Slow Crush, Siem Riep - Passie en vuur
Trix, 6 november 2021
Dezer dagen word je om de oren geslagen met herinneringen aan het dertig jaar geleden uitgekomen 'Loveless' van My Bloody Valentine. Als om te zeggen dat shoegaze nog springlevend is. Wij zagen daar het levende bewijs van in Trix.
Blijkbaar was de opkomst maar matig, want de twee bands van de avond werden verbannen naar de Bar. Maar daardoor zat je natuurlijk wel met je neus op de actie. De afstand tussen band en publiek was vooral bij opener Siem Reap – de bandnaam komt van een stad in Cambodja – uiteraard nog respectabel, zoals dat nu eenmaal gebruikelijk is bij een voorprogramma. Ons maakte het weinig uit, want zo zagen we Gilles Demolder (u misschien bekend van Oathbreaker of Wiegedood) zijn soloproject vanop de eerste rij uitstallen.
Hij leek aanvankelijk nog een beetje onwennig bij de frontmanrol (het “Wishin I Was Fishin'”-opschrift op de gitaar leek volkomen terecht), die hij hiermee krijgt toebedeeld, maar dat veranderde naargelang de set en de bijhorende inleving vorderde. Het was een heerlijk balanceren op de slappe koord tussen fluisteren en uithalen. Zoals ook een Sparklehorse dat deed. Combineer die band met iets als het (vroegere) Low en je komt ergens in de buurt van dit project. Vooral de lang uitgesponnen afsluiter, waarin die eerder genoemde koord nauwkeurig op en neer werd afgetast, was impressionnant en liet ons achter met de spreekwoordelijke mond vol tanden. Om even te duiden waar we naartoe willen: glockenspiel werd ergens ingezet om even verder weer een opmerkelijke gitaarsolo voorbij te horen komen. Te volgen, dit gezelschap.
Van gebrek aan zelfzekerheid was bij Slow Crush geen enkele sprake. Het viertal eigende zich zonder enige vorm van opscheppen de hele bar toe en hulde zich daarvoor in een dikke rookwolk, waardoor de blauwe en rode spots hun weg zochten. De scherpe trekken van het aangezicht van zangeres-bassiste Isa Holliday stonden in schril contrast met de teksten, waarvan het overgrote deel als door een dikke laag watten tot bij de toehoorders doordrong. Niet dat je ook maar iemand hoorde klagen. Wij zagen enkel zwaar headbangende of – voor de iets meer verlegen fan – zachtjes heen en weer wiegende hoofden.
Net als (cd) waren wij al weggesmolten voor tweede plaat 'Hush' en hier bleek maar weer eens hoe zo'n goede plaat nog een trapje hoger kan worden gebracht door een live show. De contrasten tussen zacht en hard, tussen slaan en zalven werden, zoals het een shoegazeband toekomt, tot op het bot uitgepuurd en zorgden voor hoogtepunten in songs als Drown dat vroeg in de set zat (hoewel niet als opener zoals op de plaat). Maar soms kon het ook gewoon rechtdoor gaan. Dan denken we met name aan de rockende afsluiter Glow, die ons hongergevoel nog aanscherpte, hoewel er van bisnummers geen enkele sprake meer was. Maar u hoort ons desondanks niet klagen: de set was perfect zoals ze was.
Aan het titelnummer van de laatste plaat was helemaal geen ontkomen aan. Het moet ook zowat het enige nummer zijn geweest, waarbij wij een woord (de titel, jawel) konden onderscheiden. De track barstte open als de knop van een vleesetende bloem, die zat te wachten op een argeloze vlieg die passeerde. Maar even snel kon die bloem zich weer terugtrekken in de eigen cocon, alsof er niks gebeurd was. Wij wisten wel beter.
Opmerkelijk was ook nog dat de frontvrouw het Antwerpse publiek in het Engels aansprak, alsof ze alvast oefende voor de buitenlandse shows, die eraan zaten te komen. Zelf vinden wij dat enkel maar afstand creëren tussen publiek en band. Maar we zijn aan het muggenziften.. Wij beleefden immers een avond vol vuur en passie van een band, die vast nog meer in zich heeft en vastberaden is om dat ook te tonen.
Foto's: PiXeleni Photography