Penguin Cafe - Dronken
De Roma, 16 januari 2020
Ooit werd er op de binnenhoezen van lp’s reclame gemaakt voor andere platen. Toen al waren wij geïntrigeerd door Penguin Cafe Orchestra, maar jong en onwetend als we toen waren, zijn we er nooit toe gekomen om die platen ook te kopen. In De Roma bleek dat een gemiste kans.
Want vanaf het moment dat Arthur Jeffes het Penguin Cafe - u kent vast de voorhistorie van dit gezelschap; indien niet verwijzen wij graag naar deze recensie - opende, waren wij vertrokken voor een imaginaire reis naar Antarctica. De meest recente plaat van dit orkest, ‘Handfuls Of Night’, werd gemaakt op vraag van Greenpeace, die de bedreigingen, waaraan dit werelddeel en de bewoners, de pinguïns, onderhevig zijn, hiermee onder de aandacht wil brengen. Daarvoor werd filmmateriaal bezorgd, op basis waarvan de muziek werd gecomponeerd. Het resultaat is overweldigend en stuurde je in De Roma op aangeven van de orkestleider, die met brede handgebaren elk nummer van enige uitleg voorzag, zo naar de Zuidpool, gedragen door de golven van de muziek.
Het eerste deel van het optreden was volledig gewijd aan die nieuwe plaat. Jeffes zelf gaf, eenzaam aan de vleugelpiano en ingszins afgescheiden van de andere orkestleden, de aanzet met Winter Sun, waarna de violen voor de invulling zorgden. Het eerste deel van de show zou trouwens worden afgesloten met Midnight Sun, dat met veel muzikale kracht – Jeffes speelde het solo op piano - het bijhorende beeld opriep.
Naast de strijkers – drie violen, cello en staande bas – was er ook percussie voorhanden, waarmee de brug gemaakt leek te worden van klassiek naar pop. Soms bleef het getrommel ingetogen en op de achtergrond, maar evengoed werd al eens stevig gerommeld op de kickdrums, met name toen in het tweede deel Wheels Within Wheels van Simian Mobile Disco werd geherinterpreteerd; een cover die een beetje afstak van het andere materiaal, maar desondanks toch paste binnen het geheel.
In dat tweede deel kwam het werk van Arthurs vader Simon Jeffes ook aan bod, tot groot jolijt van een aantal aanwezigen, die bij Perpetuum Mobile het enthousiasme amper konden intomen en zelfs tijdens het nummer applaudisseerden. Toegegeven, de muziek was prachtig en werd ook navenant vertolkt, waardoor wij wel begrip konden opbrengen voor die medetoeschouwers.
Het leek er wel op dat de zoon meer neigt naar populaire muziek, terwijl de vader het experiment hoogtij liet vieren. De opener van het tweede gedeelte, waarin de kora, een Japans instrument, werd nagebootst op piano, ook een werk van de hand van Simon Jeffes, was daar een goed voorbeeld van. Maar de doorstroming van vader op zoon lag er desondanks vingerdik op en werd door de hele zaal met volle teugen verzwolgen.
Uiteindelijk werd het concert met twee bisnummers afgesloten. En opnieuw werd je ondergedompeld in een zee van klanken, die je brein onvermijdelijk binnensijpelden. Soms hoorden we Wim Mertens of Philip Glass, dan weer klonk er nadrukkelijk jazz door, altijd was het mooi en werden je gedachten alle kanten op gestuurd, al dan niet aangestuurd door de frontman. In het Penguin Cafe laaf je je aan het leven, het soort dronkenschap waar wij ons graag aan bezondigen.