William Tyler - Muzikale verbeelding

Trix, 24 april 2019

William Tyler - Muzikale verbeelding

Het leek William Tyler wel te verbazen dat er zowaar een dertigtal liefhebbers was opgekomen voor zijn show. Voor ons was het in elk geval niet te missen.

Hij speelde ooit bij Lambchop en The Mountain Goats, maar doet het nu al een hele tijd in zijn eentje, William Tyler. En hij voelt zich daar duidelijk goed bij. Bovendien zijn er nogal wat collega’s die zijn stijl wel weten te appreciëren. Vandaar dat Bill Frisell en Meg Duffy met plezier hand- en spandiensten leverden voor zijn laatste plaat (Lees hier de recensie).

In Trix stond hij helemaal alleen op het podium van de bar met enkel de akoestische gitaar. De stem verhief hij enkel (maar veelvuldig) om toelichting te geven bij de nummers. Gezien al die songs instrumentaal zijn, was het voor de opgedaagde fans verfrissend om enige achtergrondinformatie te vernemen. Soms was dat – zoals hij zelf aangaf – “awkward”, maar even vaak was het “funny”.

Het spreekt vanzelf dat vooral de recente plaat aan bod kwam voor dit concert. Die plaat klinkt eenvoudiger dan voorganger ‘Modern Country’ en was derhalve uitermate geschikt om enkel met akoestische gitaar te brengen. Trouwens, Tyler is dan wel afkomstig uit Nashville, zijn muziek omschrijft hij zelf niet als country, maar, om het simpel te houden, als een kruising van de rustige stukken in de nummers van Pink Floyd en in die van Led Zeppelin, tenminste als hij niet mag uitweiden over Nick Drake en John Fahey. Nochtans is country nooit echt ver weg en kan je je zo voorstellen dat – om maar een naam te noemen – Johnny Cash bij enkele nummers schitterende teksten zou kunnen verzinnen.

Maar eenvoudig betekent nog niet dat de muziek niet virtuoos is. Het was vaak indrukwekkend hoe hij met de heksenlange nagels van zijn rechterhand over de snaren flitste terwijl de linkerhand de gekste toeren uithaalde om de gewenste akkoorden te halen. En daarbij sloot hij dan hoofdschuddend de ogen of keek hij van onder de donkere wenkbrauwen de toeschouwers één voor één aan.

Gone Clear was bijvoorbeeld een vroeg hoogtepunt in de set, die zowat een uur duurde. Het leek wel een demonstratie van zijn kunnen zonder ook maar enigszins opschepperig over te komen. Eerder deed hij het als de meest normale zaak ter wereld uitschijnen. Ongetwijfeld was dit alles extra-boeiend voor (aspirant-)gitaristen, ons ging de techniek alvast het petje te boven. Maar wij genoten des te meer van het resultaat.

Dat het reizen - meer bepaald: het solo reizen - vaak inspiratie leverde bij het schrijven van deze stukken bleek meermaals uit zijn uitleg. Het wierp een heel ander licht op tracks als Virginia Is For Loners. Maar daanaast was er ook plaats voor muzikale overpeinzingen over het jachtige leven dat wij vaak leiden (Man In A Hurry) of over de steden waar hij passeerde (de mausolea op de begraafplaatsen van New Orleans lagen bv. aan de basis van Sunken Garden). En dat alles werd dan van prachtige muziek voorzien, waarbij je de stress van de eerste werkdagen zo uit je lichaam voelde stromen.

Vaak waren de versies, die werden gebracht, sneller gespeeld dan dat op plaat het geval was, maar dat vormde nergens een bezwaar. Je werd nog steeds meegevoerd op de muzikale verbeelding van William Tyler. En daarvoor had hij niet meer nodig dan zijn gitaar en – heel occasioneel – een loopstation, dat dan nog vooral voor het bisnummer – “Ik denk niet dat ik dit ooit al akoestische heb gespeeld” – Highway Anxiety, een verzoekje, dat een schitterende apotheose vormde voor een uniek optreden.

William Tyler @Trix 24/4/2019

25 april 2019
Patrick Van Gestel