The Delines - Van de hel naar de hemel
Bar Vital, 26 april 2019
Ooit kwamen we via The Decemberists uit bij The Delines. Toetseniste Jenny Conlee speelde ook in die band. Ondertussen is Conlee vervangen, maar onze liefde voor The Delines bleef. Nu de band nog eens in ons land passeerde en er zelfs de Europese tournee startte, trotseerden we graag nog eens de vrijdagavondfiles en begaven we ons naar Herent, meer bepaald naar Bar Vital.
We hadden ons vooraf niet geïnformeerd en dachten dat dit één of ander café was. Groot was dan ook de verbazing toen we aan de oude melkfabriek van Vitalac parkeerden. Maar tegelijk beseften we toen al dat dit de perfecte omgeving was voor de muziek van The Delines. Die liedjes ademen immers de sfeer van stoffige industriestadjes, van afgebladderde reclamepanelen en warme houten vloeren.
In het licht van de stilaan ondergaande zon, dat door het melkglas van de fabriek viel, was het eerst de beurt aan het folkduo The Barnill Brothers. Geen echte broers, maar wel een Waal met een houthakkershemdje en een Vlaming met een petje die door de aderen dezelfde passie voor Amerikaanse folk en singer-songwriters hebben stromen. Zo smeedden ze een bloedband en doopten ze zichzelf om tot Ted en Charlie Barnill.
Het duo heeft nog maar één ep uit, maar toonde desondanks een podiumvastheid die imponeerde. De bindteksten waren oprecht en geestig en hun muziek erg stemmig en gepassioneerd, en tegelijk technisch zeer knap gebracht. De stemmen van Ruben Hillewaere en Barnabé Deliens klinken fantastisch goed samen en door de afwisseling van semi-akoestische gitaar, dobro en af en toe een streep mondharmonica boeiden ze van begin tot eind.
In de liedjes zingen ze over overspel, de gevolgen van te zware zaterdagavonden en kinderdromen, maar ook over de onzekerheden van onze tijd. Met een ingetogen en gestripte cover van The Show Must Go On (als kind ontdekt op de blauwe verzamelaar van Queen) oogstten ze weliswaar het meeste applaus, maar de eigen zomerse afsluiter Reverie zorgde bij ons voor de grootste glimlach. Het is niet gemakkelijk om vrolijke nummers te schrijven, maar Hillewaere kan het. Dat is bewezen.
Ook van The Delines werden wij gelukkig. Alleen al de manier waarop de band opkwam, ontroerde. Zangeres Amy Boone raakte in 2016 betrokken in een auto-ongeval en is nog altijd slecht te been, maar haar collega’s wezen haar de veiligste opstapjes naar het podium en ondersteunden haar waar nodig met een tederheid die je alleen vindt, wanneer mensen een ontzaglijk respect voor elkaar hebben.
En het is dat respect en die tederheid die ook uit de nummers spreekt en die hen zo troostend maakt. Want veel gelukzaligheid is er in de teksten van Willy Vlautin niet te vinden, ook niet in zijn boeken. Vlautin schrijft verhalende songs over de kleine Amerikaan: over de man die zijn job verloor, het meisje dat haar eerbaarheid kwijtraakte, over littekens en olievelden, over familieleden die op het slechte pad geraakten en vrouwen die in de steek gelaten werden.
Maar hij doet dat telkens zonder over zijn personages te oordelen, met een tederheid die zo troostend is, dat je je eigen zorgen meteen vergeet. Bovendien worden de nummers steevast ingekleed door die geweldige stem van Boone, het voorzichtige drumspel van Sean “Silver Fox” Oldham, de warme trompet en toetspartijen van Cory Gray en de gitaar van Vlautin zelf. Doe daar op plaat nog wat pedalsteel en baritongitaar bij en dan besef je wat een deugddoende balsem voor de ziel de retro countrysoul van deze band wel is.
Ook de geweldige bassist Freddy Trujillo maakt deel uit van deze groep, maar die kon niet mee op tour. Hij werd op geweldige wijze vervangen door Dave “Lemonade” Little, door Boone liefkozend de nieuwe baby van de band genoemd. Zij had ook nog lieve woorden veil voor de stille motor achter de band, die ze "novellist extraordinair" noemde, maar die zich op het podium volledig in dienst stelde van de songs.
Op de setlist uiteraard alle songs van het meest recente album ‘The Imperial’, maar ook nog vier songs uit de geweldige debuutplaat ‘Colfax’, twee onuitgegeven tracks (Houston’s Hangover en Room On The 10th Floor) en eentje uit ‘Scenic Sessions’, het album dat ze opnamen tussen ‘Colfax’ en ‘The Imperial’ in, maar dat enkel te verkrijgen was bij shows.
Veel spectaculairs gebeurt er niet tijdens shows van The Delines - al is een speciale vermelding voor Gray op zijn plaats die soms tegelijk trompet en toetsen speelde - en toch was de volgelopen zaal muisstil. Ogen werden gesloten, hoofden op schouders gelegd en een troostende pint werd heel zachtjes op één van de neergeplante receptietafeltjes gezet. Het door de job moegetergde brein werd ondertussen zachtjes gemasseerd door de band en iedereen vleide zich neer op het zachte klanktapijt dat van het podium rolde.
“We hopen dat we toch minstens bij iemand een traan hebben losgeweekt”, sprak Boone net voor afsluiter He Don’t Burn For Me. “Er is immers niets mis met een potje huilen.” Daar konden we niets tegenin brengen. Ook wij waren ondertussen van de hel naar de hemel gebracht dankzij deze intense set.
The Delines spelen op 8 mei nog in De Zwerver in Leffingen en Willy Vlautin zelf kondigde aan dat zijn band naar de AB Club komt op 31 oktober. Wie wat nood aan muzikale troost heeft, weet waarheen.