Julian Cope is in een gulle bui
Onze favoriete flurk brengt zijn zevenendertigste en achtendertigste soloplaat uit.
Al zou het natuurlijk ook kunnen dat we ondertussen de tel én het overzicht zijn kwijtgeraakt, want Julian Cope bracht de laatste jaren niet alleen onder zijn eigen naam platen uit, maar ook met nevenprojecten zoals Dope en Queen Elizabeth. En dan hebben we het nog niet over de vele compilaties met demo’s, live-opnames, outtakes en andere rariteiten uit de tijd van The Teardrop Explodes of uit het begin van zijn solocarrière, die met de regelmaat van de klok verschijnen.
Na ‘The Corpse Of Queen Elizabeth’ (boordevol cosmic synthesizers, topographic musicscapes en archaeosonics) en ‘Jehovahkill (Cope’s Notes #6)’, die eerder dit jaar verschenen, zijn er nu ook ‘Friar Tuck’ en ‘Avilla In Albicella’.
De eerste telt twaalf nieuwe songs, die werden gespeeld op ‘wah-acoustic guitar’ en Mellotron 400, en titels meekregen als Too Freud to Rock'n'Roll Too Jung To Die, Four Jehovahs In A Volvo Estate of The Dogshow Must Go On. Wie de man kent en nog een beetje volgt: vintage Cope dus.
De andere release, ‘Avilla In Albicella’, is zo mogelijk nog buitenissiger. Het gaat om een zeventig minuten durende lap muziek die Cope een kwarteeuw geleden speelde op Mellotron, om zijn dochters te helpen bij hun slaapproblemen. Geen dansplaat, met andere woorden, maar wel dromerige muziek die je de hele nacht kan laten doorspelen.