Siem Reap - Voor altijd een dromer
Drongenhofkapel, 15 november 2025
Vier jaar duurde het voor de opvolger van debuut ‘Now What?’ het daglicht mocht zien. Het tweede album van Siem Reap was al lang ingeblikt, maar de release werd er eentje met de spreekwoordelijke horten en stoten. Vorige maand kwam ‘Wishin’ I Was Fishin’’ eindelijk in onze netten terecht en afgelopen zaterdag stonden we reikhalzend op de (bijna) eerste rij voor de releaseshow in Gent.
“Holy fuck”, zei Gilles Demolder om het ijs te breken, toen iedereen aan de grond genageld leek na opener Oliver Kahn. Het was als een vingerknip om het publiek uit de roes te halen en te beseffen dat er hard geapplaudiseerd mocht worden. De sublieme setting van de zestiendeëeuwse Drongenhofkapel in het hartje van het Gentse Patershol ademde synchroon met de zieleroerselen die Siem Reap acht songs lang met De Aanwezigen (ja, het mag met hoofdletters!) deelde. De haast tot ruwbouw gestripte kapel leek een ongewilde metafoor voor het meticuleus dissecteren van de aard van de mens dat zich afspeelde in de vertellementen van Demolder. Het enige ornament in de kapel was het werk ‘Honte, 2018-2019’ van Berlinde De Bruyckere, zelf aanwezig op de voorste rij, even kwetsbaar en tegelijk machtig als de muziek die de laat-Gotische kapel vulde. Een houvast. Een reddingsboei in een veel te haastige eenentwintigste eeuw. “Leunen bij mr. Demolder is als leunen bij een vriend”, of zoiets.
Toch klonk het nooit zwaarmoedig en net die relativerende, vaak humoristische ondertoon werkte zo innemend. In veel songs herkenden we de zalige lo-fi nonchalance, die ook de portables zo typeerde. We zagen een band alles zorgvuldig doseren, alsof ze niet te onstuimig wilden slaan, maar evenmin te opzichtig wilden zalven. Elke noot was nodig, geen enkele seconde was overbodig. Maar boven de sound van de instrumenten dreef Demolders stem, als onderhuids fluisterend geheim wapen. Even onschuldig diep snijdend als de tandem Parker-Sparhawk bij Low, de breekbaarste Lou Barlow bij Sebadoh of als zichzelf, of – vooral – de immer verhalende Phil Elverum als Mount Eerie.
Op één song uit het debuut na - het rond spaarzame drums opgebouwde Honingkuchen – werden we een uur lang meegenomen langs de nieuwe plaat. Pigeon Superstition werd aangekondigd als een song over de realiteit verliezen en niet meer weten wat waar is en wat niet (“Life is one big uncertainty”, hoorde we Demolder luidop overpeinzen). The Magician pt.1 ging dan weer over kwakzalvers die munt proberen te slaan uit de hedendaagse zoektocht naar zekerheden en perspectief (“The crook that sells protection spells / takes Mastercard but cash as well”), en was een sneer naar coaching als businessmodel (“The business of caring is selling me off for a Mercedes-Benz”). Een introspectieve sneer naar de eigen fouten hoorden we in het met schuldgevoel doordrenkte Lotus.
De langste song van ‘Wishin’ I Was Fishin’’ mocht de set afsluiten. De imposante vibrafoon, die al de hele tijd in de schaduw van het drumstel stond, werd eindelijk aangeslagen om Ballerinas op te tillen naar het dromerige sfeertje dat ook de marimba van Esmerine bij ons teweeg kan brengen. De song gaat over de existentiële vragen van een muzikant die uiteindelijk zijn lot als maatschappelijk buitenbeentje lijkt te omarmen: “My friends are all settled down, having fun, drinking margaritas / but for now and forever I’ll always be a dreamer”. Nederig droomde Gilles Demolder zelf een laatste keer weg in de unieke setting van de Drongenhofkapel, dankbaar "Dit is de mooiste plek waar dit ooit zal gebeuren", mompelend.
We zijn blij met dit soort dromers die onze ziel beter helen dan welke “crook that sells protection” dan ook. Het blijft verbluffend hoe Demolder zowel voor loutering kan zorgen met de allesverzengende sound van het brutale Wiegedood als met de uitgebeende versie van zichzelf onder de dekmantel Siem Reap. Weinigen blijven in beide alter ego’s geloofwaardig. En toevallig zagen we op drie minuten fietsen van de Drongenhofkapel even later Nele Janssen, vooral gekend als brulboei van Peuk, in de Kinky Star net hetzelfde presteren met de naakte puurheid van haar solo-project Head On Stone. Toeval bestaat niet, want beide artiesten delen op 12 december de affiche in Jeugdhuis Tijl in Diest. Twee dagen later staat Siem Reap met The Notwist en Deathcrash op het duyster-festival in de Cactus Club in Brugge. Op 12 maart 2026 speelt de band in De Kreun in Kortrijk. Het wordt moeilijk om de setting in Gent te overtreffen (alsook de vestimentaire keuzes - extra puntje voor Demolders Gavin Bryars-tshirt!) maar we geven het graag een kans.
