit oude tv-reeksen, een wereld waarin de twee torens van het WTC, net als op de coverfoto, nog rechtop staan. Je krijgt het gevoel dat de wereld aan je oog voorbijkomt vanuit een trein die langzaam doorheen een weids landschap trekt dankzij de spaarzame arrangementen, Jurado’s licht trillende stem en filmische strijkers.
Hier en daar, zoals in Meeting Eddy Smith, Day Of The Robot of Taped Before A Live Studio Audience komt er ook minieme percussie bij, maar uithalen zoals hij deed op ‘I Break Chairs’, doet hij nergens. What Happened To The Class Of ’65 mijmert langzaam over een spaarzame piano en Location Undisclosed (1980) is bijna helemaal naakt.
Alleen in structuren verrast Jurado een paar keer. Ready For My Close Up bestaat uit twee totaal verschillende delen en een paar keer houdt hij er plots mee op zoals in Lois Lambert en The Pain Of No Return. Alsof het oude celluloid plots breekt.
Ook afsluiter Gork Meets The Desert Monster, een prachtig uitgewerkte song over een uitgeblust acteur, eindigt speciaal: met nog een dikke halve minuut inktzwarte stilte. Je merkt het alleen als je de plaat op repeat afspeelt, maar dat hebben wij dan ook vaak gedaan.